Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
les 8
Welkom Eglantin
e!
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Enseignement Secondaire
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
75 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom Eglantin
e!
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Warm-up
Bespreken huiswerk
Woorden en grammatica
Boekbespreking
Slide 2 - Tekstslide
Warm-up
https://www.vrt.be/vrtmax/a-z/karrewiet-nieuwsvideos/wetenschap/karrewiet-nieuwsvideos-jane-goodall--91--overleden--wie-was-zij-/
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk
Talent: blz. 46 paragraaf 1.7 afmaken opdracht 2 (onderwerp)
Paragraaf 1.5
Blz. 38 opdracht 13
Slide 4 - Tekstslide
SAMENSTELLINGEN
Slide 5 - Tekstslide
Algemene regel bij een samenstelling:
A
Het rechter woord bepaalt de tussenletter.
B
Het linker woord bepaalt de tussenletter.
Slide 6 - Quizvraag
Welke tussenletters komen voor bij een samenstelling.
A
'en', 'n', 'te', 'z' of helemaal niets.
B
'n', 'e', 's', 't', 'ing' of helemaal niets.
C
‘en’, ‘s’, ‘e’ of helemaal niets.
D
Er zijn meerder mogelijkheden: het hangt af van de uitgang van het linker woord.
Slide 7 - Quizvraag
samenstellingen worden voortdurend gebruikt:
A
Ja, je kan ontelbaar nieuwe woorden maken door samenstellingen te creëren.
B
Ja, alle samenstellingen zijn terug te vinden in het 'Groene boekje' , de Nederlandse woordenlijst.
C
Neen, je kan enkel samenstellingen maken met 2 zelfstandige naamwoorden.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een samenstelling?
Slide 9 - Open vraag
https:
Slide 10 - Link
Welke van deze woordgroepen bevat alleen samenstellingen?
A
appelboom, watermeloen, preisoep, fruitig
B
bananenschil, druiventros, plukken, wortels
C
fruitsla, braambes, aardappelschil, bosaardbei
D
schillen, gezond, bloemkool, aardappel
Slide 11 - Quizvraag
samenstellingen met auto
Slide 12 - Woordweb
samenstellingen met een tussenletter -s-
Slide 13 - Woordweb
Er volgen nu een paar voorbeelden waarbij er een foutje is gemaakt bij het (niet) samenstellen van woorden. Kan je de fout ontdekken?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Open vraag
Hier zijn er twee!
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
SAMENSTELLINGEN MET 2 ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Bepaal of de volgende samenstellingen
aan bod komen in deze les. Bestaat de
samenstelling uit 2 zelfstandige naamwoorden?
Slide 24 - Tekstslide
inschattingsvermogen
A
Neen, het eerste deel komt uit een werkwoord: inschatten.
B
Ja, het zijn 2 zelfstandige naamwoorden.
C
Neen, 'in' is een voorzetsel en geen zelfstandig naamwoord.
Slide 25 - Quizvraag
goedmaker
A
Neen, goed is een bijvoeglijk naamwoord.
B
Ja, 'een goed' of het 'het goed' bestaan, dus zijn er hier 2 zelfstandige naamwoorden.
C
Neen, goed is geen zelfstandig naamwoord en maker komt van het werkwoord 'maken'.
Slide 26 - Quizvraag
onderbuurman
A
Ja, het is een combinatie van onderbuur (=zelfstandig naamwoord) en man (=zelfstandig naamwoord).
B
Neen, onder is een voorzetsel en geen zelfstandig naamwoord.
C
Neen, onder is een bijvoeglijk naamwoord en geen zelfstandig naamwoord.
Slide 27 - Quizvraag
bakkebaard
A
Bak komt van 'back', wat verwijst naar 'achter'. Het is dus een voorzetsel.
B
Het is de samenstelling van bakkes en baard. Woorden met meervoud op enkel 'es' krijgen een 'e' als tussenletter.
C
Het is een versteende uitdrukking: de spellingsregels zijn hier niet van toepassing.
Slide 28 - Quizvraag
onderdelenlijst
A
Neen, 'onder' is een voorzetsel.
B
Ja, onderdeel en lijst zijn beiden zelfstandige naamwoorden.
Slide 29 - Quizvraag
groothandelsprijzen
A
Neen, groot is een bijvoeglijk naamwoord.
B
Ja, groothandel en prijzen zijn beiden zelfstandige naamwoorden.
Slide 30 - Quizvraag
Afrikamuseum
A
Neen, Afrika is een plaatsnaam en geen zelfstandig naamwoord.
B
Ja, Afrika is een zelfstandig naamwoord, net zoals museum.
Slide 31 - Quizvraag
vragenuurtje
A
Neen, 'vragen' is een werkwoord.
B
Neen, 'uurtje' is het verkleinwoord van een tijdsaanduiding.
C
Ja, het gaat over 2 zelfstandige naamwoorden.
Slide 32 - Quizvraag
les 8
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
T6L7: Restaurantrecensies
March 2025
-
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Mediawijsheid - Schaal van M
27 days ago
-
14 slides
Mediawijsheid
Lager onderwijs
T4L2: Bijvoeglijke naamwoorden
December 2024
-
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Elements of art: colour
January 2022
-
35 slides
Art and design
Upper Secondary (Key Stage 4)
Higher Education (degree)
Van Gogh Museum
T6L6: Geen probleem, no problemo!
March 2025
-
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
🎼 The LessonUp Top 2000 Quiz - Edition 2022🎤
July 2024
-
74 slides
Lessonup
Music
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Further Education (Key Stage 5)
LessonUp Inspiration
Fashion: Travel through Iconic Designs
October 2024
-
32 slides
Fashion
Further Education (Key Stage 5)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Higher Education (degree)
Quiz!
Fashion: Travel through Iconic Designs
November 2024
-
32 slides
Fashion
Further Education (Key Stage 5)
Upper Secondary (Key Stage 4)
Higher Education (degree)
Quiz!