Start hfdst 3 Wonen in Nederland

Wonen in Nederland
Hoofdstuk 3 :Leefbaarheid in Nederland

3.1 Wonen in een verstedelijkte
       omgeving



1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wonen in Nederland
Hoofdstuk 3 :Leefbaarheid in Nederland

3.1 Wonen in een verstedelijkte
       omgeving



Slide 1 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je....
1. Welke soorten wijken hebben zich de afgelopen eeuwen in   de  steden in Nederland gevormd ?

2. Welke processen en welk beleid hebben geleid tot de vorming van verschillende wijken ?

Slide 2 - Tekstslide

1. Wat is leefbaarheid?
2. Wat maakt voor jou een stad/wijk leefbaar?

Slide 3 - Tekstslide

Een verstedelijkt land 

Slide 4 - Tekstslide

Een agglomeratie bestaat uit meerdere plaatsen die aan elkaar vast zijn gegroeid en die samen minder dan 50 000 inwoners hebben. Een stadsgewest is een grote stad of agglomeratie en omringende plaatsen die veel contact hebben, maar die niet aan elkaar zijn vast gegroeid.

Slide 5 - Tekstslide

Een verstedelijkt land

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Kaart

Slide 8 - Tekstslide

Samenhang binnen een stadsgewest
Stadsgewesten functioneren vaak als één ruimtelijk geheel > samenhang tussen centrale stad en het verstedelijkt platteland 
Oorzaak: twee soorten relaties tussen de hoofdkern en omliggende gemeenten: 
1. Woon-werk relaties 
2. Gebruik van voorzieningen (volgende dia)

Slide 9 - Tekstslide

Gebruik van voorzieningen
drempelwaarde
draagvlak
reikwijdte

Bewoners in een stadgewest maken gebruik van voorzieningen in een centrale stad (voorzieningenniveau is hoger)

Slide 10 - Tekstslide

Model van een stad

Slide 11 - Tekstslide

huiswerk
lees 3.1 goed door en maak opdracht 2 tm 5

Slide 12 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je....
1. Welke soorten wijken hebben zich de afgelopen eeuwen in   de  steden in Nederland gevormd ?

2. Welke processen en welk beleid hebben geleid tot de vorming van verschillende wijken ?

Slide 13 - Tekstslide

Een agglomeratie bestaat uit meerdere plaatsen die aan elkaar vast zijn gegroeid en die samen minder dan 50 000 inwoners hebben. Een stadsgewest is een grote stad of agglomeratie en omringende plaatsen die veel contact hebben, maar die niet aan elkaar zijn vast gegroeid.
Groei van steden

Slide 14 - Tekstslide

Contacten tussen steden en omliggende gebieden


●Het aantal contacten tussen stad en platteland neemt toe door:

1. Woon-werkverkeer
2.Hoger voorzieningenniveau in de centrale stad dus maken de bewoners
    hier gebruik van:
 (winkels, middelbare school, ziekenhuis, restaurant, supermarkt)




Slide 15 - Tekstslide

Model van een stad


Pak je boek er bij (blz 125)

Slide 16 - Tekstslide

Historische binnenstad en stadscentrum
historische binnenstad:
compact stadsdeel (dicht op elkaar)
oudste deel
smalle straatjes 


stadscentrum: CBD
hoogbouw met winkels, kantoren en appartementen

Slide 17 - Tekstslide

Negentiende-eeuwse wijken
-Gebouwd tussen 1870-1900
-fabrieken aan spoorlijn, kanaal of rivier..de woningen hier vlakbij gebouwd
- slecht gebouwd, geen riolering
NU:
-veel gerenoveerd of gesloopt
-veel fabrieken omgetoverd tot allerlei ruimtes in creatieve/culturele sector

Slide 18 - Tekstslide

Vooroorlogse wijken
1900-1940
-door urbanisatie grote groei in de steden
-door Woningwet 1901 betere woningen met riolering en waterleiding
- toename koopwoningen

Slide 19 - Tekstslide

Naoorlogse (flat)wijken
1945-1970
- groot tekort aan woningen (babyboom, vernieling WOII)
- systeembouw (gericht op snel en goedkoop wonen)
- na 1960 veel bewoners vertrokken en gastarbeiders kwamen hiervoor in de plaats (relatief goedkoop)

Slide 20 - Tekstslide

Bloemkoolwijken vanaf 1970
- laagbouw met veel groen
-meer welvaart dus meer koopwoningen met tuin
- bijzonder stratenpatroon
- woonerven en hofjes

Slide 21 - Tekstslide

Historische binnenstad
19e eeuwse arbeiderswijk
Vooroorlogse stadswijk
Na-oorlogse wijk (portiekwoning)
Na-oorlogse wijk ((bloemkoolwijk)

Slide 22 - Sleepvraag

Deconcentratiebeleid van overheid (Nota's) vanaf jaren 1970


-Suburbanisatie  (vanaf 1970)
-Groeikernen (vanaf 1974)


Slide 23 - Tekstslide

Concentratiebeleid
vanaf 1980
-re-urbanisatie
-compacte stadbeleid: Het overheidsbeleid, vooral vanaf de VINEX, gericht op een intensiever gebruik van de stedelijke ruimte en gericht op een versterking van de stedelijke functies. (vooral de woonfunctie).

Slide 24 - Tekstslide

Vinex-wijken
vanaf 1991
- grote nieuwbouwwijken in of nabij steden 
- doel: landelijkheid behouden door te bouwen aan rand van de stad en door meer openbaarvervoer aan te bieden  files te verminderen.
- bewoners gaan toch met auto naar het werk (relatief hoge inkomens)

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
maak opdracht 6 en 7 van paragraaf 3.1

Slide 26 - Tekstslide

1870 - 1960
1960 - 1980
vanaf 1980
urbanisatie
suburbanisatie
re-urbanisatie

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

3.2 Leefbaarheid

Slide 33 - Tekstslide