Schrijven H1 en H3 Een enquete maken en zakelijke mail

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom T3
Mobiel in de tas, winterjas uit (kluis), kauwgom uit, zit volgens de plattegrond, pak je spullen, haal je tas van de tafel. 
Pak je leesboek!

timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Leesmoment
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Enquête
Open WORD
Schrijf de inleiding
Maak een enquête.
Upload in Magister als je klaar bent.
Klaar? Je mag gaan. 
timer
30:00

Slide 4 - Tekstslide

Startopdracht blz. 20
Beantwoord de drie vragen. 
Lees eerst tekst 1. 
Lees daarna het groene blok over het maken van goede enquêtevragen. 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1 blz. 21
Beantwoord vraag 1 tm 4
Leerdoel: wat is een goede enquêtevraag? 
- ja/nee vraag, meerkeuzevraag.
- duidelijk en precies formuleren
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

OPDRACHT 2, BLZ 21
Bedenk vijf of meer mogelijke vragen die er gesteld zijn om erachter te komen of de jongeren gelukkig zijn in Nederland.
Formuleer vragen over de leeftijd, waar wonen en hoe is de woonsituatie, of ze voor werk/opleiding naar het buitenland zouden willen, willen blijven wonen in Nederland, tijdelijk naar het buitenland willen en waarvoor dan.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2, korte inleiding schrijven
Als student (psychologie) doe ik een onderzoek naar geluk. Ik wil weten of jongeren in Nederland gelukkig zijn. 
Geef antwoord op de vraag: wat hoop je met de uitkomst van deze enquête te bereiken? 
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4 (online)
Vaste aanhef (beste leerlingen van 3 vmbo-tl)
Wie neemt de enquête af? Wees duidelijk over wie je bent, geef je naam. 
Wat gebeurt er met de uitkomst van de enquête? Vermeld dat in je inleiding. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht  3, blz. 21
Je ontwerpt een enquête over een schoolreis naar het buitenland. Er zijn drie bestemmingen. Je wilt er met deze enquête uitzoeken naar welke bestemming de schoolreis zal gaan. Dus je wilt weten welke bestemming geliefd is en waarom. Verwerk dit in je inleiding. Vermeld daar ook dat de reis plaatsvindt in de week voor de meivakantie. Eindig je enquête met: Alvast bedankt voor het invullen van de enquête. 
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Doel: erachter komen welke plaats de leerling het leukste vindt en wat hij/zij daar dan wil doen.
Formuleer tenminste 8 vragen.
Zet de vragen in een goede volgorde.
Noteer in de inleiding waarover de enquête gaat.
Boven de vragen schrijf je hoe de leerling de vragen moet invullen. (ja/nee, meerkeuze, omcirkelen, aankruisen, wegstrepen)
Wissel je enquête uit met dat van een klasgenoot en vul elkaars enquête in.
Stel verbeterpunten voor aan elkaar.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Oefenopdracht enquête
Je maakt de 9 vragen op het papier
Steekwoorden om rekening mee te houden bij het formuleren van jouw enquêtevragen (vraag 7 en 8): aanhef, inleiding, slotzin van je inleiding, festivalterrein, foodfestival, dansfestival, rockopera, picknicken, barbecueën, overlast festivalbezoekers, harde muziek, zwerfvuil, vernielde eigendommen.

Slide 12 - Tekstslide