Reading h3

Comprehensive Reading
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Comprehensive Reading

Slide 1 - Tekstslide

Wat doe je voordat je een
tekst gaat lezen?

Slide 2 - Woordweb

Voordat je gaat lezen
 Activeer je voorkennis

HOE: 
- Kijk naar plaatjes, titel, vormgeving, bron, tussenkopjes

-  Bepaal welk type tekst het is 
 (advertentie, krantenartikel, fragment uit een boek, gedicht)

Slide 3 - Tekstslide

Voordat je gaat lezen
 Activeer je voorkennis

WAAROM: 
- Wat weet ik al van het onderwerp
- maakt lezen makkelijker

Slide 4 - Tekstslide

Je hebt voorkennis geactiveerd en bent klaar voor een leestoets,
wat doe je nu?

Slide 5 - Open vraag

Tijdens het lezen
- Lees eerst de vraag
- Lees dan het stukje tekst waarnaar verwezen wordt
- Probeer in eigen woorden antwoord te geven op de vraag. 
- Heb je het echt nodig om onbekende woorden op te zoeken in een woordenboek of kan je de betekenis raden?

Slide 6 - Tekstslide

Na het lezen
- Staat jouw antwoord bij de antwoorden?
- Kan je foute antwoorden wegstrepen?
- Antwoorden moeten echt in de tekst staan. Niet kiezen op        basis van logica​.
- Weet je het antwoord nog niet lees dan de tekst of alinea nog een keer.

Slide 7 - Tekstslide

Multiple choice questions
STAP 1   Activeer voorkennis​
STAP 2  Lees de vraag. Zorg dat je die begrijpt ( woordenboek)
STAP 3  Lees het stukje tekst waarnaar verwezen wordt
STAP 4  Bedenk zelf wat het antwoord op de vraag moet zijn
STAP 5  Kijk of je antwoord erbij staat. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Waar denk je aan als je deze tekst ziet?
(onderwerp, soort tekst)

Slide 10 - Open vraag

Stap 2 + 3: Lees eerst de vraag, Lees dan de tekst


 What is said about identical twins in paragraph 1?

 1 There’s something so fascinating about twins – something that we can’t
quite understand but are nonetheless drawn to. Psychology in particular is
still fascinated with the study of identical twins. However, the rest of us
are more interested in the supernatural quality that some twins seem to
have; the ability to finish each other’s sentences, or to know instinctively
when something is ‘not right’ with the other. 

Slide 11 - Tekstslide

Stap 4: Wat denk jij dat het antwoord op de vraag is?

Slide 12 - Open vraag

Stap 5:
Welk antwoord past het beste bij jouw antwoord?

A
Some people are afraid of their abilities.
B
They are generally social-minded.
C
They experience inexplicable things.

Slide 13 - Quizvraag

 What is said about Margaret in paragraph 2?
2 Margaret Rafferty is an identical twin, and she knows all too well what this special twin sixth sense is all about. “When I was backpacking overseas (this was the early 90’s, before email and Facebook, when the only way to make immediate contact was by phone), no one could get in touch with us in a hurry as they never knew exactly where we were,” says Margaret. “One morning, when we were in Scotland on the Isle of Skye, I woke up with the overwhelming urge to call my sister, Anne. I told my husband I had to call her immediately so we drove to the nearest town, found a phone box and I rang her. It turned out she was about to go into hospital
that very day for surgery.” 

Slide 14 - Tekstslide

Wat denk jij dat het antwoord op de vraag is?

Slide 15 - Open vraag

What is said about Margaret in paragraph 2?

A
She knows her sister better than she knows her husband.
B
She regretted being absent when her sister needed her.
C
She sensed that something was wrong with her sister.
D
She was reunited with her sister after a long time.

Slide 16 - Quizvraag

 What does Margaret make clear in paragraph 3?
She wants to make clear that 

“But then again, mostly it’s not like that,” says Margaret. “I remember introducing my twin to someone and this guy saying, ‘So, do you know what Anne’s thinking?’ and I don’t know why but I replied with, ‘Yeah. Right now she’s thinking, ‘God, they always ask us that!’” 

Slide 17 - Tekstslide

What does Margaret make clear in paragraph 3?
She wants to make clear that
A

A
twins are often distrusted by other people.
B
twins automatically think alike about most things.
C
twins dislike being the centre of everyone’s attention.
D
twins have a special connection only occasionally.

Slide 18 - Quizvraag

Wat denk je dat het antwoord is op de vraag?

Slide 19 - Open vraag

timer
1:30

Slide 20 - Tekstslide

Welk 'phrase' past in gat 7?
A
others will follow
B
protests will increase
C
the costs will drop
D
they will be taxed

Slide 21 - Quizvraag

timer
1:30

Slide 22 - Tekstslide

Welk woord past in gat 16?
A
Furthermore
B
Instead
C
Likewise

Slide 23 - Quizvraag

timer
1:30

Slide 24 - Tekstslide

Welk woord past in gat 18?
A
lonely
B
passionate
C
unskilled
D
vague

Slide 25 - Quizvraag

timer
1:30

Slide 26 - Tekstslide

Welk woord past er in gat 25?
A
dependence
B
fascination
C
indifference
D
irritation

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Which of the following is mentioned as part of 'plans to rebalance the intellegence workforce'?
A
hiring better educated people
B
making it easier to combine work and parental responsibilities
C
offering job opportunities to the relatives of present employees
D
rewarding practical experience

Slide 29 - Quizvraag