V5 - les 5 - escribir sobre personajes II

timer
1:00
Escribe aquí tres palabras sobre tus personajes de tu serie en español
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
1:00
Escribe aquí tres palabras sobre tus personajes de tu serie en español

Slide 1 - Woordweb

Clase de español - V5

Objetivo: 
Al final de la clase has escrito el párrafo de los personajes

Slide 2 - Tekstslide

Hoy en clase
Vocabulario 44-45
Escribir párrafo personajes
La preparación para la siguiente clase

Slide 3 - Tekstslide

Vocabulario
decidido/a          el barrio
       hábil                de hoofdstad
streng            de brug
ingenuo/a        het bos
valiente          la tumba
zich afspelen        el lugar
desarrollarse           lui

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke beschrijving past het beste bij bij de imperfecto?
A
Vertellen over de serie van afgelopen week.
B
Beschrijvingen geven van de personages in het verleden.
C
Zeggen wat de personages aan het doen zijn.
D
Vertellen wat een personage onlangs in een serie heeft gedaan.

Slide 6 - Quizvraag

Welk werkwoord gebruik je bij deze zin: En la serie el personaje principal siempre ....... un bigote y gafas
A
ha llevado
B
llevó
C
llevaba

Slide 7 - Quizvraag

hay/ser o estar en esta frase:
El lugar principal donde se desarrollaba la serie .......en Madrid
A
estaba
B
era
C
había

Slide 8 - Quizvraag

2 o 3 personajes interesantes
  • Begin met deze alinea met los personajes que más me gustaron, fueron....
  • Dan het uiterlijk (verleden tijd)
  • Karakter (verleden tijd)
  • beroep (verleden tijd)
  • hun rol in de serie/film zonder te veel te verklappen. (verleden tijd)
  • de reden dat je deze twee personages je hebt uitgekozen 

DENK AAN CONCORDANCIA Y REGLAS HAY/SER/ESTAR

Slide 9 - Tekstslide

Escribir sobre el entorno
Setting
Waar speelt de serie zich voornamelijk af?
Locatie(s), beschrijving locatie, details omtrent de
locatie(s).
Relatie locatie en het verhaal (waarom daar?)
In welke periode speelt het verhaal zich af?
Relatie periode en het verhaal (waarom toen?)
Zich afspelen = desarrollarse

Slide 10 - Tekstslide

La evaluación
Ik loop op schema met schrijven.
Ik heb el resumen nog niet af.
Ik heb los personajes nog niet af.
Ik heb el resumen en los personajes af en ik ben begonnen aan entorno

Slide 11 - Poll

He terminado el párrafo sobre los personajes.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

La preparación para el miércoles

Neem de indefindo, imperfecto en perfecto door (vervoeging en tijdsbepalingen= marcadores temporales)
Voca: el tema y el género (blz. 39)
Adjetivos positivos (blz. 40)

Slide 13 - Tekstslide