Duitsland - taalweetjes

Duitsland
Wat weten we van Duitsland of denken we te weten ?
En over de taal?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Duitsland
Wat weten we van Duitsland of denken we te weten ?
En over de taal?

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het duitse woord:
Fremdschämen
A
Bang om tegen onbekende mensen te praten
B
je schaamt je voor mensen omdat je iets niet weet
C
Je kapot schamen voor wat iemand anders doet.
D
Je schaamt je voor je ex-vriend/-in

Slide 2 - Quizvraag

Beieren istaat bekend om zijn: Lederhosen, bier en conservatisme.
Welke streek is bekend om zijn koekoeksklokken?
A
Köln
B
Hamburg
C
Berlin
D
Schwarzwald

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent het woord:
Kummerspeck
A
Spek dat je eet bij rouw
B
Gewicht dat je aankomt door verdriet
C
Vet dat je krijgt door je schoonmoeder
D
Gewicht dat je aankomt door veel fris te drinken

Slide 4 - Quizvraag

"Ich verstehe nur Bahnhof."
Wat betekent deze uitdrukking?
A
Ik ga naar het station.
B
Het is veel te rumoerig hier.
C
Ik begrijp er helemaal niets van
D
Een pannenkoek voor kleine kinderen

Slide 5 - Quizvraag

"Da steppt der Bär"
Wat betekent deze uitdrukking?
A
Daar is de dierentuin.
B
Hij/zij loopt als een beer.
C
Hij/zij vreet als een beer
D
Daar is het feest.

Slide 6 - Quizvraag

"Jetzt geht’s um die Wurst"
Wat betekent deze uitdrukking?
A
Nu wordt het serieus.
B
Welke worst is de lekkerste?
C
En wie moet er nu betalen?
D
Ik ga naar de slager.

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking:
"Da liegt der Hund begraben"
A
Iemand is overleden.
B
Daar zit het probleem.
C
Het is saai daar.
D
Daar hebben we de bot voor de hond verstopt.

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking:
"Die beleidigte Leberwurst spielen"
A
Je heel erg beledigd gedragen.
B
Iets zeggen wat je later betreurt.
C
Je beter voordoen dan je bent.
D
Je kunt geen toneel spelen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking:
"Ich glaub, mein Schwein pfeift!"
A
Ik sta versteld.
B
Mijn huisdier is gek.
C
Iemand liegt.
D
De varkens maken veel lawaai vandaag.

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking:
"Tomaten auf den Augen haben"
A
Ik draag een bril.
B
Alweer vergeten tomaten te kopen?
C
Ik zie ... ik zie, wat jij niet ziet.
D
Niet zien wat duidelijk is.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een typisch duitse gewoonte?
A
Op tijd zijn = te laat.
B
Veters twee keer achter elkaar strikken.
C
Een glas melk drinken 's ochtends.
D
Elke zaterdag de auto wassen.

Slide 12 - Quizvraag

Nog een echte duitse gewoonte.
A
Elke weekend naar de kerk gaan.
B
Zondags wordt er groentensoep gegeten.
C
Elke zaterdag worden de schoenen gepoetst.
D
Stilte in de trein is heilig.

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent
"Backpfeifengesicht"
A
Een knalrood gezicht.
B
Een gezicht dat vraagt om een klap.
C
Uitdrukking voor een pijproker.
D
Dit is geen bestaand woord.

Slide 14 - Quizvraag

Kun je in Duitsland legaal uit een gevangenis ontsnappen?
A
Ja en dan ben je vrij man/vrouw.
B
Nee.
C
Ja, maar schade en geweld is wel strafbaar.
D
Nee, maar je mag het wel proberen.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het duitse woord voor scheepvaart?
A
Schifahrt
B
Schiffahrt
C
Schifffahrt
D
schiffffahrt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het Duitse woord voor:
douaneopslagruimte
A
Zollllagerraum
B
Zolllagerraum
C
Zollagerraum
D
Zolagerraum

Slide 17 - Quizvraag

Er bestaan in het duits woorden met 3 t's achter elkaar. Welk woord hieronder is fout geschreven?
A
Betttuch
B
Wettturnier
C
Zeltttuch
D
Wettteilnahme

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de kleuren van de duitse vlag van boven naar beneden:

A
zwart - geel - rood
B
Zwart - rood - geel
C
Rood - geel - zwart
D
geel - rood - zwart

Slide 19 - Quizvraag


Mag je op de duitse Autobahn
180 KM/H rijden?
A
Nee, nooit. Veel te gevaarlijk.
B
Ja, maar alleen BMWs en Mercedessen.
C
Nee, Maximaal 130 km/H
D
Ja, met uitzonderingen op bepaalde wegen.

Slide 20 - Quizvraag

Even een laatste vraag, weetje voor de toekomst...
Mag je in Duitsland zonder brandstof komen te staan op de Autobahn?
A
Ja, waarom niet?
B
Nee, want het is dom.
C
Nee, tenzij je een BMW of Mercedes hebt.
D
Nee, het is een voorkombare fout, dus strafbaar.

Slide 21 - Quizvraag