H 2 De klantreis

Welkom
Klantreis deel A
1 / 76
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 76 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Klantreis deel A

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor aankomende 10 weken
Kleine hoofdstukken in 1 week
Grote hoofdstukken in 2 weken

5 buitenopdrachten maken. moeten serieus gemaakt zijn als voorwaarde voor het maken van de toets


Slide 2 - Tekstslide

Planning
Terugblik
lesdoelen
Theorie
Opdracht

Slide 3 - Tekstslide

De nadruk ligt vooral op het verkopen van de producten of diensten.
A
Klantgerichte benadering
B
Gastvrije benadering

Slide 4 - Quizvraag

Binnen welke strategie is persoonlijke verkoop een belangrijk promotie-instrument?
A
Prijs-distributie
B
Service-distributie

Slide 5 - Quizvraag

Waarom moet je winkelexterieur er uitnodigend en netjes uit zien?
A
zorgt voor een mooi pand in de winkelstraat
B
klanten verleiden om naar binnen te komen
C
vastgesteld door de gemeente

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort niet bij het winkelinterieur?
A
Gevel
B
Winkelinrichting
C
Vloerplan
D
Routing

Slide 7 - Quizvraag

Een webshop is gericht op zelfbediening
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Na vandaag
  • Weet je uit welke stappen de klantreis bestaat.

Slide 9 - Tekstslide

H2 de klantreis
Wat weet je al over de klantreis?

Slide 10 - Tekstslide

H1 Hospitality
In dit hoofdstuk leer je:
  • 2.1 Verloop van de klantreis
  • 2.2 De klantreis - bewustwording
  • 2.3 De klantreis - onderzoek
  • 2.4 De klantreis - aankoop
  • 2.5 De klantreis - gebruik
  • 2.6 De klantreis - trouw
  • 2.7 Klanttypen
  • 2.8 Klantgedrag
  • 2.9 Invloeden op klantgedrag
  • 2.10 Besluitvormingsproces

Slide 11 - Tekstslide

H2.1 Verloop van de klantreis
Klantreis = Customer Jouney

Een klant die een artikel of dienst wil kopen, doorloopt een aantal stappen. Welke zijn dit?



Slide 12 - Tekstslide

H2.1 Verloop van de klantreis
Een klant die een artikel of dienst wil kopen, doorloopt een aantal stappen. Welke zijn dit?
  • 1. Bewustwording:  bewust worden van je behoefte aan het artikel
  • 2. Onderzoek:   het lezen van reviews, blogs, folders en zelf kijken
  • 3. Aankoop:   het kopen van het artikel
  • 4. Gebruik:   het gebruik van het artikel
  • 5. Trouw:   herhalingsaankopen doen bij hetzelfde bedrijf

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
koppel 1 van de stappen aan een voorbeeld
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

H2.1 Verloop van de klantreis
Opdracht: 1. Bewustwording 2. Onderzoek 3. Aankoop 4. Gebruik 5. Trouw
Koppel de onderstaande voorbeelden aan 1 van de stappen in de klantreis.
1. bewustwording= A. De klant ziet een advertentie op social media
2. onderzoek= E. De klant bezoekt de website of webshop
3. Aankoop= C. De klant rekent via het winkelwagentje af
4. gebruik= B. De klant is geabonneerd op de nieuwsbrief
 5. trouw= D. De klant belt met de klantenservice


Slide 15 - Tekstslide

Touchpoint = Het moment waarom de klant tijdens de klantreis contact heeft met een bedrijf, product of merk.

Slide 16 - Tekstslide

H2.1 Verloop van de klantreis
Soepel verloop van de klantreis.
Wat kan een reden zijn dat een klant afhaakt bij een online winkel?
  • Trage website
  • Hoge bezorgkosten
  • Kosten voor retourzending
  • Lange levertijd

Slide 17 - Tekstslide

H2.1 Verloop van de klantreis
Soepel verloop van de klantreis. Wat kan een reden zijn dat een klant afhaakt bij een fysieke winkel?

  • Een lange wachtrij
  • Onduidelijke product presentatie
  • Onvriendelijk personeel
  • Slechte service


Slide 18 - Tekstslide

Wat is een Touchpoint?
A
Het moment dat de klant afrekent en het afrondend gesprek heeft
B
Ieder moment waarop de klant tijdens zijn klantreis contact heeft met een bedrijf, product of merk.

Slide 19 - Quizvraag

H2.2 De klantreis-bewustwording
De bewustwordingsfase

  • Als een klant iets nodig heeft, een probleem ervaart of iets graag wil, wordt hij zich bewust van zijn behoefte aan een product of dienst
  • Soms begint de klantreis al voordat de klant dit zelf doorheeft. Bijvoorbeeld omdat de klant een advertentie ziet.


Slide 20 - Tekstslide

H2.2 De klantreis-bewustwording
Van bewustwording naar onderzoek

  • Na de bewustwording van je behoefte zal je op onderzoek uitgaan om meer informatie te verkrijgen

Slide 21 - Tekstslide

H2.3 De klantreis- onderzoek
De onderzoeksfase: Hoe kan een klant onderzoek doen naar een product of dienst?
  • Brochures
  • Folders
  • Zoekmachines
  • Websites
  • Social media
  • Reviewsites
  • Klantreviews op YouTube
  • Productvideo’s

Slide 22 - Tekstslide

H2.3 De klantreis- onderzoek
Wie is jou klant?
Een winkel richt zich op een bepaalde doelgroep:
- Wat is de gemiddelde leeftijd?
- Hoe doen ze een aankoop?
- Welke informatie hebben ze behoefte aan?
- Hoeveel geld hebben ze te besteden?
- Kopen ze vertrouwde producten of staan ze open voor nieuwe producten?

Slide 23 - Tekstslide

H2.3 De klantreis- onderzoek
Online vindbaarheid
Wat was het ook alweer?


  • SEO = search engine optimisation
  • SEA = search engine advertisement


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Van welke soort online marketingactiviteit is dit een voorbeeld
A
SEA
B
SEO

Slide 27 - Quizvraag

H2.4 De klantreis- aankoop
De aankoopfase:
Na de bewustwording en het onderzoek gaat de klant over op een aankoop.
 redenen voor wel/geen aankoop kunnen zijn:
- Prijs, informatie en service van de winkel zijn (niet) goed
- Tijdens onderzoek erachter komen dat het product niet nodig is

Slide 28 - Tekstslide

H2.4 De klantreis- aankoop
Hoe kan een winkel voor een soepele klantreis zorgen? Noteer 3 voorbeelden.
  • Vriendelijke ontvangst door een medewerker
  • Vriendelijk en deskundig personeel in de winkel
  • Voldoende keuze in de winkel
  • Goede en duidelijke informatie in de winkel
  • Uitgebreide productinformatie
  • Duidelijke productfoto’s
  • Klantenreviews op de website
  • Een goed bereikbare klantenservice

Slide 29 - Tekstslide

H2.5 De klantreis- gebruik
De gebruiksfase
Hoe kan een winkel de gebruiksfase van een klant soepel laten verlopen?
  • Gebruikshandleiding
  • Instructievideo’s
  • Klantenservice
  • Installatiehulp

Slide 30 - Tekstslide

Einde 
Buitenopdracht: assortiment bedrijf 1
Volgende week:
  •  Verder met hoofdstuk 2
  • Buitenopdracht: assortiment bedrijf 2 + reflectie 

Slide 31 - Tekstslide

leerdoelen behaald?
  • Weet je uit welke stappen de klantreis bestaat.

Slide 32 - Tekstslide

Welkom
Klantreis deel A

Slide 33 - Tekstslide

Planning voor aankomende 10 weken
Kleine hoofdstukken in 1 week
Grote hoofdstukken in 2 weken

5 buitenopdrachten maken. moeten serieus gemaakt zijn als voorwaarde voor het maken van de toets

Inleveren in teams


Slide 34 - Tekstslide

Planning
Terugblik
lesdoelen
Theorie
Opdracht

Slide 35 - Tekstslide

Uit hoeveel fasen bestaat een klantreis?
A
Drie fasen
B
Vier fasen
C
Vijf fasen
D
Zes fasen

Slide 36 - Quizvraag

Als je je realiseert dat je iets nodig hebt dan zit je in de ......... van de klantreis
A
Aankoopfase
B
Onderzoeksfase
C
Bewustwordingsfase
D
Gebruiksfase

Slide 37 - Quizvraag

Jan vergelijkt de prijzen online.
Bij welke fase van de klantreis hoort dit?
A
Bewustwoording
B
Onderzoek
C
Aankoop
D
Trouw

Slide 38 - Quizvraag

Jan krijgt een kortingsbon voor haar volgende aankoop.
Bij welke fase van de klantreis hoort dit?
A
Onderzoek
B
Aankoop
C
Gebruik
D
Trouw

Slide 39 - Quizvraag

Wat is een Touchpoint?
A
Het moment dat de klant afrekent en het afrondend gesprek heeft
B
Ieder moment waarop de klant tijdens zijn klantreis contact heeft met een bedrijf, product of merk.

Slide 40 - Quizvraag

leerdoelen 
  • Weet je welke verschillende klanttypes er zijn.

Slide 41 - Tekstslide

H2.6 De klantreis- trouw
Trouw creëren kan op verschillende manieren:

  • Loyaliteitsprogramma’s
  • Een account aan laten maken
  • De mening van de klant vragen

Slide 42 - Tekstslide

H2.6 De klantreis- trouw
Loyaliteitsprogramma’s:
  • Acties gericht op het opbouwen van een duurzame relatie met vaste klanten
  • Het vasthouden of behouden van klanten noem je retentie of klantretentie
Het belonen van vaste klanten

Slide 43 - Tekstslide

H2.6 De klantreis- trouw
Zachte en harde voordelen
  • Harde voordelen zijn loyaliteitsprogramma’s die direct te vertalen zijn in geld
Een voorbeeld hiervoor zijn Airmiles
  • Zachte voordelen zijn er om een lange termijn relatie op te bouwen met de klant
Voorbeelden hiervan zijn: nieuwsbrief, informatie afgestemd op de consument, speciale koopavonden voor vaste klanten, klantenkaart


Slide 44 - Tekstslide

H2.6 De klantreis- trouw
Wat zijn de voordelen van de retailer van een klantenkaart?
  • Hij kan precies zien welke aankopen elke klant doet
  • Hij weet waar (in welk filiaal bijvoorbeeld) de aankopen zijn gedaan
  • Hij kan zien hoeveel geld deze klant besteedt
  • Hij kan zien hoe vaak de klant in de winkel komt om aankopen te doen
  • Hij doet aan klantenbinding. Omdat de klant voordelen heeft, zal deze vaker terugkomen


Slide 45 - Tekstslide

H2.6 De klantreis- trouw
Een account aan laten maken:
  • Tijdens een aankoop op een webshop wordt gevraagd om een account aan te maken.
  • Maakt het gemakkelijk om nogmaals een aankoop te doen.
  • Ook kan de verkoper duidelijk zien wie de verkoper is en wat diegene koopt.

Slide 46 - Tekstslide

H2.6 De klantreis- trouw
De mening van de klant vragen:
  • Vragen om de mening van de klant kan veel inzicht geven in de aankoop
Dit kan door middel van:
  • Vragen om een review te schrijven
  • Het beoordelen van de aankoop d.m.v. een cijfer.

Slide 47 - Tekstslide

Jan krijgt een kortingsbon voor haar volgende aankoop.
Bij welke fase van de klantreis hoort dit?
A
Onderzoek
B
Aankoop
C
Gebruik
D
Trouw

Slide 48 - Quizvraag

H2.7 Klanttypen
Klanttypen, 7 soorten:
  • Funshopper
  • Needshopper
  • Runshopper
  • Trouwe klant
  • Sociale klant
  • Kritische klant
  • Hybride klant
Wat zijn de kenmerken van de verschillende klanten?

Slide 49 - Tekstslide

H2.7 Klanttypen
Funshopper, te herkennen aan:
  • De klant kijkt rond
  • De klant is vaak samen met meerdere mensen
  • De klant heeft vaak tassen van andere winkels bij zich
  • De klant voert vaak een algemeen praatje in de winkel

Slide 50 - Tekstslide

H2.7 Klanttypen
Needshopper, te herkennen aan:
  • De klant loopt recht op het product af
  • De klant vraagt rechtstreeks naar een bepaald product
  • De klant kijkt alleen maar naar het product dat hij nodig heeft
  • De klant is vaak alleen aan het winkelen

Slide 51 - Tekstslide

H2.7 Klanttypen
De runshopper
  • Een klant met haast
  • Rent bijna door de winkel
  • Heeft geen tijd voor het verkoopgesprek

Slide 52 - Tekstslide

H2.7 Klanttypen
De trouwe klant
  • Doet aankopen bij dezelfde winkel
  • Kan je op inspelen door een klantenkaart
  • Laten zien dat je hem herkent kan veel nut hebben

Slide 53 - Tekstslide

H2.7 Klanttypen
De sociale klant
  • Is er meer voor een praatje dan een aankoop
  • Kan gezellig zijn, maar niet winstgevend
  • Vaak buiten drukke tijden in de winkel
  • Stel een sociale klant gesloten vragen als je geen tijd hebt


Slide 54 - Tekstslide

H2.7 Klanttypen
De kritische klant
  • Hij weet precies wat hij wil
  • Zal niet vaak om advies vragen
  • Als hij wel iets vraagt kan hij kritiek uiten over het antwoord
  • Hij weet het zelf vaak beter

Slide 55 - Tekstslide

H2.7 Klanttypen
De hybride klant
  • Kiest voor kwaliteitsproducten, maar let wel op de prijs
  • Kiest meestal voor prijs-kwaliteitverhouding, maar maakt uitzonderingen

Slide 56 - Tekstslide

Welk klanttype maakt graag een praatje met de verkoper?
A
kritische klant
B
hybride klant
C
sociale klant
D
runshopper

Slide 57 - Quizvraag

H2.8 Klantgedrag
Soorten aankopen:
  • Convenience goods = dagelijkse boodschappen (brood)
  • Shopping goods = waar je eens lekker voor gaat winkelen (Spijkerbroek)
  • Specialty goods = unieke en luxe producten (dure sieraden)
  • Impulsaankopen = aankoop om een goed gevoel te krijgen


Slide 58 - Tekstslide

H2.8 Klantgedrag
Fasen in het gedrag van de klant:
Fase 1: Communicatiegedrag
Fase 2: Koopgedrag
Fase 3: Gebruiks-/verbruiksgedrag
Fase 4: Afdankgedrag

Slide 59 - Tekstslide

H2.8 Klantgedrag
Fase 1: Communicatiegedrag
  • De fase waarin de klant op zoek is naar informatie en die informatie verwerkt
  • Hoe gaat de klant om met deze informatie?

Slide 60 - Tekstslide

H2.8 Klantgedrag
Fase 2: Koopgedrag
  • Het gedrag dat hij laat zien als hij een aankoop doet
  • Wordt bepaald voor veel factoren, bijvoorbeeld de prijs en omgeving




Slide 61 - Tekstslide

H2.8 Klantgedrag
Fase 3: Gebruiks-/verbruiksgedrag
  • Hoe gebruikt en verbruikt de klant het artikel?
  • Hoe lang duurt het voordat het artikel verbruikt is?



Slide 62 - Tekstslide

H2.8 Klantgedrag
Fase 4: Afdankgedrag
  • Hoe lang duurt het voordat een klant het product afdankt?
  • Wanneer wordt het product niet meer gebruikt?


Slide 63 - Tekstslide

H2.8 Klantgedrag
Wat betekend koopkracht?
  • Zoek zelf op wat koopgedrag is
  • Wat is de koopkracht ontwikkeling tussen 2022 en 2023 van 
  1. werknemers
  2. zelfstandigen
  3. pensioen ontvangers 
  4. bijstand ontvangers
Wat kunnen redenen zijn dat de koopkracht daalt of stijgt?

Slide 64 - Tekstslide

H2.9 Invloeden op klantgedrag
Invloeden van klantgedrag:
  • Culturele factoren (milieu)
  • Economische factoren (besteedbaar inkomen)
  • Persoonlijke factoren (levensfase)
  • Psychologische factoren (motivatie)
  • Technologische factoren (ontwikkeling technologie)
  • Sociale factoren (mensen in directe leefomgeving)

Slide 65 - Tekstslide

H2.9 Invloeden op klantgedrag
Koopsituaties, drie soorten:
  • Routinematig aankoopgedrag (RAG)
  • Beperkt probleemoplossing aankoopgedrag (BPO)
  • Uitgebreid probleemoplossend aankoopgedrag (UPO)

Zoek de betekenis op van bovenstaande koopsituaties en bedenk een voorbeeld bij de koopsituaties.

Slide 66 - Tekstslide

H2.9 Invloeden op klantgedrag
Routinematig aankoopgedrag (RAG)
  • De klant heeft geen informatie nodig voor de aankoop
  • Heeft een voorkeur voor een merk en blijft trouw
  • Denkt weinig risico te lopen en kijk niet naar alternatieven
  • Besluitvormingsproces gaat snel


Slide 67 - Tekstslide

H2.9 Invloeden op klantgedrag
Beperkt probleemoplossing aankoopgedrag (BPO)
  • Weet iets af van wat hij wil aanschaffen
  • Heeft bijv. ervaring met de productgroep en weet waar op te letten, maar kent het nieuwste aanbod niet
  • Neemt op basis van aanwezige informatie een beslissing
  • Besluitvormingsproces in minder ingewikkeld en duurt minder lang

Slide 68 - Tekstslide

H2.9 Invloeden op klantgedrag
Uitgebreid probleemoplossend aankoopgedrag (UPO)
  • Ontstaat als een klant voor een belangrijke beslissing staat die hij nog niet eerder heeft genomen
  • Het is nieuw en brengt risico’s met zich mee
  • Weet niet waar hij zijn keuze aan af moet laten hangen
  • Besluitvormingsproces duurt lang en is complex

Slide 69 - Tekstslide

H2.10 Besluitvormingsproces
Koopbeslissingsproces bestaat uit 5 fases:
Fase 1: Probleemherkenning
Fase 2: Informatie zoeken
Fase 3: Evalueren van alternatieven
Fase 4: Aankoopbeslissing
Fase 5: Evaluatie na de koop

Slide 70 - Tekstslide

H2.10 Besluitvormingsproces
Fase 1: Probleemherkenning, waarom koopt de klant iets niet?
  • Persoonsgebonden probleem = bijv. te weinig tijd om te winkelen
  • Productgebonden problemen = bijv. het omgaan met ingewikkelde producten
  • Winkelgebonden problemen = bijv. slechte parkeergelegenheid rondom de winkel

Slide 71 - Tekstslide

H2.10 Besluitvormingsproces
Fase 2: Informatie zoeken
  • Het zoeken naar informatie op websites, folders of bij kennissen
  • Waarom zoekt de klant naar een product?
  • Aan welke eisen moet het voldoen?
  • Hier kan de retailer het koopproces

Slide 72 - Tekstslide

H2.10 Besluitvormingsproces
Fase 3: Evalueren van alternatieven
  • Alle keuzemogelijkheden worden naast elkaar gelegd
  • Alternatieven die goedkoper en duurder zijn worden vergeleken

  • Bijv. ik wil naar werk met een scooter, maar ik kijk ook naar elektrische fietsen



Slide 73 - Tekstslide

H2.10 Besluitvormingsproces
Fase 4: Aankoopbeslissing
  • Het moment dat een klant een aankoop besluit te maken
  • Hierbij hoort de klant graag dat hij de juiste beslissing heeft gemaakt


Slide 74 - Tekstslide

H2.10 Besluitvormingsproces
Fase 5: Evaluatie na de koop
  • Na een grote aankoop kan de klant onzeker raken over de aankoop
  • De klant gaat zoeken naar bevestiging
  • Dit soort spijt van een aankoop noem je cognitieve dissonantie

  • Cognitieve dissonantie is een gevoel van ongemak dat veroorzaakt wordt door het innerlijkconflict na de aankoop


Slide 75 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
  • Weet je welke verschillende klanttypes er zijn.

Slide 76 - Tekstslide