strip (1)

Welkom!
Pak erbij:
pen
zwarte schrift


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak erbij:
pen
zwarte schrift


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag vrijdag 23 juni:
Eerst herhalen van spreekwoorden. 
Lesje over strips, strips lezen, vragen beantwoorden. 

En ook: examenvragen beantwoorden: individueel. 

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Welke 10 spreekwoorden zie je?
Lisa had slecht geleerd voor haar toets Nederlands. Maar een vos verliest zijn streken niet. Misschien kon ze wel afkijken! Ze zou dit varkentje wel even wassen. Misschien zat ze naast Oleg, hij schreef heel duidelijk. Dan viel ze met haar neus in de boter.
Als ze een antwoord niet wist, sprak ze over koetjes en kalfjes om maar een antwoord te hebben staan. Ze voelde zich als een vis in het water.
Oei, de docent liep langs. Ze moest eieren voor haar geld kiezen. Als ze nu zou afkijken, zou ze met vuur spelen.
Haar vader spiekte ook op elke toets, natuurlijk de appel valt niet ver van de boom.
De docent keek haar kant uit, maar ze was als een wolf in schaapskleren.
Oeps, Oleg had zijn blaadje omgedraaid en bij Vera kijken was niet mogelijk. Haar handschrift was als zoeken naar een speld in een hooiberg. 

Slide 4 - Tekstslide

Komende lessen
- gaan we het hebben over strips
- aan het einde van deze lessen kun je zelf een strip maken

Slide 5 - Tekstslide

Deze les
- Wat is een strip?
- Wat weet jij al van strips?
- Welke strips vind jij leuk?
- Je kunt benoemen welke en waarom je strips leuk vindt.

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet jij al van strips?

Slide 7 - Tekstslide

Strips
Een ‘strip’ is het Engelse woord voor ‘strook’ of ‘reep’.
Een stripverhaal is een verhaal dat wordt verteld met plaatjes.
Plaatjes zijn vaak makkelijker te begrijpen dan geschreven tekst en leuker om naar te kijken.

De meeste strips bevatten ook tekst.
Deze tekst staat in ballonnetjes boven de personen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Strips zijn...
- grappig
- leuk
- vrolijk
- spannend

Slide 10 - Tekstslide

Waar denk je dat dit over gaat?

Slide 11 - Tekstslide

Waar denk je dat dit over gaat?

Slide 12 - Tekstslide

00.45-1.45

Slide 13 - Tekstslide

Waar denk je dat deze strip overgaat?

Slide 14 - Tekstslide

Waar denk je dat deze strip overgaat?

Slide 15 - Tekstslide

Waarom maken mensen een strip?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Lees de strips
Beantwoord deze vragen: 
  • Is er één hoofdpersoon? Wie zijn de bijpersonen?
  • Wat wil de hoofdpersoon bereiken? Wat doet hij/zij?
  • Waar gaat het verhaal over?
  • Beschrijf de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt.
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Strips:
Humor
Lay-out
Personages

Slide 20 - Tekstslide

Humor
In een stripje wordt vaak humor gebruikt. 

Slide 21 - Tekstslide

Humor
In een stripje wordt vaak humor gebruikt. 

Slide 22 - Tekstslide

Humor
In een stripje wordt vaak humor gebruikt. 

Slide 23 - Tekstslide

Lay-out

Slide 24 - Tekstslide

Lay-out
onomatopee
woorden die klinken zoals ze zijn

Slide 25 - Tekstslide

Tekst plaats je in tekstballonnen

Slide 26 - Tekstslide

Personages
In deze opdracht ga je je eigen stripfiguur bedenken.
Beantwoord na het maken van je figuur de volgende vragen:
Hoe heet je personage?
Wat voor figuur is je personage?
Hoe oud is hij of zij ongeveer?
In welke omgeving woont hij of zij?
Heeft hij of zij veel vrienden / vijanden? Wie zijn dat?
Welke avonturen beleeft hij of zij?

Slide 27 - Tekstslide

Kort verhaal in 6-9 plaatjes
Je maakt een verhaal in 6 tot 9 plaatjes.
Elk plaatje bevat tekst.
Je mag onomatopeeën gebruiken, maar gebruik ook andere tekst. 
Maak een combinatie van tekst en beeld.
Zet tekst in tekstballonnen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide