Per 2 les 1 Organismen ordenen LLN

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Weet je nog wat een organisme is?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het kleinste deel van een organisme?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van een organisme
In een organisme komen onder andere cellen, organen en orgaanstelsels voor.
  
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van klein naar groot?

cel   - orgaan   -     orgaanstelsel   -    organisme

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je voorbeelden opnoemen van organismen die vliegen?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kun je voorbeelden opnoemen van organismen die je ziek kunnen maken als ze in je lichaam komen?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan jij...
-de kenmerken noemen van cellen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan jij...
- uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organismen ordenen in groepen
-Welke dieren op het plaatje hebben vier poten?
-Welke dieren op het plaatje kunnen vliegen.
-Welke dieren op het plaatje krijgen levende jongen?


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organismen ordenen in groepen
Ordenen
Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.
Kenmerk
Is een eigenschap waaraan je een organismen kunt onderscheiden van andere organismen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ordenen biologen?
Biologen ordenen organismen door te letten op cel kenmerken.
Ze letten op:
- de bouw van de cellen
- DNA (erfelijke
  eigenschappen) in de celkern



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee hoofdgroepen
Biologen verdelen al het leven op aarde eerst in twee hoofdgroepen:

1. organismen met een celkern
2. organismen zonder een celkern


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier rijken
De twee grote groepen zijn verdeeld in vier groepen (rijken)
Rijken:
??????????

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier rijken
De twee grote groepen zijn verdeeld in vier groepen (rijken)
Rijken:
1. Dieren
2. Planten
3. Bacterien
4. Schimmels

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling in vier rijken
Bij de indeling in de vier rijken hebben biologen gelet op drie kenmerken van cellen:
1. celwand
2. bladgroenkorrels
3. celkern

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celkernen
Bij de indeling in rijken kijken biologen naar de cellen van organismen. Ze letten op drie kenmerken van cellen (zie afbeelding 2):
• celkern
• celwand
• bladgroenkorrels

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen van dieren
foto van wangslijmvliescel
tekening wangslijmvliescel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen van dieren
Delen van een dierlijke cel:

1. Celmembraan
2. Cytoplasma (celplasma)
3. Celkern

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen van planten
Delen van een plantecel:
1. Celmembraan
2. Cytoplasma (celplasma)
3. Celkern
4. Vacuole
5. Bladgroenkorrels
6. Celwand

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen van planten
bladgroen-korrels in de cellen van waterpest

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt fotosynthese?
De plant heeft nodig:
1. water (grond)
2. koolstofdioxide (lucht)
3. lichtenergie (zon)
1 en 2 zijn grondstoffen.

De plant maakt:
1. glucose
2. zuurstof

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt fotosynthese?
In woorden samengevat:
water+ koolstofdioxide + licht----> glucose + zuurstof
nodig voor de fotosynthese   -----> ontstaat bij de fotosynthese
licht= energiebron
Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels van plantencellen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen van bacteriën

Delen van een cel van een bacterie:
1. Celmembraan
2. Cytoplasma
3. Celwand

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen van schimmels
Delen van een cel van een schimmel:
1. Celmembraan
2. Cytoplasma
3. Vacuole
4. Celkern
5. Celwand

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Delen van cellen
Delen van cellen
1. Celmembraan: dun vlies (doorlaatbaar)
2. Cytoplasma (celplasma): vloeistof die
     bestaat uit water met opgeloste stoffen
3. Celkern: regelt alles wat in de cel gebeurt
4. Grote vacuole: Blaasje gevuld met vocht
5. Bladgroenkorrels: Hierin vindt fotosynthese plaats
Celwand: Een stevig laagje om de cel

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw van de cellen van dieren, planten, schimmels en bacteriën

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van cellen uit de vier rijken
Bladzijde 150
Cel 
kenmerken
PLant-aardige cellen
Dierlijke cellen
Schimmelcel
Bacterien
celwand
celmembraan
bladgroenkorrels

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van cellen uit de vier rijken
Bladzijde 150
Cel 
kenmerken
PLant-aardige cellen
Dierlijke cellen
Schimmelcel
Bacterien
cytoplasma
celkern
vacuole

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit is de cel 
van een.......
plant
celwand
bladgroenkorrel
celkern
vacuole
cytoplasma

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten
Organismen behoren tot dezelfde soort als:

- ze zich kunnen voortplanten
- hun nakomelingen
  vruchtbaar zijn.

dezelfde soort, verschillend ras

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een labrador en poedel met hun vruchtbare nakomeling 
Behoren ze tot dezelfde soort?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een labrador en poedel met hun vruchtbare nakomeling 
Behoren ze tot dezelfde soort?

ja

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten olifanten
Ze lijken op elkaar.

Kunnen zich niet samen voortplanten.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke cel heeft bladgroenkorrels?
A
cel van een dier
B
cel van een plant
C
cel van een schimmel
D
cel van een bacterie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cel heeft geen celwand?
A
cel van een dier
B
cel van een plant
C
cel van een schimmel
D
cel van een bacterie

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cel heeft geen celkern?
A
cel van een dier
B
cel van een plant
C
cel van een bacterie
D
cel van een schimmel

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van de cel is een dun vliesje?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celkern

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel regelt alles wat in de cel gebeurt?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celkern

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maken 
-bladzijde 153 opdracht 2
- bladzijde 155 opdracht 4 en 5

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies