In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 140 min
Onderdelen in deze les
Week 7
Slide 1 - Tekstslide
Lesson 1
Slide 2 - Tekstslide
Reading test
Done? NO LAPTOPS!
Grab a book.
timer
45:00
Slide 3 - Tekstslide
Lesson 2
Slide 4 - Tekstslide
What is the Future?
Slide 5 - Tekstslide
Today we are learning 3 words
Going to be
Will
Shall
Slide 6 - Tekstslide
To be
Welke woorden horen hier bij?
Slide 7 - Tekstslide
To be going to
Als je praat over de toekomst praat,
gebruik je am/are/is + going to + het hele werkwoord
Wanneer gebruik ik hem?
Slide 8 - Tekstslide
To be going to
1. Als je iets in de toekomst hebt afgesproken.
I am going to clean my room.
2. Als er op het moment van spreken aanwijzingen zijn.
It's (it is) going to rain.
Slide 9 - Tekstslide
Future
Will
Shall
Slide 10 - Tekstslide
Future: Will
Welke vormen van Will heb je?
?
Slide 11 - Tekstslide
Future: Will
Welke vormen van Will heb je?
Bevestigend: Will
Ontkennend: Won't
Afgekort: I'll (I will)
Slide 12 - Tekstslide
Future: Will
1. Als je een beslissing neemt terwijl je praat
Can you help me with my homework?
Okay, I will help you with your homework
2. Bij een belofte, wens, verzoek of voorspelling
I will call you later.
Slide 13 - Tekstslide
Future: Shall
1. Je kunt shall alleen gebruiken bij I en We.
Shall we go for a walk?
2. Je gebruikt shall om te vragen naar een mening of om iets voor te stellen.
What shall we do about the broken printer?
Slide 14 - Tekstslide
Practice
Klaar? Weektaak Unit 4 lesson 5 1 t/m 5
Over 15 minuten gaan we het werkblad bespreken
Extra opdrachten in Magister
timer
15:00
Slide 15 - Tekstslide
Lesson 3
Slide 16 - Tekstslide
Reading
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Much or many?
Slide 18 - Tekstslide
Much or many?
De betekenis is hetzelfde, beide betekenen 'veel' of een synoniem daarvan.
Er zit echter een verschil in gebruik:
Slide 19 - Tekstslide
Many and Much
In vragend en ontkennende zinnen word Many en Much gebruikt
Do you know how many lessons I'll need - Telbaar
I don't need much spending money - ontelbaar
Slide 20 - Tekstslide
Many and Much
In bevestigende zinnen word many en much weinig gebruikt.
Om many en much in een bevestigende zin te gebruiken moet er so, as of too in de zin staan.
He has got so many friends - telbaar
I've got as much money as he has - Ontelbaar
Slide 21 - Tekstslide
A lot of
A lot of word gebruikt in bevestigende zinnen.
A lot of kan telbaar en ontelbaar zijn.
Slide 22 - Tekstslide
A lot of
Example:
A lot of of money was spent at the carnival.
A lot of employees were happy with their Christmas present.
Slide 23 - Tekstslide
(a) little & (a) few
De betekenis van beide woorden is ongeveer hetzelfde. Afhankelijk van waar het over gaat kies je tussen onder andere:
Een paar, een beetje, weinig, enz
Slide 24 - Tekstslide
(a) little & (a) few
(a) little
uncountable
We have little time left to catch the train.
(a) few
countable
A few of my friends are coming over for my birthday tonight.
Slide 25 - Tekstslide
Little does not mean ''klein'' in this case
Slide 26 - Tekstslide
"Mom, I'm going to bake a .............. cupcakes this afternoon. All my friends want to taste them. How .............. eggs do we still have? And how ............. butter is in the fridge?"
Mom: "Ow, let me check. It looks like there is only a ............ eggs left. And there is also just a ............ butter. I don't think you will have enough. I'm doing groceries later today. I'll bring you some."