3h-10-6-2025-Whg-zwakke-ww

Ist dein Handy schon im Hotel? Dankeschön
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Ist dein Handy schon im Hotel? Dankeschön

Slide 1 - Tekstslide

Noch 6 Stunden Deutsch:

Slide 2 - Tekstslide

Nur noch ein Test! Lernen für die TW:
1) Vokabeln staan op blz. 60:
- Schritt 35 => D-NL
- Schritt 37+38 => D-NL/NL-D

2) Redemittel staan op blz. 61 = D-NL/NL-D, alleen de vragen (=2 rijen aan de linkerkant)
- Redemittel Schritt 36: Alle Fragen lernen
- Redemittel Schritt 38: Fragen 1-4 lernen (vraag 5 dus niet)
- Redemittel Schritt 40: Fragen 1-4 lernen (vraag 5 dus niet)

3) Grammatik staat op blz. 182-185 = werkwoorden in de tegenwoordige tijd
- alle werkwoorden alléén in de tegenwoordige tijd!





Slide 3 - Tekstslide

Hausaufgabe war:
Leren (Buch 5):
- Modale hulpwerkwoorden (alleen tegenwoordige tijd), 1J +1K, blz. 185
=> vandaag een quizizz hierover=> 80% of meer: Nora trakteert

- Redemittel Schritt 40, Frage 1-4 (D-NL/NL-D), blz. 61









Slide 4 - Tekstslide

Zu zweit: Wie sagt man das auf Deutsch?
  1.  Wat zullen we morgen avond gaan doen?
  2. Waar spreken we af?
  3.  Tot hoe laat mag je in de stad blijven?

Feste feiern: 5 Wörter auf Deutsch
Musik: 5 Wörter auf Deutsch

Slide 5 - Tekstslide

Heute:
- wir wiederholen die Modalverben (Quizizz)

- wir wiederholen die schwachen Verben
(machen, reden, tanzen, angeln) mit Quizizz und blooket

- ich kenne den Stappenplan werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Jetzt:
- wir wiederholen die Modalverben (Quizizz)


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Stappenplan werkwoorden:
1) Kijk naar het werkwoord - Is het één van A of B?
A) haben, sein, werden (worden en zullen) => uit je hoofd invullen
B) Modale hulpwerkwoorden => uit je hoofd invullen
2) Als het niet A of B is, kijk je naar de stam (-en of -n weghalen):
1. stam op -d/-t (+6 ww öffnen, rechnen, regnen, zeichnen, atmen, begegnen) 
> extra e bij du, er/sie/es, ihr en dan (fe)e/st/t/en/t/en

2. stam op -s/-ß/-z > (fe)e/st/t/en/t/en, maar du alleen t

3. ww op -n (b.v.feiern) > wir en sie/Sie > alleen -n, geen -en

4. alles andere: gewoon (fe)e-st-t-en-t-en

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Trage die richtige Form ein, mit klad:

  1. angeln: Ihr _____ jeden Sommer am See und fangt viele Fische.
  2. wohnen: Ich __________ in Berlin, aber meine Eltern __________ in München.
  3. atmen: Du ______ viel frische Luft im Wald, das tut dir gut.
  4. zeichnen, malen: Mein Bruder __________ sehr gut und _______oft Landschaften.
  5. heißen: Wie __________ du mit Nachnamen?

  1. angeln = 3) ww op -n: ihr angelt  
  2. wohnen = 4) "gewoon" + feesttenten: ich wohnen, meine Eltern (=3e mv) wohnen
  3. atmen = 1) zoals stam op -d/-t:  Du atmest 
  4. zeichnen = 1) zoals stam op -d/-t: Mein Bruder (=3e ev) zeichnet; malen = "gewoon" + feesttenten: (er) malt
  5. heißen = 2) stam op -ß: heißt du

Slide 12 - Tekstslide

Stappenplan werkwoorden:
1) Kijk naar het werkwoord - Is het een van A of B?
A) haben, sein, werden (worden en zullen) => uit je hoofd invullen
B) Modale hulpwerkwoorden => uit je hoofd invullen
2) Als het niet A of B is, kijk je naar de stam (-en of -n weghalen):
1. stam op -d/-t (+6 ww öffnen, rechnen, regnen, zeichnen, atmen, begegnen) 
> extra e bij du, er/sie/es, ihr en dan (fe)e/st/t/en/t/en

2. stam op -s/-ß/-z > (fe)e/st/t/en/t/en, maar du alleen t

3. ww op -n (b.v.feiern) > wir en sie/Sie > alleen -n, geen -en

4. alles andere: gewoon (fe)e-st-t-en-t-en

Slide 13 - Tekstslide

timer
2:00
Of aantekening maken of leren

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

timer
2:00
Of aantekening maken of leren

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Lernziel erreicht?
- wir wiederholen die Modalverben (Quizizz) = Score=70?
- wir wiederholen die schwachen Verben
(machen, reden, tanzen, angeln) mit Quizizz und blooket = Score = 70%?
- ich kenne den Stappenplan werkwoorden = wat is dat ook alweer?

Slide 19 - Tekstslide

Hausaufgabe:
Leren (Buch 5):
- Zwakke werkwoorden (alleen tegenwoordige tijd), 1Dt/m 1H, blz. 183/184
=> volgende les een quizizz hierover=> 80% of meer: Nora trakteert
- Herhalen/leren: Vokabeln Schritt 37, Seite 60 D-NL/NL-D 
=> Let op: Freitag, 13.6. kein Deutsch!


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Tekstslide