Week 47

H2 Bewegingen
Lesplanning
 
  1. inzage toets +
    bespreken toets
     
  2. introductie H2
     
  3. Maken opgave 3
    + startvragen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 Bewegingen
Lesplanning
 
  1. inzage toets +
    bespreken toets
     
  2. introductie H2
     
  3. Maken opgave 3
    + startvragen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...
  • aangeven waar je bij het voorbereiden en maken van de volgende natuurkunde toets op moet letten;
  • de formule s = v * t  toepassen;
  • m/s omrekenen naar km/h en andersom;
  • uitleggen wat een eenparige beweging is.

Slide 2 - Tekstslide

Toetsinzage

Slide 3 - Tekstslide


Eenparige beweging
s=vgemt
Eline fietst in 12 minuten van school naar huis, een afstand van 3,6 km. 

Bereken de gemiddelde snelheid van Eline in m/s en in km/h.

Slide 4 - Tekstslide

De maximumsnelheid wordt verlaagd naar 100 km/h. Joost is daardoor 5 minuten langer onderweg. De afstand die hij elke dag af moet leggen is
50 km.
Bereken de gemiddelde snelheid voor het verlagen van de maximumsnelheid.

Slide 5 - Open vraag


Aan de slag

  • Maken en nakijken
      opgave 3 (p. 48 )

  • Startopgaven H2 (digitaal)

Slide 6 - Tekstslide


§2.2 Kracht verandert snelheid
Lesplanning
  1. Uitleg eerste wet van Newton
  2. Maken opgave 4, 5c, 7 en 8
  3. Klassikaal rekenen aan de versnelling
  4. Maken opgave 11, 12 en 13

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les ken/kan je...
  • de eerste wet van Newton;
  • aan de hand van de nettokracht uitspraken doen over de beweging (versneld, vertraagd, constant) van een voorwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Als je stopt met trappen op de fiets kom je tot stilstand omdat...
A
er geen krachten op de fiets werken.
B
de nettokracht op de fiets nul is.
C
de nettokracht in de beweegrichting werkt.
D
de nettokracht tegen de beweegrichting werkt.

Slide 9 - Quizvraag

De eerste wet van Newton
Om een voorwerp van snelheid of richting te laten veranderen moet er een netto kracht op dat voorwerp werken.

Slide 10 - Tekstslide


Versneld, vertraagd of eenparig?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Je gooit een bal recht omhoog de lucht in.
Op het hoogste punt...
A
zijn de snelheid en versnelling van de bal nul.
B
is de snelheid van de bal niet nul, maar de versnelling wel.
C
is de versnelling van de bal niet nul, maar de snelheid wel.
D
zijn de snelheid en de versnelling van de bal niet nul.

Slide 13 - Quizvraag

Oneindige beweging

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maken en nakijken 
opgave 4, 5c, 7 en 8 (p.51 )

Slide 16 - Tekstslide


De versnelling
a(m/s2)=Δt(s)Δv(m/s)
Bij het optrekken heeft de Ferrari een versnelling van
6,6 m/s². 
Na hoeveel seconden is de snelheid 19,8 m/s?

Slide 17 - Tekstslide

Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h in 4,2 seconden.
De versnelling van de auto is ...
A
0,28 m/s²
B
3,6 m/s²
C
13 m/s²
D
21 m/s²

Slide 18 - Quizvraag


De versnelling
a(m/s2)=Δt(s)Δv(m/s)
Een auto versnelt eenparig van 36 km/h naar 90 km/h en legt tijdens deze versnelling 
105 meter af. 
Bereken de versnelling van de auto.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Maken en nakijken 
opgave 11, 12 en 13 (p.54)

Slide 20 - Tekstslide


§2.2 Kracht verandert snelheid
Lesplanning
  1. Opstart
  2. Maken opgave 11, 12 en 13
  3. Uitleg v,t-diagram
  4. Maken opgave 14, 16, 18 en 19
  5. Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les ken/kan je...
  • de formule a = Δv / Δt toepassen;
  • van een v,t-diagram…
    - uitspraken doen over de nettokracht;
    - kan je de gemiddelde versnelling bepalen;
    - kan je de versnelling op t = … s bepalen.
  • weet je het verschil tussen berekenen en bepalen. 

Slide 22 - Tekstslide

Een fietser rijdt met een trapkracht van F_fietser = 55 N. Op een gegeven moment is de wrijvingskracht F_w = 35 N. Vanaf dat moment wil de fietser met een constante snelheid verder fietsen.
Hoe groot moet de trapkracht van de fietser dan zijn?
A
F_fietser = 20 N
B
F_fietser = 35 N
C
Zij hoeft niet te treppen want de snelheid is constant dus F_fietser = 0 N.
D
Er is niet genoeg informatie om hier iets over te kunnen zeggen.

Slide 23 - Quizvraag

Voorbeeld
Een fietser vertraagd eenparig van 17,3 km/h naar 14 km/h en legt tijdens deze versnelling 
150 meter af. 
Bereken de versnelling (vertraging) van de fietser.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Maken en nakijken 
opgave 11, 12 en 13 (p.54)

Slide 25 - Tekstslide

Beschrijf de beweging

Slide 26 - Tekstslide

Met een v,t-diagram
kan je ...

  • iets zeggen over
    de nettokracht;

  • de versnelling bepalen;

  • de afstand bepalen
    (§2.4)
v,t-diagram

Slide 27 - Tekstslide

Met een v,t-diagram
kan je ...

  • iets zeggen over
    de nettokracht;

  • de versnelling
    bepalen;
v,t-diagram
a(m/s2)=Δt(s)Δv(m/s)

Slide 28 - Tekstslide

De gemiddelde versnelling & de versnelling op t = 4,0 s.

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag
Maken en nakijken 
opgave 11, 12, 13, 14, 16, 18 en 19 (p.54)

Slide 30 - Tekstslide

3

Slide 31 - Video

01:14
De Drag Racer versnelt 0 tot 150 km/h in 0,8 s
Bereken de versnelling.

Slide 32 - Open vraag

01:18
De man vertelt dat De Drag Racer kan zorgen voor 7,5 keer de gravitatieconstante in voorwaartse richting.
Bereken de versnelling.

Slide 33 - Open vraag

04:01
Na 3,9 s reed de Drag Racer 507 km/h.
Wat was zijn gemiddelde versnelling?

Slide 34 - Open vraag

Ter vergelijking: deze Ferrari F40 trekt in 3,9 s op naar 100 km/u

Slide 35 - Tekstslide