B3W4 Les 2

Wat ga je leren?
Je kunt straks:
• de tekst bekijken voordat je gaat lezen (stap 1 t/m 3)
• bedenken wat je moet doen als je het niet meer snapt (stap 4)
• vragen over de tekst beantwoorden tijdens het lezen (stap 5)
• van de tekst een plaatje maken in je hoofd (stap 6)
• de tekst samenvatten (stap 7)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat ga je leren?
Je kunt straks:
• de tekst bekijken voordat je gaat lezen (stap 1 t/m 3)
• bedenken wat je moet doen als je het niet meer snapt (stap 4)
• vragen over de tekst beantwoorden tijdens het lezen (stap 5)
• van de tekst een plaatje maken in je hoofd (stap 6)
• de tekst samenvatten (stap 7)

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Een paar dagen geleden las je over gebarentaal.
Deze les heeft juist te maken met geluid.
Bekijk de teksten. Maak stap 1 t/m 3.
Lees dan de teksten helemaal en maak stap 4 t/m 7

Slide 2 - Tekstslide

Weet je het nog?
Lezen doe je in zeven stappen. De vorige les heb je meer geleerd over
stap 4: Wat doe ik als ik het niet meer snap? 

Slide 3 - Tekstslide

tekst 1:  ik wil iets ..............
tekst 2: ik wil iets.......
weettekst
weten of leren
instructieve tekst
doen

Slide 4 - Sleepvraag

Lees de titel en de kopjes van tekst 1. Bekijk de plaatjes.
Waar gaat de tekst over, denk je? Vul in.
De tekst gaat over.................
A
je ogen/zien
B
je oren/horen
C
je neus/ruiken
D
je huid/voelen

Slide 5 - Quizvraag

b Lees de eerste zin van elke alinea.
Over welk deel van je oor zul je niet lezen in deze tekst? Kruis aan.
A
de gehoorzenuw
B
de trilhaartjes
C
de oorlel
D
het slakkenhuis

Slide 6 - Quizvraag

Stap 3 Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen)
3 Wat weet jij al over het onderwerp van tekst 1?
Maak een woordweb.
Welke woorden hebben jullie opgeschreven?

Slide 7 - Open vraag

tekst 1:  Oren houden niet van hard geluid
Stel, je zit lekker filmpjes te kijken met je koptelefoon op. Maar dan gaat je vaderbellen met zijn baas. Hij praat hard. Dus jij zet je geluid ook harder. Daar zijn je oren niet blij mee. Waarom niet? En hoe werken je oren eigenlijk?

Slide 8 - Tekstslide

Van buitenoor naar binnenoor
 Geluid bestaat uit trillingen in
de lucht. Je vangt die trillingen op met het buitenoor. Het buitenoor geeft de trillingen door aan het middenoor. 
......1.......... komen ze terecht in het binnenoor. Daar zit het slakkenhuis. Deze opgerolde buis lijkt op het huisje van een slak.
In de buis zitten duizenden trilhaartjes.

Slide 9 - Tekstslide

Van binnenoor naar hersenen
De trilhaartjes geven de trillingen door aan de gehoorzenuw. Eenzenuw is een soort draad die naar je hersenen loopt. Via de zenuwenkrijgen je hersenen seintjes uit je hele lijf. Krijgen ze een seintje via degehoorzenuw? Dan hoor jij geluid.

Slide 10 - Tekstslide

Slechter horen
De trilhaartjes in het slakkenhuis zijn gevoelig. Door hard geluid gaan ze kapot. Kapotte trilhaartjes geven trillingen minder goed door. Daardoor hoor je minder. Hoe vaker je hard geluid hoort, hoe meer trilhaartjes er kapotgaan. En hoe slechter je gaat horen. Het erge is: kapotte trilhaartjes worden nooit meer heel. Wat kapot is, blijft kapot. Wees dus zuinig op je oren, want je moet er je hele leven mee doen!

Slide 11 - Tekstslide

tekst 2:  Drie tips om in je oren te knopen
Je weet nu dat je zuinig moet zijn op je oren. Hier lees je hoe je ze beschermt.
Draag je weleens een koptelefoon als je naar muziek luistert? Of als je een game doet, of filmpjes kijkt? Onthoud deze tips.
Tip 1 Stel de koptelefoon zo in, dat hij niet te hard kan.
 Of vraag aan je ouders om dat te doen.
Tip 2 Geef je oren af en toe rust. Gebruik je koptelefoon
 niet uren achter elkaar.
Tip 3 Gebruik een koptelefoon die je oren goed afdekt.
 Dan hoor je minder van de geluiden om je heen.

Slide 12 - Tekstslide

Weet je het nog? Herstellen
Soms begrijp je de tekst niet, omdat je een verwijswoord niet snapt.
Een verwijswoord wijst naar een ander woord in de tekst.
Belangrijke verwijswoorden zijn bijvoorbeeld: ik, jij, hij, zij, het, mijn,
jouw, haar, hem, zijn, hun. 
Schrijf in plaats van het verwijswoord het echte woord. Dan snap je het wel

Slide 13 - Tekstslide

4 Lees tekst 1 helemaal.
Lees: Maar dan ... zijn baas. (regel 4 en 5)
Je ziet het verwijswoord zijn. Naar wie wijst zijn? Vul in.
Met zijn baas bedoelt de schrijver: de baas van..............
Zijn wijst dus naar ............................

Slide 14 - Open vraag

5a Lees in tekst 1: Krijgen ze ... de gehoorzenuw? (regel 24 en 25)
Je ziet het verwijswoord ze. Maak er een zin van zonder ze. Vul in.
Krijgen .............................. een seintje via de gehoorzenuw?

Slide 15 - Open vraag

b Waar wijst ze dus naar? Kruis aan.
A
de trilhaartjes
B
de zenuwen
C
de trillingen
D
je hersenen

Slide 16 - Quizvraag

Stap 5 Welke vragen zie ik? (Vragen stellen)
7 Kijk nog eens naar tekst 2.
Op welke Hoe-vraag geeft de hele tekst antwoord? Kruis aan.
A
Hoe bescherm je je oren?
B
Hoe moet je koptelefoon op je oren zitten?
C
Hoe geef je je oren rust?
D
Hoe zorg je dat je koptelefoon niet te hard kan?

Slide 17 - Quizvraag

8 Lees in tekst 2: Gebruik een ... je heen. (r. 12 en 13)
Waarom is het beter als je minder geluid om je heen hoort?
Het antwoord op deze vraag staat niet in de tekst. Maar je kunt het
wel bedenken. Markeer de goede antwoorden.
Welke 2 woorden heb je ingevuld?

Slide 18 - Open vraag

stap 6 Welk plaatje hoort bij de tekst? (Visualiseren)
9 Kijk nog eens naar tekst 1.
a Wat past het best op plaats 1? Kruis aan.
Tip: kijk ook naar het plaatje bij deze alinea.
A
Daarna
B
In het begin
C
Eerst
D
Tegenwoordig

Slide 19 - Quizvraag

9b Kijk naar de alinea Van binnenoor naar hersenen.
Welk tijdwoord zie je hier? Markeer het in de tekst.
Tip: het is het eerste woord van een zin.

Slide 20 - Open vraag

Stap 7 Hoe vat ik samen? (Samenvatten)
10 Wat is de hoofdgedachte van tekst 1? Markeer hem in de tekst.
Tip: hij staat in de laatste alinea.
A
Kapotte trilhaartjes geven trillingen minder goed door.
B
Daardoor hoor je minder.
C
Wees dus zuinig op je oren, want je moet er je hele leven mee doen!
D
Hoe vaker je hard geluid hoort, hoe meer trilhaartjes er kapotgaan.

Slide 21 - Quizvraag