Dataaaa

Datasporen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
mediaVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Datasporen

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor woorden komen bij jou op als we het hebben over online data?

Slide 2 - Woordweb

Cookies
Een cookie is een bestandje dat bij het bezoeken van een website op je computer geplaatst wordt. In dit bestandje zit een voor jou persoonlijke code waarmee je online gedrag gevolgd kan worden.

Slide 3 - Tekstslide

Tracker
Een tracker is een programma dat via de sites die jij bezoekt jouw persoonlijke code, je cookie, opvraagt. Datahandelaren gebruiken tracker programma’s om je online gedrag te kunnen bundelen in een dataprofiel dat doorverkocht kan worden voor bijvoorbeeld gerichte online advertenties.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat denk je dat deze trackers te weten zijn gekomen?

Slide 6 - Open vraag

Data
Een ander woord voor informatie. Heel veel informatie bij elkaar noem je ‘big data’. Bijvoorbeeld: Wat jij vandaag op je brood hebt (Kaas? Hagelslag?) is data. Wat de hele klas vandaag op brood heeft (14x kaas, 12x hagelslag, 2x boterhamworst) is nog meer data. En wat alle leerlingen in Nederland eten is big data.

Slide 7 - Tekstslide

De bazen van internetbedrijven als Google, Facebook en Instagram zullen
waarschijnlijk de meeste stappen zetten. Zij hebben toegang tot het
meest complete dataspoor dat Anne online achterlaat en zij bepalen ook
wie wat te zien krijgt. Zijn deze bedrijven ook de beste vriend van
Anne?

Slide 8 - Tekstslide

Datahandelaar
Een datahandelaar is een bedrijf dat geld verdient door het verzamelen en verkopen van grote hoeveelheden informatie over mensen. Onder andere door middel van trackers op websites die jij bezoekt komt een datahandelaar te weten wat jij interessant vindt. Deze informatie wordt verzameld in gebruikersprofielen. Adverteerders kunnen deze informatie kopen van datahandelaren om hun advertenties alleen te tonen aan mensen die bij hun doelgroep passen. De kans dat hun advertenties succesvol zijn neemt daardoor toe. Voor een datahandelaar ben jij dus als het ware ‘het product’ dat ze doorverkopen

Slide 9 - Tekstslide

Minister van Veiligheid
Ik weet zeker dat er geen onjuiste informatie over Beyonce bewaard wordt.
Ik weet precies welke informatie er over Beyonce te vinden is op internet.
Ik heb invloed op de smaak en interesses van Beyonce.
Ik heb invloed op hoe lang Beyonce op mijn website blijft hangen.
Als er iets leuks gebeurt in Beyonce haar leven, weet ik dat als eerste.

Slide 10 - Sleepvraag

Algoritme
Een stappenplan dat je kunt gebruiken om een probleem op te lossen. Bijvoorbeeld: je hebt honger en je gebruikt een stappenplan (recept) om zelf een pizza te maken. Dat recept is een algoritme. Computers gebruiken algoritmes om te snappen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld: Je klikt op een link met de muis, de computer opent een nieuwe webpagina om de link weer te geven. Zoekmachines, videoplatforms en social media gebruiken ingewikkelde algoritmes om jou de best passende resultaten te tonen. Deze
      algoritmes zijn vaak ‘getraind’ met grote hoeveelheden data om de
      beste keuze te kunnen maken.

Slide 11 - Tekstslide

Filterbubbel
Een filterbubbel is het effect van een gepersonaliseerde internetervaring. Doordat bedrijven steeds beter weten wie jij bent
en met ‘slimme’ algoritmes (formules) hun diensten erop aanpassen krijgt iedereen een persoonlijke internetervaring. Het effect van deze profilering is dat je in een soort filterbubbel terecht komt. Je krijgt bijvoorbeeld enkel nog video’s, muziek en nieuwsberichten voorgeschoteld die jij ‘leuk’ vindt. Dit lijkt misschien fijn, maar maakt je online wereld steeds kleiner en weinig divers. Je wordt niet meer geconfronteerd met andere meningen waardoor je als het ware in een echoput leeft waarin je alleen maar hoort wat je graag wilt horen.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

De bubbel
- Wat is er fijn aan de filterbubbel?
- Wat zijn de nadelen van deze filterbubbel?
- In welke filterbubbels leef jij zelf? (Google?
       YouTube? Spotify? Instagram?)
-Probeer eens, wat staat er bij jou boven in Google? Typ eens in: Hoe

Slide 14 - Tekstslide

Wat kun jij doen om uit de bubbel te komen?

Slide 15 - Open vraag

1. Verander je instellingen op Facebook (of andere social media)
2. Zorg ervoor dat Google jouw geschiedenis niet bewaart
3. Gebruik een zoekmachine die je resultaten niet personaliseert
4. Laat Twitter de ‘beste’ tweets niet als eerste tonen
5. Zorg ervoor dat je online niet gevolgd wordt
6. Haal je informatie bij de bron (dus niet alleen uit je sociale media)
7. Lees ook eens een tijdschrift of papieren krant

Slide 16 - Tekstslide