Creatief schrijven

Let op

Boekverslag 1 uiterlijk 25 oktober 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Let op

Boekverslag 1 uiterlijk 25 oktober 

Slide 1 - Tekstslide

Creatief schrijven 

Slide 2 - Tekstslide

Creatief schrijven 
Les 1: schrijfopdracht zelfstandig naamwoorden
Les 2 en 3: oefenopdracht + elkaar beoordelen en verbeteren 

Eindtoets schrijven (telt 1x) 

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
- Waar moet je op letten bij (creatief) schrijven? 
-Inkom-opdracht 
- Luisteren naar elkaars teksten 
- Inleveren

Slide 4 - Tekstslide

Waar moet je op letten bij (creatief) schrijven?

Slide 5 - Open vraag

Waar moet je op letten bij (creatief) schrijven? 
  •  Creativiteit
hoe origineel is je verhaal? Zit er een lijn in met een goed begin en een pakkend einde?
  •  Leesbaarheid 
     - interpunctie 
     - spelling 
     - formulering 
  • Samenhang 
     - verbindingswoorden 

Slide 6 - Tekstslide

Inspiratie via een maffe schrijfopdracht
1. Schrijf een mailtje aan een collega en doe dat zonder woorden te gebruiken waar de letter e in zit.

2. Doe je ogen dicht en luister een tijdje naar de geluiden in je omgeving. Wat hoor je? Schrijf het op.

3. Kies een object in de kamer en schrijf hier een kort verhaal over. Je bestek blijkt een deel van een VOC schat te zijn uit de zestiende eeuw. Je telefoon blijkt een spionage gadget te zijn. Denk out of the box!

4. Schrijf alle regels in rijm.

5. Kies een willekeurige foto (bijvoorbeeld van Flickr) en schrijf daar een verhaal over.

Slide 7 - Tekstslide

ABC-opdracht
Schrijf een tekst van 26 zinnen. 
Elke zin begint met de volgende letter van het alfabet. 

Je hoeft vandaag niet te letten op spelling, maar zorg er wel voor dat je goed lopende zinnen maakt! 

20 minuten de tijd 
Je werkt voor jezelf! Dus in stilte... 
Ben je klaar? Laat je tekst door je buurman/buurvrouw lezen en geef tips! 


Slide 8 - Tekstslide

Let op! 
Probeer volledige zinnen te maken! 

Dus niet: 
Aap is blij. 
Beer is boos. 
Chimpansee is verdrietig. 

Slide 9 - Tekstslide

Tips: 
1. Begin bijvoorbeeld met het bedenken van verschillende woorden. Of gebruik je Ipad voor het zoeken van woorden met de goede letter. 

2. Je kan ook eerst een verhaallijn maken (een soort schrijfplan) en daarna pas beginnen met schrijven. 

Slide 10 - Tekstslide

ABC-opdracht
Schrijf een tekst van 26 zinnen. 
Elke zin begint met de volgende letter van het alfabet. 

Je hoeft vandaag niet te letten op spelling, maar zorg er wel voor dat je goed lopende zinnen maakt! Je maakt het op je Ipad of in je schrift. 

20 minuten de tijd 
Je werkt voor jezelf! Dus in stilte... 
Ben je klaar?  Laat je tekst door je buurman/buurvrouw lezen en geef tips! 


timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Laatste 10 minuten 
Is je tekst af? 
Laat je tekst lezen door je buurman/buurvrouw en geef elkaar tips! 


timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

(Voor) leestijd! 

Slide 13 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
les 2 
- Bespreken teksten van gisteren 
- eindopdracht 
- oefenen 


Slide 14 - Tekstslide

Bespreken teksten van gisteren. 

Slide 15 - Tekstslide

Oefening 
Denk aan een voor jou bekent sprookje. 
(assepoester, sneeuwwitje, frozen; alles mag!) 

Schrijf in 150 woorden een ander einde van het verhaal. 
Je mag hiervoor natuurlijk even opzoeken wat ook alweer het einde was. 

Slide 16 - Tekstslide

Eindopdracht eerste jaar
- Je hoort een verhaal, maar er is nog geen einde. 
- Je schrijft een einde aan het verhaal in 300 woorden. 
- Je let op je creativiteit, spelling, formulering en interpunctie. 

Slide 17 - Tekstslide

Oefenopdracht leerjaar 2 
Geef uitgebreid antwoord op de volgende vraag:

- Kun je goed geheimen bewaren? Waarom wel of niet?


Schrijf een tekst van 500 woorden, waarbij je naast creativiteit ook moet letten op redenering, samenhang en logica.

Slide 18 - Tekstslide

Eindopdracht leerjaar 2
Cijfer telt 1x mee

Geef uitgebreid antwoord op de volgende een vraag:
- Heb je ooit iets weggegeven dat belangrijk voor je was?
Of
- Hoe zou het zijn als je je dromen zou kunnen controleren?


Schrijf een tekst van 500 woorden, waarbij je naast creativiteit ook moet letten op redenering, samenhang en logica.

Slide 19 - Tekstslide