Een virus is GEEN beestje en heeft geen eigen cellen. Het komt je lichaam binnen via bijvoorbeeld speeksel en bloed, en nestelt zich vervolgens in een bestaande lichaamscel. Wanneer dat is gebeurd, heeft het virus de volledige controle over die cel en kan het virus zich vermenigvuldigen.
Voorbeelden zijn geelzucht, de ziekte van Pfeiffer, griep en verkoudheid én het coronavirus.
Virussen zijn altijd slecht!