Par 1.3 Kerk en politiek

Par 1.3 Kerk en politiek
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Par 1.3 Kerk en politiek

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Blz 26 en 28, stukjes confessionelen, wie was Abraham Kuyper, katholieke emancipatie, wie was Herman Schaepman en liberalen. 

Slide 2 - Tekstslide

wat weet je van
de kerk en politiek

Slide 3 - Woordweb

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor een land met een koning?
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Dictatuur
D
Monarchie

Slide 5 - Quizvraag

Een wijziging van een wetsvoorstel indienen.
Welk recht hoort daarbij?
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie

Slide 6 - Quizvraag

Welke politieke stroming wil minder macht voor de koning?
A
Conservatieven
B
Liberalen
C
Confessionelen
D
Socialisten

Slide 7 - Quizvraag

Sociale wetgeving staat bovenaan mijn 'to do' lijstje
A
Thorbecke
B
Koning Willem II
C
Troelstra
D
Kuyper

Slide 8 - Quizvraag

Bij welk recht hoort:
Een minister voor een spoeddebat naar de kamer roepen.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie

Slide 9 - Quizvraag

In 1856 ging 5% van de bevolking in Nederland naar de stembus voor de Tweede Kamer. Waarom is het percentage zo laag?
A
De rest had geen vertrouwen in de politiek
B
Het aantal mensen in Nederland boven de 18 was heel laag
C
Dit kwam door het censuskiesrecht
D
Dit kwam omdat alleen de rijke mannen en vrouwen mochten stemmen

Slide 10 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 11 - Tekstslide

Herhalen
1848
Grondrechten
Parlement
Censuskiesrecht
Vakbond
Socialisme




Slide 12 - Tekstslide

Emancipatie
Arbeiders richten hun eigen verenigingen, vakbonden, kranten en politieke partijen op.
Socialisten, katholieken en protestanten.
Zo konden ze beter opkomen voor hun belangen.


Slide 13 - Tekstslide

Drie stromingen
Er zijn meerdere politieke stromingen: socialisten, liberalen en confessionelen. 

Slide 14 - Tekstslide

Confessionelen
Mensen die vanuit een geloofsovertuiging aan politiek doen noemen we confessionelen.
Confessionelen bestaan uit twee groepen:
Katholieken en de protestanten.

Slide 15 - Tekstslide

Protestanten
1879: ARP, de Anti-Revolutionaire Partij.
Predikant Kuyper.
Christelijk.
Hoogste macht ligt bij god.
Aanhang onder boeren, winkeliers en arbeiders.
Kiesrecht voor het gezinshoofd: de man.

Slide 16 - Tekstslide

Katholieken
Katholieken werden gelijkgesteld aan de protestanten.
Kerk had weer invloed in Nederland.
De katholieken richten in 1926 hun eerste politieke partij op.
RKSP.
Rooms-katholieke Staatspartij.
Herman Schaepman.
Veel aanhang in Zuid-Nederland.

Slide 17 - Tekstslide

Liberalen
Tussen 1850 en 1900 veel liberalen in het parlement.
1885: Liberalen gaan zich verenigen: Liberale Unie.
Aanhang onder advocaten, dokters en rijke handelaren/fabriekseigenaren.

Slide 18 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 19 - Tekstslide

Bij welke stroming hoort de ARP?
A
Katholieken
B
Liberalen
C
Socialisten
D
Protestanten

Slide 20 - Quizvraag

Uit welke groepen bestaat het confessionalisme?
A
Liberalen en socialisten
B
Protestanten en liberalen
C
Protestanten en katholieken
D
Katholieken en liberalen

Slide 21 - Quizvraag

Van welke politieke stroming van Kuyper de leider?
A
Socialisten
B
Protestanten
C
Katholieken
D
Liberalen

Slide 22 - Quizvraag

Welke politieke partij richten de katholieken op?
A
PVV
B
Christenunie
C
CDA
D
RKSP

Slide 23 - Quizvraag

En nu?
Rustig aan de slag met de vragen van paragraaf 1.1 tm 1.3.

Slide 24 - Tekstslide