mentorles_20042020

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo b, havo
• Leerjaar 1,2

MENTORLES

Iedereen oké thuis?

regels bij de komende vragen:

1. meerdere antwoorden zijn goed

2. probeer zo serieus en eerlijk mogelijk in te vullen

3. het is géén beoordeling

Even inchecken:
Hoe voel je je vandaag?
Kies: goed - neutraal - slecht

1. goed
2. Neutraal
3. slecht

Kun je uitleggen waarom?

Programma deze les:

Hoe ben je thuis aan het werk?

Hulp nodig?

Mentorgesprekjes

Hulp nodig?

Beste leerlingen,

We begrijpen dat dit een lastige tijd voor jullie kan zijn. Weet dat wij ook nu voor jullie klaar staan en bereid zijn om jullie te helpen. Niet alleen met praktische schoolse zaken helpen we je graag. We zijn er ook als luisterend oor of helpende hand als het met jou niet zo lekker gaat, of als het thuis nu lastiger is.

Weet dat er meerdere mogelijkheden zijn om hulp te zoeken:

1.  bij je mentor of
onze zorgcoordinator Mariska ([e-mail]) en medewerker zorg Sheila ([e-mail]).

2. Liever anoniem je verhaal doen? dus zonder overleg met iemand van school

De kindertelefoon is te bereiken via www.kindertelefoon.nl of het gratis telefoonnummer 0800-0432

en op deze link: https://teams.microsoft.com/_#/school/files/Algemeen?threadId=19:[e-mail]2&ctx=channel vind je nog meer mogelijkheden.

Mijn werkplek thuis

1. is helemaal voor mij alleen en ik heb een tafel om aan te werken
2. deel ik altijd met iemand en dat is eigenlijk druk
3. ik heb een eigen kamer maar geen tafel om aan te werken
4. deel ik met iemand, maar dat is rustig

Thuiswerken in jouw gezin:

1. Ik ben de enige die thuiswerkt, mijn ouders gaan naar hun werk buiten huis
2. Mijn broertje(s)/zusje(s) en ik werken thuis, mijn ouders werken buitenshuis
3. Mijn ouder(s) werken ook thuis
4. Ik en mijn ouders werken, mijn kleinere broertjes/zusjes spelen

Hoe werk je thuis?

1. Ik doe alles alleen
2. Mijn ouders helpen met plannen en een ritme
3. Mijn ouders helpen bij vakinhoud
4. andere gezinsleden helpen mij (ook)

Op wat voor computer werk je thuis?

1. eigen vaste computer
2. eigen laptop
3. chromebook van school
4. alles op mijn eigen telefoon

De spullen voor school
(boeken, laptop of Chromebook, werkbladen, nakijkbladen)

1. Heb ik allemaal in orde en bij de hand
2. De helft ligt in mijn andere huis (van vader of moeder)
3. Ik heb de helft van de dingen nooit gevonden
4. Ik ben de helft van de dingen kwijt

Hoe werk je?

1. Ik maak een planning voor mijn schoolwerk en daar houd ik me aan
2. Ik maak een planning voor mijn schoolwerk, het lukt niet goed om me daar aan te houden
3. Ik heb een vast dagritme
4. Ik heb elke dag op een ander moment de wekker, bedtijd, eten etc. Ik leef van dag tot dag.

Het lukt mij om de opdrachten via Teams in te leveren.

1. ja, alle vakken
2. nee, maar ik weet wel hoe het moet
3. ja, maar ik heb niet alles ingeleverd
4. nee, want ik weet niet hoe het moet

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij wiskunde

1. ja
2. nee

Ik heb mijn opdrachten voor wiskunde allemaal ingeleverd

1. ja
2. nee

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij Mens en Maatschappij

1. ja
2. nee

Ik heb mijn opdrachten voor Mens en Maatschappij allemaal ingeleverd

1. ja
2. nee

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij Mens en Natuur

1. ja
2. nee

Ik heb mijn opdrachten voor Mens en Natuur allemaal ingeleverd

1. ja
2. nee

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij Engels

1. ja
2. nee

Ik heb mijn opdrachten voor Engels allemaal ingeleverd

1. ja
2. nee

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij Handvaardigheid

1. ja
2. nee

Ik heb mijn opdrachten voor Handvaardigheid allemaal ingeleverd

1. ja
2. nee

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij gym (LO-lichaamelijke opvoeding)

1. ja
2. nee

Ik heb mijn opdrachten voor LO (gym) allemaal ingeleverd

1. ja
2. nee

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij Nederlands

1. ja
2. nee

Ik heb mijn opdrachten voor Nederlands allemaal ingeleverd

1. ja
2. nee

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij groen voeding

1. ja
2. nee

Ik heb opdrachten voor Voeding ingeleverd

1. ja
2. nee

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij groen dier

1. ja
2. nee

Ik heb mijn opdrachten voor Dier ingeleverd tot vorige week

1. ja
2. nee

LET OP:

deze week valt Dier online uit.

er is huiswerk voor Dier dat na de meivakantie af moet zijn!

Ik weet goed wat er van mij verwacht wordt bij groen Plant

1. ja
2. nee

Ik heb mijn opdrachten voor Plant allemaal ingeleverd

1. ja
2. nee

Ik stel al mijn vragen aan de docenten als ik ze heb

(heb je nog geen vragen gehad, kies dan ja)

1. ja
2. nee
3. sommige docenten wel
4. de meeste docenten niet

Als ik een vraag heb stel ik deze

1. alleen in de online-les
2. via teams chat
3. via mail
4. alleen aan andere leerlingen

Ik maak mij zorgen om

1. mijn rapport
2. de toetsen straks na de thuiswerk periode
3. de 1,5 meter als we naar school mogen
4. ik maak me geen zorgen

Welk vak heeft nu de fijnste onlinelessen?