Week 7

Week 7
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 140 min

Onderdelen in deze les

Week 7

Slide 1 - Tekstslide

Lesson 1

Slide 2 - Tekstslide

Reading test
Done? NO LAPTOPS!
Grab a book.
timer
45:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesson 2

Slide 4 - Tekstslide

What is the Future?

Slide 5 - Tekstslide

Today we are learning 3 words 
Going to be
Will 
Shall

Slide 6 - Tekstslide

To be

Welke woorden horen hier bij?

Slide 7 - Tekstslide

To be going to
Als je praat over de toekomst praat, 
gebruik je am/are/is + going to +  het hele werkwoord
Wanneer gebruik ik hem?

Slide 8 - Tekstslide

To be going to
1. Als je iets in de toekomst hebt afgesproken.
I am going to clean my room.
2. Als er op het moment van spreken aanwijzingen zijn.
It's (it is) going to rain.

Slide 9 - Tekstslide

Future
Will

Shall

Slide 10 - Tekstslide

Future: Will
Welke vormen van Will heb je?

?

Slide 11 - Tekstslide

Future: Will
Welke vormen van Will heb je?
Bevestigend: Will
Ontkennend: Won't 
Afgekort: I'll (I will)

Slide 12 - Tekstslide

Future: Will
1. Als je een beslissing neemt terwijl je praat
Can you help me with my homework?
Okay, I will help you with your homework
2. Bij een belofte, wens, verzoek of voorspelling
I will call you later.

Slide 13 - Tekstslide

Future: Shall
1. Je kunt shall alleen gebruiken bij I en We.
Shall we go for a walk?
2. Je gebruikt shall om te vragen naar een mening of om iets voor te stellen.
What shall we do about the broken printer?

Slide 14 - Tekstslide

Practice
Klaar? Weektaak Unit 4 lesson 5 1 t/m 5
Over 15 minuten gaan we het werkblad bespreken
Extra opdrachten in Magister
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Lesson 3

Slide 16 - Tekstslide

Reading
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Much or many?

Slide 18 - Tekstslide

Much or many?
De betekenis is hetzelfde, beide betekenen 'veel' of een synoniem daarvan. 

Er zit echter een verschil in gebruik:

Slide 19 - Tekstslide

Many and Much
In vragend en ontkennende zinnen word Many en Much gebruikt

Do you know how many lessons I'll need - Telbaar
I don't need much spending money - ontelbaar

Slide 20 - Tekstslide

Many and Much
In bevestigende zinnen word many en much weinig gebruikt.

Om many en much in een bevestigende zin te gebruiken moet er so, as of too in de zin staan.

He has got so many friends - telbaar
I've got as much money as he has - Ontelbaar


Slide 21 - Tekstslide

A lot of 
A lot of word gebruikt in bevestigende zinnen.
A lot of kan telbaar en ontelbaar zijn.

Slide 22 - Tekstslide

A lot of 
Example:

A lot of of money was spent at the carnival.
A lot of employees were happy with their Christmas present.

Slide 23 - Tekstslide

(a) little & (a) few
De betekenis van beide woorden is ongeveer hetzelfde. Afhankelijk van waar het over gaat kies je tussen onder andere:

Een paar, een beetje, weinig, enz

Slide 24 - Tekstslide

(a) little & (a) few
(a) little
  • uncountable
  • We have little time left to catch the train.
(a) few
  • countable
  • A few of my friends are coming over for my birthday tonight.

Slide 25 - Tekstslide

Little does not mean ''klein'' in this case

Slide 26 - Tekstslide

"Mom, I'm going to bake a .............. cupcakes this afternoon. All my friends want to taste them. How .............. eggs do we still have? And how ............. butter is in the fridge?" 

Mom: "Ow, let me check. It looks like there is only a ............ eggs left. And there is also just a ............ butter. I don't think you will have enough. I'm doing groceries later today. I'll bring you some." 
much
many
little
few
lot of

Slide 27 - Sleepvraag

Weektaak
Klaar? Extra opdrachten in Magister
Lezen

timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide