7.3 De nieren

De Nieren en Urinewegen
Thema 7, Basisstof 3.

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Nieren en Urinewegen
Thema 7, Basisstof 3.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen bij 7.3 De nieren
  • Je kunt de delen van de nieren en van de urinewegen noemen en hun kenmerken en functies.

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen bij 7.3 De nieren
  1. urineleiders
  2. urine
  3. nierbekken
  4. nierschors
  5. niermerg
  6. nier
  7. nierader
  8. nierslagader
  9. urineblaas
  10. urinebuis

Slide 3 - Tekstslide

Functie nieren
  • Uitscheiding: afvalstoffen uit het bloed halen en verwijderen uit je lichaam.
  • Nieren halen zout, water en andere afvalstoffen uit het bloed.
  • Bloed stroomt naar de nieren door de nierslagader.
  • Bloed wordt gezuiverd in de nieren en stroomt terug via de nierader.
  • De afvalstoffen verlaten het lichaam als urine.

Slide 4 - Tekstslide

Welke stof halen de nieren uit het bloed?
A
Alcohol
B
Zout
C
Vetten
D
Suiker

Slide 5 - Quizvraag

De ligging van de nieren. Boven in de buikholte. Achter de lever en de maag.

Slide 6 - Tekstslide

De onderdelen van de nier
  • Nierschors en het niermerg uitscheiding van te veel water, afvalstoffen en onwerkzaam gemaakte schadelijke stoffen. 
  • Nierbekkens: verzamelen van urine.
  • Urineleiders: afvoeren van urine van de nieren naar de blaas.
  • Urineblaas: tijdelijke opslag van urine. 
  • Urinebuis: urine vanuit de blaas naar BUITEN vervoeren (=plassen= uitscheiden).

Slide 7 - Tekstslide

Nieren van een mens

Slide 8 - Tekstslide

In welke delen wordt de urine gevormd?
A
nierbekken en nierschors
B
niermerg en nierschors
C
nierbekken, niermerg en nierschors
D
of alleen de nierschors

Slide 9 - Quizvraag

Sleep de gele kaartjes naar de juiste uitleg.
Urine afvoeren naar de urineblaas
urine afvoeren uit het lichaam
urine tijdelijk opslaan
urine verzamelen
urine vormen
Urineleiders
Urinebuis
Urineblaas
Nierbekken
Nierschors- en merg

Slide 10 - Sleepvraag

Nieren -> Urineleider -> Blaas -> Urinebuis -> WC

Slide 11 - Tekstslide

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.
Slaat de urine tijdelijk op
Via deze buis verlaat urine het lichaam
Hier worden afvalstoffen uit het bloed gehaald.
Niermerg en nierschors
Urineleider
Urineblaas
Urinebuis

Slide 12 - Sleepvraag

  • Nierslagaders vervoeren zuurstofrijk bloed naar de nieren. Het bloed bevat overtollige en schadelijke stoffen. 
  • Nieraders vervoeren zuurstofarm en gezuiverd bloed terug naar het hart.

Slide 13 - Tekstslide

Het bloed stroomt naar de nieren toe door de ...
A
nierslagader
B
poortader
C
nierader

Slide 14 - Quizvraag

Het bloed stroomt naar de nieren toe door de ...
A
nierslagader
B
poortader
C
nierader

Slide 15 - Quizvraag

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 
Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.
nierbekken
nierschors
niermerg
urineleider
nierslagader
niersader

Slide 16 - Sleepvraag

Afvalstoffen volgen een weg door het lichaam. 
Zet de delen waar deze afvalstoffen langsgaan in de juiste volgorde. 
Zet het deel waar de afvalstoffen als eerste komen bovenaan. 
1
2
3
4
5
6
urine blaas
urine leider
Urine buis
nierslagader
aorta
nier

Slide 17 - Sleepvraag

Samenstelling urine
Kleur urine

Slide 18 - Tekstslide

Als je veel hebt gedronken, maken de nieren... urine aan
A
veel
B
weinig

Slide 19 - Quizvraag

Als je al een tijdje dorst hebt, is de urine ... van kleur
A
licht
B
donker

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Welk onderdeel wordt aangegeven met cijfer 6 ?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 21 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Welk onderdeel wordt aangegeven met cijfer 4 ?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 22 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Welk onderdeel wordt aangegeven met cijfer 8 ?
A
Nierslagader
B
Nierader
C
Urinebuis
D
Urineleider

Slide 23 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Welk onderdeel wordt aangegeven met cijfer 1 ?
A
Nierslagader
B
Nierbekken
C
Nierschors
D
Urineleider

Slide 24 - Quizvraag

In welke delen wordt de urine gevormd?
A
nierbekken en nierschors
B
niermerg en nierschors
C
nierbekken, niermerg en nierschors
D
of alleen de nierschors

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Leerdoelen
  1. Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 29 - Tekstslide