Voor donderdag 14 mei:
Voorbereiden Plato (schrift) r. 1-10, dwz: je hebt alle ww-vormen geanalyseerd en kunt uitleggen hoe het Grieks in elkaar zit.
- r. 1-6: Denise, Kalina, Fabiënne, Pascale, Melisa
- r. 6-10: Ryan, Kimberley, Cassandra, Ingeborg, Jente, Isis
Vraag: Hoe kan de grotvergelijking gebruikt worden/geactualiseerd worden in/naar onze tijd? Wat kan die duidelijk maken? Stuur je reactie in een paar zinnen (liefst woensdag) via magistermail.