H/V1 - Aller + herhaling

Aujourd'hui
Herhaling
- avoir
- être
- passé composé

Nieuw werkwoord: aller
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui
Herhaling
- avoir
- être
- passé composé

Nieuw werkwoord: aller

Slide 1 - Tekstslide

il,elle,on
nous
vous
ils,elles
tu
J'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 2 - Sleepvraag

Welke vorm hoort er op de open plek?
Nous ... un chien
A
a
B
ai
C
avons
D
avez

Slide 3 - Quizvraag

Romain et Luc =
A
il
B
elle
C
ils
D
elles

Slide 4 - Quizvraag

Romain et Luc ... 2 frères
A
a
B
ont
C
as
D
avons

Slide 5 - Quizvraag

suis
es
est
sommes
êtes
sont
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils

Slide 6 - Sleepvraag

Welke vorm hoort op de open plek?
Je ...... Hollandaise
A
est
B
es
C
suis
D
être

Slide 7 - Quizvraag

Nous ...... à Assen
A
être
B
sont
C
êtes
D
sommes

Slide 8 - Quizvraag

Sophie et Luc =
A
il
B
elle
C
elles
D
ils

Slide 9 - Quizvraag

Sophie et Luc ... sympas
A
suis
B
est
C
êtes
D
sont

Slide 10 - Quizvraag

Le passé composé

Slide 11 - Tekstslide

In welke zin staat een passé composé?
A
J'ai visité Londres
B
Je visite Londres

Slide 12 - Quizvraag

Nous (manger) ... un sandwich
A
mangeons
B
mangé
C
avons mangé
D
mangez

Slide 13 - Quizvraag

Tu (regarder) ... la télé

Slide 14 - Open vraag

Il (chanter) une chanson

Slide 15 - Open vraag

ALLER
 = gaan

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

je vais  = ik ga
tu vas = jij gaat
il va = hij gaat
elle va = zij gaat
on va = men gaat
             / we gaan


nous allons = wij gaan
vous allez = jullie gaan               / U gaat
ils vont = zij gaan  [mannelijk]
elles vont = zij gaan  [vrouwelijk]

Slide 18 - Tekstslide

Tu (aller)
A
vais
B
as
C
es
D
vas

Slide 19 - Quizvraag

Martin....au marché.
A
va
B
vont
C
vas
D
vais

Slide 20 - Quizvraag

Isabelle et Benjamin ....
au restaurant
A
vais
B
vont
C
va
D
allons

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video