M3/4 week 6 les 1

Salut et bienvenue! 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Salut et bienvenue! 

Slide 1 - Tekstslide

aujourd'hui
* on parle du week-end
* on écoute un des sujets du journal 
* on répète le conditionnel 
* on écrit un mail 

Slide 2 - Tekstslide

Quel temps a-t-il fait ce week-end?

Slide 3 - Woordweb

Qu'est -ce que tu as fait?

Slide 4 - Woordweb

Tu aimes les sports d'hiver?

Slide 5 - Woordweb

Luistervaardigheid

Slide 6 - Tekstslide

Luister en geef antwoord op de volgende vragen;



1. Vanaf welke leeftijd hebben Franse kinderen een mobiele telefoon?

2. Hoeveel uur per dag gebruiken jongeren hun telefoon?

3. Wat is nomophobie?

4. Welke 3 apps zijn populairder dan ooit door de "confinement"? (=lockdown)

Slide 7 - Tekstslide

Noteer je antwoorden
Kijk naar het volgende fragment;
https://www.francetvinfo.fr/internet/telephonie/telephones-portables-sommes-nous-tous-accros_4286641.html

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

"avoir conscience du temps passé sur notre smartphone"
avoir conscience=

Slide 10 - Open vraag

1. désactiver les notifications.
2. ranger le portable hors de portée.
Welke 2 tips worden gegeven?

Slide 11 - Open vraag

Grammaire 
* vragend maken 

Slide 12 - Tekstslide

3 manieren;
1. vraagteken achter de zin ,stem omhoog Tu as un frère?
2. inversie; omdraaien onderwerp en pers vorm 
As-tu un frère? A-t-il un frère?
Let op ! niet bij naam of zelfstandig naamwoord
3.Est-ce que voor de zin plaatsen + vraagteken

Slide 13 - Tekstslide

Waar
Wanneer
Hoe
Hoeveel
Waarom
Wie
Wat
quand
comment
combien
pourquoi
qui
qu'est-ce que

Slide 14 - Sleepvraag

Maak vragend op een andere manier;
Tu as passé le week-end chez toi?

Slide 15 - Open vraag

Maak vragend op een andere manier;
Il a fait du snowboard?

Slide 16 - Open vraag

Maak vragend op een andere manier;

Sandrine et Marc sont allés faire le ski?


Slide 17 - Open vraag

Conditionnel (herhaling) 
Beleefdheidsvorm; ik zou ...

Slide 18 - Tekstslide

je donnerais
tu donnerais
il donnerait, elle donnerait
on donnerait

nous donnerions
vous donneriez

ils donneraient, 
elles donneraient 
ik zou geven
jij zou geven
hij zou geven, zij zou geven
wij zouden geven, men zou geven
wij zouden geven
jullie zouden geven, u zou geven
zij zouden geven

Slide 19 - Tekstslide

Let op de volgende stammen;
Net als bij de Futur Simple zijn onregelmatig: 
  • avoir             j'aurais, tu aurais, il aurait, etc.       ik zou hebben
  • être               je serais, tu serais, il serait, etc.     ik zou zijn
  • aller              j'irais, tu irais, il aurait, etc.                ik zou gaan
  • faire             je ferais, tu ferais, il ferait, etc.        ik zou maken
  • pouvoir      je pourrais, tu pourrais, etc.              ik zou kunnen
  • vouloir       je voudrais, tu voudrais, etc.              ik zou willen

Slide 20 - Tekstslide

Zet de volgende zinnen in de conditionnel;
1. Tu danses avec lui?

2. Vous avez une chambre libre?

3. Je veux réserver
timer
3:00

Slide 21 - Tekstslide

Les réponses;

1. Tu danses avec lui?

2. Vous avez une chambre libre?

3. Je veux réserver
conditionnel;

1. Tu danserais avec lui? Zou je met hem dansen?
2. Vous auriez une chambre libre? Zou u een kamer vrij hebben?
3. Je voudrais réserver.

Slide 22 - Tekstslide

Schrijfopdracht
Mail je uitwerking naar mij via Magister. 

Slide 23 - Tekstslide

         Schrijf een mail aan een vriend/in, verwerk de volgende punten;
* goede aanhef
* vraag hoe het gaat/ met jou goed; blij dat de toetsweek afgelopen is
* vraag of er in Frankrijk ook sneeuw is.
* vertel dat je gisteren de hele dag in de sneeuw hebt doorgebracht. 
* vraag of hij/zij zou willen videobellen deze week
* zeg dat je ouders een hotel gereserveerd hebben voor de zomer , dus dat jullie elkaar snel gaan zien. 
* sluit af
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Les devoirs;
M3; lezen les 7 chapitre 3 
maken 78 t/m 83

M4; maken grammatica blz 31/32 t/m oef 61
Ecrire (oranje boekje) oef 11,12 blz 10/11

Slide 25 - Tekstslide