Ademhaling

Ademhalingsstelsel
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologySecondary Education

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ademhalingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we doen
  • Anatomie & fysiologie
  • Ventilatie
  • Pathologie

Slide 2 - Tekstslide

Anatomie mens
  1. Mond / neusholte
  2. Keelholte
  3. Strottenklep
  4. trachea (luchtpijp)
  5.  Longen
  6. Bronchiën

Slide 3 - Tekstslide

ademhalingsstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Neus-mondholte
  • Neusholte is de ruimte achter je neus
  • Mondholte is de ruimte in je mond 
  • Epiglottis is het strottenklepje

Slide 5 - Tekstslide

Neusholte
Neusholte 
  • verwarmt en bevochtigd de lucht met de slijmvliezen
  • Filtert de lucht 
  • ruiken
  • stemgeluid 

Slide 6 - Tekstslide

Epiglottis
  • Kleine gekke ding bij de luchtpijp
  • Zorgt ervoor dat voedsel niet de luchtpijp inschiet 

Slide 7 - Tekstslide

Trachea
  • Luchtpijp
  • Lange buis 
  • U-vormige kraakbenen voor stevigheid
  • Voert lucht van de mondholte naar de neusholte 

Slide 8 - Tekstslide

Bronchiën
  • Afsplitsingen van de luchtpijp
  • geen kraakbeen meer
  • splitsen zich verder in bronchioli 
  • voert lucht van de luchtpijp naar beide longen 

Slide 9 - Tekstslide

Alveoli
  • Longblaasjes
  • Kleine ballonnetjes
  • Lucht gaat erin (zuurstof)
  • zuurstof gaat dóór de wand heen naar de bloedvaten
  • koolstofdioxide (CO2) komt terug
  • wordt uitgeademt 

Slide 10 - Tekstslide

Longen
  • Verzameling van longblaasjes
  • Linker- en rechterlong
  • Rechterlong heeft 3 kwabben
  • linker long heeft 2 kwabben  

Slide 11 - Tekstslide

Longen
Linkerlong is kleiner want daar zit het hart in de weg 

het hart zit wat meer naar links

Slide 12 - Tekstslide

Diafragma
  • Middenrif
  •  grote spier
  • kan zich strekken (inademing)
  • kan ontspannen (uitademing)
  • Vergroot en verkleint de ribbenkast

Slide 13 - Tekstslide

Ribbenkast
  • 24 ribben (botten) 
  • 12 aan elke kant
  • Beschermt de longen
  • Strekt de longen uit bij inademing
  • geeft stabiliteit aan het lichaam 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Ventilatie
de stappen:
  1. Middenrif spant zich
  2. Borstkast wordt groter 
  3. Daardoor ontstaat negatieve druk in de longen
  4. longen zuigen zich vol met buitenlucht
  5. gaswisseling vind plaats in de longblaasjes
  6. middenrif ontspant zich, longen worden kleiner en duwen de 'oude' lucht uit de longen

Slide 17 - Tekstslide

Negatieve druk
Zuigkracht
Als je iets groter maakt ontstaat er meer ruimte.
Als er niks omheen is wat in die ruimte kan ontstaat een "vacuum" (leegte)
De natuur houdt hier niet van en wil het meteen vullen dus zuigt het de omgeving aan. 
in het geval van longen is dit dus lucht.

Slide 18 - Tekstslide

Luchtkwaliteit
  • Lucht is niet altijd zuiver
  • Zitten vaak bacteriën, virussen, stofdeeltjes etc etc in
  • Neusholtes filteren wel wat weg, maar niet 100%
  • soms hebben we hulp nodig met bijvoorbeeld een masker (Covid :) ) 

Slide 19 - Tekstslide

Astma / COPD
Sommige mensen hebben aandoeningen aan hun luchtwegen. 
Covid is daar een voorbeeld van. 
Er zijn ook mensen met chronische aandoeningen, dit zijn aandoeningen die nooit meer weggaan. 
Astma en COPD zijn daar goede voorbeelden van.

Slide 20 - Tekstslide

Astma
Astma is een chronische luchtwegaandoening en is erfelijk
  • ontsteking van de bronchiën 
  • daardoor vernauwen deze zich en is ademen moeilijker
  • Deze ontsteking blijft altijd, alhoewel er niet elke dag last van is
  • medicijnen (inhalator) zorgen dat de luchtwegen groter worden, waardoor ademen makkelijker is

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

COPD
  • Chronische obstructieve long ziekte 
  • Ontsteking van de longen/bronchiën door beschadiging
  • Chronisch, gaat dus niet meer weg. 
  • Niet erfelijk
  • Grootste factor is roken

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Allergie en anafylaxie
Allergieën zijn er in verschillende mate. 
Tijdens een allergische reactie reageert jouw lichaam op een bepaalde stof (voedsel, stofmijt, pollen etc) 
Aan de hand van de mate van allergie kan je lichte klachten krijgen tot en met anafylaxie

Slide 26 - Tekstslide

Lichte allergiën
  • Alleen een reactie op de plaats van contact 
  •  Jeuk
  • Zwelling
  • Roodheid 
  • Warmte
  • Pijn
  • soms blaren/ bulten
  • Denk muggenbult

Slide 27 - Tekstslide

Hooikoorts
Hooikoorts is vaak een lichte allergische reactie op pollen (de zaadjes van planten) 
Deze worden ingeademd waardoor de plaats van contact jouw luchtwegen zijn. 
Daarom ontstaat er jeuk in de luchtwegen (daardoor ga je hoesten en niezen)
En ontstaat er soms zwelling (moeilijker ademhaling/verstopt gevoel)
Dit zit vak in je neus (veelal eruit gefilterd) waardoor je meer slijm aanmaakt (snotteren)

Slide 28 - Tekstslide

allergische reactie op de huid

Slide 29 - Tekstslide

anafylaxie
Anafylaxie is een uit de hand gelopen allergische reactie. 
Ipv alleen een reactie op de plaats van contact verspreid de reactie zich over het hele lichaam. 

Zwelling treed dan o.a. op in de luchtwegen waardoor er in erge gevallen nauwelijks ventilatie plaats kan vinden.

Slide 30 - Tekstslide

anafylaxe gezicht

Slide 31 - Tekstslide

Hooikoorts
Hooikoorts is dus een allergie

Medicijnen hiervoor heten anti-histaminen

Deze vertragen of stoppen de allergische reactie, en verminderen dus de symptomen

Slide 32 - Tekstslide

Anafylaxe, wat te doen?!
  1. Iemand in een restaurant waar jij bent heeft een anafylactische reactie
  2. Jij zorgt dat iemand een ambulance belt. Laat áltijd een ambulance komen. 
  3. Jij kijkt of het slachtoffer een epipen heeft. 
  4. Kijk of het slachtoffer zelf de epipen kan gebruiken zo niet doe jij het

Slide 33 - Tekstslide

epi-pen

Slide 34 - Tekstslide

Epipen:
  1. Je haalt het blauwe dope aan de bovenkant eraf
  2. Je houdt de epipen stevig vast zonder je vingers aan één van de uiteinde te hebben
  3. Je richt op het bovenbeen en met aardig wat kracht stoot je de oranje kant loodrecht in het dijbeen 
  4. Je doet het snel en hard
  5. Je houdt de epipen 10 seconde in het dijbeen
  6. Je geeft aan bij het ambulance personeel dat je een epipen hebt gebruikt.

Slide 35 - Tekstslide