les 5: Verbindingsmanieren

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Lezen
Korte terugblik vorige les
theorie verschillende leesstrategieën


timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet ik...

  • ....hoe alinea's met elkaar verbonden zijn.






Slide 3 - Tekstslide

Vorige lessen
Les 1: hoofdgedachte - onderwerpen - tekstsoorten en doelen.
Les 2: tekststructuren - hoofd en bijzaken.
Les 3: Leesstrategieën.

Slide 4 - Tekstslide

Op welk leesmanier vind je het onderwerp van de tekst?
A
Globaal lezen
B
Oriënterend lezen
C
Precies lezen
D
Zoekend lezen

Slide 5 - Quizvraag

In welk deel van de tekst vind je de kern (het belangrijkste)?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
D
inleiding en slot

Slide 6 - Quizvraag

Wat doe je als je in een folder de openingstijden van een dierentuin zoekt?
A
De hele tekst precies lezen
B
zoekend lezen
C
oriënterend lezen
D
globaal lezen

Slide 7 - Quizvraag

Verbindingsmanieren

  • Alinea's kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden worden.
1. Een signaalwoord of een signaalwoordgroep
:
  • Steeds minder bedrijven maken gebruik van printers. De onderhoudskosten drukken vaak op de begroting.
  • Verder zijn hoge kosten van cartridges en printers ook een groot probleem. Soms kosten twee van zulke inktpatronen evenveel als de hele printer. (= opsomming)


Slide 8 - Tekstslide

Verbindingsmanieren

  • Aan het begin van de alinea worden worden of een groep woorden uit de vorige alinea herhaald. Dit kan in andere woorden:
  • 2. Een herhaling van een woord of woordgroep
  • Voetballen en andere sportartikelen worden in derdewereldlanden vaak door kinderen gemaakt. De arbeidsomstandigheden zijn nogal eens slecht.  
  • De voetbalbond FIFA vindt dat kinderarbeid niet kan en dat sportartikelen onder goede omstandigheden geproduceerd moeten worden.


Slide 9 - Tekstslide

Verbindingsmanieren
3. Een overgangszin met een verwijzend woord :
  • In de laatste ijstijd was de Noordzee nog land. Je kon helemaal van Nederland naar Engeland lopen. Op die vlakte leefden allerlei dieren die nu zijn uitgestorven, zoals de wolharige mammoet, het reuzehert en de sabeltandtijger.

  • De botten hiervan komen nog steeds regelmatig naar boven in de netten van vissers. Hun sleepnetten schuren immers over de Noordzeebodem waar de overblijfselen van de prehistorische dieren liggen.

Slide 10 - Tekstslide

Verbindingsmanieren
4. Door aankondigende zinnen
  • Een aankondigende zin staat meestal aan het eind van een alinea en vertelt wat je verderop in de tekst kunt verwachten :
  • Laten we eens stuk voor stuk gaan bekijken wat de argumenten van de clubleiding nu echt waard zijn. Ten eerste het gebrek aan geld om nieuwe spelers te kunnen kopen. Als je naar de begroting kijkt, is er voldoende geld. Het wordt echter aan allerlei andere zaken uitgegeven.

  • Laten we eens stuk voor stuk gaan bekijken wat de argumenten van de clubleiding nu echt waard zijn. Ten eerste het gebrek aan geld om nieuwe spelers te kunnen kopen. Als je naar de begroting kijkt, is er voldoende geld. Ze kopen namelijk auto's, spelersbussen en een nieuwe businesslounge. Daarnaast is er afgelopen jaar winst gemaakt.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Open les 5 in LessonUp en maak slide 13 t/m 23.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste vier alinea's ervan.
1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt
2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste drie alinea's ervan.
1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt
2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

De door jou gelezen tekst is niet compleet. Het zijn de eerste vijf alinea's ervan.
1. Bepaal tot en met welke alinea de inleiding loopt
2. Geef aan waarom jij denkt dat dat zo is

Slide 18 - Open vraag

Dit is het slot van de tekst: " 's Ochtends koeien melken, 's middags op het ijs."
Dit is het slot van de tekst: "Pak de tabakslobby keihard aan."
Tekst 1

Tekst 2

Slide 19 - Tekstslide

Het slot van tekst 1 (koeien/schaatsen)
is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting

Slide 20 - Quizvraag

Het slot van tekst 2 (tabakslobby)
is een:
A
herhaling van het standpunt
B
samenvatting
C
aanbeveling/advies
D
toekomstverwachting

Slide 21 - Quizvraag

Welk onderdeel vind jij nog lastig?

Slide 22 - Open vraag

Huiswerk
Maak voor volgende week zelf les 6, 7 in LessonUp. Dit is voor jullie allemaal herhaling.

Slide 23 - Tekstslide