Nederlands BBL les 9 april 2023

Nederlands les 9 april 2023
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands les 9 april 2023

Slide 1 - Tekstslide

Welke uitspraak geldt voor jou over de LessonUplessen over werkwoordspelling (linkjes gemaild)?
Ik heb het niet geprobeerd
Ik heb één lesje geprobeerd
Ik heb meer lesjes geprobeerd

Slide 2 - Poll

Graag een korte reactie als je het hebt geprobeerd: had je er iets aan?Is het goed zelfstandig te doen? Verbetertips?

Slide 3 - Open vraag

Zou je meer onderwerpen zelfstandig willen oefenen via LessonUp? Zo ja: welke?

Slide 4 - Open vraag

zakelijke correspondentie

Slide 5 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je weet wat het verschil is tussen formele en informele taal;
  • Je kent de opbouw van een zakelijke e-mail;
  • Wat komt er in je e-mail?
  • Je kunt het onderwerp van een zakelijke e-mail formuleren. 

Slide 6 - Tekstslide

Geef voorbeelden van
een zakelijke brief of e-mail?


Slide 7 - Woordweb

Formele taal
Wat?  - Taal die je gebruikt in zakelijke,  serieuze situaties. 

Wanneer? - als je praat of schrijft met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die  belangrijk zijn,  in een zakelijke situatie.


Slide 8 - Tekstslide

Formele taal - hoe?
  • duidelijk
  • kort en bondig - geen overbodige informatie 
  • beleefd: respect voor de lezer, nette woorden, meestal 'u'
  • foutloos: spelling, leestekens en zinsbouw zijn correct

Slide 9 - Tekstslide

Informele taal
  •  in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. 
  •  als je een berichtje schrijft naar een vrienden of bekenden. In persoonlijke situaties dus.
  • spreektaal mag

Het betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.

Slide 10 - Tekstslide

Welk woord hoort bij 'formeel'?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk

Slide 11 - Quizvraag

Horen de woorden/ zinnetjes in een persoonlijke of in een zakelijke e-mail? 
Zet ze in het juiste rijtje. De rijtjes worden even lang.
Zakelijke brief
Persoonlijke brief
Beste
Geachte
Alvast bedankt
Bij voorbaat dank
Jammer genoeg
Tot mijn spijt
Groetjes
Met vriendelijke groet
Gauw
Spoedig

Slide 12 - Sleepvraag

e-mail: digitaal verstuurd

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een juiste aanhef bij een zakelijke brief of e-mail?
A
Hoi
B
Hallo
C
Geachte
D
Geen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief of e-mail?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Houdoe!
D
Later!

Slide 18 - Quizvraag

onderwerp van een e-mail
Schrijf boven je e-mail altijd waar het over gaat: het onderwerp.
Dat doe je met één of een paar woorden.


Slide 19 - Tekstslide

Je hebt een laptop gekocht en hebt hierover een klacht. Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt.
Wat zet je bij 'onderwerp' boven je e-mail?

Slide 20 - Open vraag

Wat moet er als onderwerp boven de mail die je aan de docent Nederlands moet sturen? Kijk in de opdracht....

Slide 21 - Open vraag

Waar moet je aan denken voordat je gaat schrijven?
  • Bedenk waar je brief of e-mail over gaat: het onderwerp
  • Bedenk aan wie je het stuurt en waarom: welk schrijfdoel?
  • Moet je  formeel of informeel schrijven?
  • Bedenk hoe een goede e-mail of brief eruit ziet:
  1. Begin nooit met 'Ik' in de inleiding
  2. Inleiding, kern en slot
  3. Maak alinea's
  4. Blijf altijd netjes en beleefd


Slide 22 - Tekstslide

Welke aanhef is helemaal goed?
A
Hoi mevrouw,
B
Geachte C. de Waart,
C
Beste Mevrouw De Waart
D
Geachte mevrouw De Waart,

Slide 23 - Quizvraag

En nu: de inhoud
Wat komt er in je e-mail?
Hoe schrijf je dat netjes op?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Inleiding:
Formeel beginnen. Niet met IK.
Beschrijf hier waarom je de brief of e-mail gaat schrijven ( de aanleiding)
Maak duidelijk wie je bent en waarom je  schrijft. 


Middenstuk= kern: 
Hier geef je alle informatie. Je kunt het ook opdelen in twee alinea’s! Zorg dat het overzichtelijk blijft!



Slot: Je geeft hier aan wat je wil bereiken. ( Uitnodigen?, Geld terug? Enzovoort)

Slotzin: Bedanken voor het lezen en netjes vragen om een reactie.

Slide 26 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
slot
inleiding
kern  
aanhef
afsluiting

Slide 27 - Sleepvraag

Huiswerkopdracht, inleveren  voor 18 april

Slide 28 - Tekstslide

huiswerkboekje "Lezen"
Niet verplicht
om het komende periode een beetje bij te houden
goede antwoorden in P3 op Teams

Slide 29 - Tekstslide