Deel 2 (na de meivakantie)

Op reis
1 vwo
Ga in jouw  groepje zitten van 'Op reis'
En ga in deze lessonup
1 / 70
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 70 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Op reis
1 vwo
Ga in jouw  groepje zitten van 'Op reis'
En ga in deze lessonup

Slide 1 - Tekstslide

Wereldkaart

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Wat gaan we vandaag doen?

1. Huiswerk check + terugblik + vervolg uitleg afweer
2. Check afweer
3. Aan de slag met uitlegkaart 7: afweer (intussen je aantal punten bij mij bekijken)
4. Afsluiting les















Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je benoemt de onderdelen van bloed, daarbij beschrijf je wat de functie is van plasma, witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij een wondje, als er bacteriën in de huid komen en hoe een wondje wordt dichtgemaakt (stolling en fibrinogeen).
  • Je verklaart wat in het lichaam gebeurt na een inenting, je beschrijft hierbij wat er in het lichaam wordt gespoten en wat de reactie van het lichaam is.
  • Je benoemt wat het betekent dat iemand immuun is voor een bepaalde ziekte.

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk check
Opdracht theoriekaart 8 (classroom)

Slide 6 - Tekstslide

Ziekte in je lichaam?
Jouw lichaam reageert als een heel leger

Slide 7 - Tekstslide

Immuun
Niet meer vatbaar voor een ziekte, je wordt dus niet meer ziek van de ziekte

Slide 8 - Tekstslide

Bloed
  • Rode bloedcellen vervoer zuurstof
  • Bloedplaatjes laat bloed stollen bij een wond
  • Witte bloedcellen afweer tegen ziekteverwekkers

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Antigen

Slide 11 - Tekstslide

Antigeen
Antigeen = herkenningspunt aan de buitenkant van een cel

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Antigeen
Antistof

Slide 14 - Tekstslide

Antistoffen


  • Stofjes
  • Gemaakt door witte bloedcellen
  • Hechten aan de antigenen
  • Ziekteverwekker onschadelijk kunnen maken.

Antigenen 

  • Herkenningspunten aan de buitenkant van een cel.
  • Ziekteverwekkers hebben ook antigenen aan de buitenkant van een cel.


Slide 15 - Tekstslide

Antistoffen
  • Het lichaam maakt antistoffen
  • Antistoffen 'passen op' antigenen
  • Elk antigen heeft eigen antistof
  • Ziekteverwekkers kunnen niks meer
Werking antistoffen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Vaccinatie 
  1. Bij een vaccin of ook wel een inenting wordt er een verzwakte ziekteverwekker het lichaam in gespoten. 
  2. Er worden antistoffen gemaakt door witte bloedcel die passen op de antigenen van de ziekteverwekker. 
  3. Als je een keer het 'echte' virus binnenkrijgt, kan jouw immuunsysteem de ziekte herkennen en snel tegen het virus vechten. Geheugencellen!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Aan de slag
  1. Open de website en ga naar hoofdstuk 6
  2. Open 'Uitlegkaart 7: Afweer'
  3. Lees goed, maak de opdrachten en verwerk de informatie op jouw website
  4. Check of jouw pagina op de website voldoet aan het beoordelingsformulier
timer
30:00

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je benoemt de onderdelen van bloed, daarbij beschrijf je wat de functie is van plasma, witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij een wondje, als er bacteriën in de huid komen en hoe een wondje wordt dichtgemaakt (stolling en fibrinogeen).
  • Je verklaart wat in het lichaam gebeurt na een inenting, je beschrijft hierbij wat er in het lichaam wordt gespoten en wat de reactie van het lichaam is.
  • Je benoemt wat het betekent dat iemand immuun is voor een bepaalde ziekte.

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk + vooruitblik
Maandag vrij

Huiswerk voor woensdag:
Uitlegkaart 7 verwerkt op jouw website

Slide 24 - Tekstslide

Op reis
1 vwo
Ga in jouw  groepje zitten van 'Op reis'

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Beantwoord de vragen over het artikel 
1. Wat is er aan de hand in Den Haag?
2. Wat is de reden hiervan?
3. Waarom vindt Den Haag dit zorgwekkend?
4. Wat kunnen gevolgen zijn hiervan?
5. Hoe zou dit kunnen worden verbeterd? 

Na 10 minuten bespreken
Al eerder klaar? Maak uitlegkaart 7 (hoofdstuk 6)

timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

1. Huiswerk check + terugblik (super schema)
2. Theoriekaart 9: ziekte en zorg
3. Aan de slag met casussen
4. Afsluiting les















Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt 2 groepen ziekteverwekkers​ noemen.
  • Je kunt de verschillen tussen bacteriën en virussen uitleggen.
  • Je kunt de verschillende manieren van besmetting benoemen.
  • Je kunt het verschil tussen een lichamelijke en geestelijke/psychische klacht uitleggen.

Slide 30 - Tekstslide

Superschema 
  • Wat: samen met jouw groepje ga je een superschema maken over vaccineren 
  • Wie: groepjes
  • Hoe lang: 10 min daarna 5 min doordraaien + uitleggen
  • Klaar? Oefen het uitleggen van het superschema alvast op jouw groepsgenoten. De docent kiest namelijk wie er doordraaien! Iedereen moet het dus uit kunnen leggen.
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk check
Opdracht theoriekaart 8 (classroom)

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Open in de classroom de opdracht: 'Opdrachten: theoriekaart 9'
Lees theoriekaart 9 goed door en beantwoord de leerdoelen uitgebreid.
Je doet dit voor jezelf in stilte.

Klaar? Maak de opdrachten van theoriekaart 9.
timer
10:00

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Kenmerken bacteriën en virussen

Slide 36 - Tekstslide

Lichamelijk en psychische klachten

Slide 37 - Tekstslide

Orgaandonatie

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van 9 (hoofdstuk 5).
Je mag zachtjes overleggen

Klaar? Maak een casusopdracht
timer
10:00

Slide 39 - Tekstslide

Casusopdrachten
In de classroom staan er 4 verschillende documenten klaar
Per document een casus + opdrachten

Kies 1 casus en voer de 
opdrachten uit

Slide 40 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt 2 groepen ziekteverwekkers​ noemen.
  • Je kunt de verschillen tussen bacteriën en virussen uitleggen.
  • Je kunt de verschillende manieren van besmetting benoemen.
  • Je kunt het verschil tussen een lichamelijke en geestelijke/psychische klacht uitleggen.

Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk + vooruitblik
Huiswerk voor maandag:
Theoriekaart 9 af 

Volgende les:
Schoon drinkwater

Slide 42 - Tekstslide

Kruiswoordpuzzel maken
timer
10:00
Werk 10 minuten helemaal voor jezelf om te kijken wat je nog weet en wat je nog extra moet herhalen.
 
Gebruik TK 7 en 7B.

Klaar? Maak tk 9. Daarna klassikaal bespreken

Slide 43 - Tekstslide

Op reis
1 vwo
Ga in jouw  groepje zitten van 'Op reis'

Slide 44 - Tekstslide

Wist je dat .....

  • Het menselijk lichaam voor ongeveer
     65% uit water bestaat?
  • Een mens kan ongeveer een maand zonder voedsel
    leven, maar hooguit een week zonder water.
  • Meer dan 2 miljard mensen op aarde hebben geen
    toegang tot veilig drinkwater.

Slide 45 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

1. Herhalen vorige les
2. Aan de slag met casussen
3. Start schoon drinkwater
4. Afsluiting les

Doelen:
  • Je wijst de volgende begrippen aan in een plaatje: suspensie, bezinken, filtreren en indampen.
  • Je verklaart hoe water wordt gezuiverd in Nederland en beschrijft hierbij waarom het kraanwater in andere landen soms niet geschikt is om te drinken.
















Slide 46 - Tekstslide

Herhalen vorige les

Slide 47 - Tekstslide

Casusopdrachten
In de classroom staan er 4 verschillende documenten klaar
Per document een casus + opdrachten

Kies 1 casus en voer de 
opdrachten uit

Klaar? Verder met werkstuk
timer
20:00

Slide 48 - Tekstslide

Je kunt ziek worden als je vervuild water drinkt....

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Link

Verschil oplossing en suspensie
Water en zand
Water en zout

Slide 51 - Tekstslide

Oplossing: In een oplossing zijn twee stoffen gelijkmatig door elkaar gemengd. Een oplossing is doorzichtig. Bijvoorbeeld limonade of suiker dat oplost in water.

Emulsie: In een emulsie zijn twee vloeistoffen pas gemengd door een derde stof. Een emulsie is troebel. Een emulsie is bijvoorbeeld shampoo of pindakaas.

Suspensie: Een suspensie bestaat uit twee stoffen (een vloeistof en een vaste stof) die langzaam uit elkaar gaan als je het laat staan. Gemengd is de suspensie troebel. Je kunt hierbij denken aan slootwater.

Slide 52 - Tekstslide

Zout is opgelost in water maar wat kun je doen om het zout er weer uit te halen?

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Link

Hoe wordt water gezuiverd?

Slide 55 - Tekstslide

De 4 water zuiver stappen. 
  1. Grofvuilverwijdering

  2. Voorbezinking

  3. Biologische reiniging

  4. Nabezinking 

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Video

Aan de slag
Maak theoriekaart 10
Je mag zachtjes overleggen

Klaar?
- Verwerk uitlegkaart 8 in jouw website

timer
10:00

Slide 58 - Tekstslide

Doelen check
  • Je wijst de volgende begrippen aan in een plaatje: suspensie, bezinken, filtreren en indampen.
  • Je verklaart hoe water wordt gezuiverd in Nederland en beschrijft hierbij waarom het kraanwater in andere landen soms niet geschikt is om te drinken.

Slide 59 - Tekstslide

Huiswerk + vooruitblik
Huiswerk voor woensdag:
Theoriekaart 10 af + aantekeningen aangevuld

Volgende les:
Schoon drinkwater + verder werken werkstuk

Slide 60 - Tekstslide

Op reis
1 vwo
Ga in jouw  groepje zitten van 'Op reis'

Slide 61 - Tekstslide

Feitjes

Slide 62 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

1. Herhalen vorige les
2. Practicum schoon drinkwater
3. Verder met het werkstuk
4. Afsluiting les

  • Je wijst de volgende begrippen aan in een plaatje: suspensie, bezinken, filtreren en indampen.
  • Je verklaart hoe water wordt gezuiverd in Nederland en beschrijft hierbij waarom het kraanwater in andere landen soms niet geschikt is om te drinken.
  • Je hebt jouw website bijgewerkt tot en met uitlegkaart 8.















Slide 63 - Tekstslide

De 4 water zuiver stappen. 
  1. Grofvuilverwijdering

  2. Voorbezinking

  3. Biologische reiniging

  4. Nabezinking 

Slide 64 - Tekstslide

Stel je voor....

Slide 65 - Tekstslide

Practicum
Wat? Practicum Drinkwater (EERST LEZEN DAN MAKEN)

Wie? in groepjes

Hoelang? 10/15 min de tijd om te bouwen dan gaat het water erin

Vragen? Steek je hand omhoog en stel die aan mij of meneer Donath

Klaar? Alvast aan de slag met uitlegkaart 8
timer
8:00

Slide 66 - Tekstslide

Nabespreken Practicum
  • Waarom gaat het water als eerst langs de stenen?

  • Waarom komt hierna het zand?

  • Waarom als laatste de houtskool?

  • Wat is er schoner?
    Water van een meer (oppervlaktewater) OF
    Water uit de grond (grondwater)


Slide 67 - Tekstslide

Aan de slag
Uitlegkaart 8: Schoon drinkwater (classroom)
Vul alles op jouw website in

Klaar? Check of jij uitlegkaart 7 en 8 volgens het 
beoordelingsformulier hebt gemaakt.

Slide 68 - Tekstslide

Leerdoelen check
  • Je wijst de volgende begrippen aan in een plaatje: suspensie, bezinken, filtreren en indampen.
  • Je verklaart hoe water wordt gezuiverd in Nederland en beschrijft hierbij waarom het kraanwater in andere landen soms niet geschikt is om te drinken.
  • Je hebt jouw website bijgewerkt tot en met uitlegkaart 8.

Slide 69 - Tekstslide

Huiswerk + vooruitblik
Uitlegkaart 8 af

Volgende les: 
Duurzaam toerisme en money

Slide 70 - Tekstslide