§5.3 Rekenen aan reacties

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Herhaling 5.2
  2. Uitleg 5.3
  3. Opdrachten 5.3 maken
  4. Bespreken blad met reactievergelijking

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
Berekeningen uitvoeren aan de hand van massaverhoudingen. 
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 3 - Tekstslide

Verbrandingsproducten bevatten altijd het volgende atoomsoort:
A
C
B
H
C
O
D
S

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de systematische naam van de stof S2O5?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de juiste naam van BrO2?
A
dibroommonoxide
B
monobromidedioxide
C
broommonoxide
D
broomdioxide

Slide 6 - Quizvraag

Uit hoeveel atomen bestaat NH3?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

Bij een chemische reactie verdwijnen er atomen want de beginstoffen verdwijnen
A
Juist
B
Onjuist
C
Huh.. wat zijn atomen?!

Slide 8 - Quizvraag

Bij de volledige verbranding van suiker (C6H12O6) komen verschillende stoffen vrij. Stel de reactievergelijking op en maak deze kloppend.

Slide 9 - Open vraag

Massabehoud
Bij een chemische reactie verdwijnen geen atomen 
Bij een chemische reactie hergroeperen de atomen zich

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 10 - Tekstslide

Wet van Lavosier / Wet van behoud van massa
Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten


Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 11 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Massabehoud
De wet van massabehoud
  • Bedacht door Antoine Lavoisier
  • Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstof(fen) is gelijk aan de (totale) massa van de reactieproduct(en).
5.3 Rekenen aan reacties

Slide 12 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 1
Bij de reactie tussen natrium en zuurstof ontstaat natriumoxide. De reactievergelijking is:
4 Na (s) + O2 (g) --> 2 Na2O (s)

5.3 Rekenen aan reacties
4 Na
+
  O2
-->
2 Na2O
   92
  32
massabehoud

Slide 13 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 1
Bij de reactie tussen natrium en zuurstof ontstaat natriumoxide. De reactievergelijking is:
4 Na (s) + O2 (g) --> 2 Na2O (s)

5.3 Rekenen aan reacties
4 Na
+
  O2
-->
2 Na2O
   92
  32
    124
massabehoud

Slide 14 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 1
Bij de reactie tussen natrium en zuurstof ontstaat natriumoxide. De reactievergelijking is:
4 Na (s) + O2 (g) --> 2 Na2O (s)

5.3 Rekenen aan reacties
4 Na
+
  O2
-->
2 Na2O
   92
  32
massabehoud
  46 g
   x g
    y g
massa op balans

Slide 15 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 1
Bij de reactie tussen natrium en zuurstof ontstaat natriumoxide. De reactievergelijking is:
4 Na (s) + O2 (g) --> 2 Na2O (s)

5.3 Rekenen aan reacties
4 Na
+
  O2
-->
2 Na2O
   92
  32
    124
massabehoud
  46 g
   x g
    y g
massa op balans
x = (46 x 32) : 92 = 16 g

Slide 16 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 1
Bij de reactie tussen natrium en zuurstof ontstaat natriumoxide. De reactievergelijking is:
4 Na (s) + O2 (g) --> 2 Na2O (s)

5.3 Rekenen aan reacties
4 Na
+
  O2
-->
2 Na2O
   92
  32
   124
massabehoud
  46 g
   16 g
    y g
massa op balans
x = y = (46 x 124) : 92 = 62 g

Slide 17 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 1
Bij de reactie tussen natrium en zuurstof ontstaat natriumoxide. De reactievergelijking is:
4 Na (s) + O2 (g) --> 2 Na2O (s)

5.3 Rekenen aan reacties
4 Na
+
  O2
-->
2 Na2O
   92
  32
   124
massabehoud
  46 g
   16 g
    62 g
massa op balans
y =(46 x 124) : 92 =62 g (of y = 46+ 16 = 62 g)

Slide 18 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 2
Bij de verbranding van methaan ontstaat koolstofdioxide en water.
CH4 (g) + 2 O2 (g) --> CO2 (g) + 2 H2O (l)

5.3 Rekenen aan reacties
CH4
+
O2
-->
CO2
+
2H2O
   16
64
 44
   36
massabehoud

Slide 19 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 2
Bij de verbranding van methaan ontstaat koolstofdioxide en water.
CH4 (g) + 2 O2 (g) --> CO2 (g) + 2 H2O (l)

5.3 Rekenen aan reacties
CH4
+
O2
-->
CO2
+
2H2O
   16
64
 44
   36
massabehoud
  21 g
x g
 y g
 z g
massa op balans
x = (21 x 64): 16  = 84 g

Slide 20 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 2
Bij de verbranding van methaan ontstaat koolstofdioxide en water.
CH4 (g) + 2 O2 (g) --> CO2 (g) + 2 H2O (l)

5.3 Rekenen aan reacties
CH4
+
O2
-->
CO2
+
2H2O
   16
64
 44
   36
massabehoud
  21 g
x g
 y g
 z g
massa op balans
x = (21 x 64): 16  = 84 g, y = 21 : 16 x 44 = 58 g

Slide 21 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
Voorbeeld 2
Bij de verbranding van methaan ontstaat koolstofdioxide en water.
CH4 (g) + 2 O2 (g) --> CO2 (g) + 2 H2O (l)

5.3 Rekenen aan reacties
CH4
+
O2
-->
CO2
+
2H2O
   16
64
 44
   36
massabehoud
  21 g
x g
 y g
 z g
massa op balans
x = (21 x 64) : 16 = 84 g, y = (21 x 44) : 16 = 58 g, z = (21 x 36) : 16  = 47 g

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Voorbeeld
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties
  Al (s) + O2 (g)  →   Al2O3 (s)  
 9 gram : 8 gram →  17 gram 

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties
4 Al (s) + 3 O2 (g) → 2 Al2O3 (s)
9 gram : 8 gram → 17 gram 

Hoeveel g O2 is nodig voor
de verbranding van 22,6 g Al?

Slide 25 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Noteer de stofnamen in de eerste kolom
  2. Noteer de massaverhouding in de tweede kolom
  3. Vul de gevraagde massa in
  4. Vul de verhoudingstabel verder in
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen
waterstofchloride en ammoniak reageren in de verhouding 3,6 : 1,7 tot salmiak. 
Hoeveel gram waterstofchloride heb je nodig om 40 g salmiak te maken? Rond je antwoord af op 1 decimaal 

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 27 - Tekstslide

Les 1: Reacties en reactieproducten
5.3 Rekenen aan reacties
AAN DE SLAG 
  • Wat: Maken 5.3 opdr 1 t/m 11
  • Hoe: Individueel in stilte
  • Tijd: 20 min
  • Klaar? Nakijken 5.1 + 5.2

  • Bespreken blad met reactievergelijking

Slide 28 - Tekstslide

2HB PO Elektriciteit
Groep 1: Shania + Joep
Groep 2: Dominique + Sofie
Groep 3: Evelyne + Ela
Groep 4: Yanou + Charlotte
Groep 5: Luuk + Maria
Groep 6: Benjamin + Ali
Groep 7: Hailey + Keylan
Groep 8: Salim + Jake
Groep 9: Fine + Dave







Slide 29 - Tekstslide