Leeskringgesprek

Leeskringgesprek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leeskringgesprek

Slide 1 - Tekstslide

Wat vind jij tot nu toe van jouw boek? Leg uit waarom!

Slide 2 - Open vraag

Lesdoelen
  • Ik weet wat een agendapunt inhoud en kan er twee formuleren.
  • Ik weet wat literaire begrippen zijn, waar ik de betekenis hiervan kan vinden en welke ik ga gebruiken in mijn leeskringgesprek. 

Slide 3 - Tekstslide

Literair begrip 
  • Een literair begrip is een begrip dat wordt gebruikt om literaire teksten te analyseren. Literaire begrippen kunnen worden opgedeeld in groepen: 
  1. genre (liefdesverhaal, detective, sciencefiction, horror, avontuur, enz.)
  2. thema (liefde, dood, sport, oorlog, scheiding, vriendschap, enz.)
  3. symbolen (slang voor verleiding en bedrog / vogel voor vrijheid, enz.)
  4. personages (hoofdpersonages / bijpersonages)
  5. perspectief (ik-perspectief / hij/zij-perspectief / alwetend perspectief)
  6. ruimte en tijd (de plek waar /  de tijd waarin het zich afspeelt)

Slide 4 - Tekstslide

Wat staat er in de agenda?
a. Titel + auteur
b. Namen van de groepsleden
c. Twee agendapunten per persoon over: gebeurtenis, thema boek, indruk, gevoel, titel, enz. Waar mogelijk ook bladzijde(s) hiervan vermelden.
d. Wie behandelt welk literair begrip? (allemaal 1 met duidelijke uitleg en voorbeelden erbij)
e. Iedereen zijn/haar mening met onderbouwing


Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld van 
2 agendapunten

  1. Gedachten moordenaar
  2. mysterieuze briefjes

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een round character ?
A
Een personage van wie niet alleen het uiterlijk maar ook het innerlijk goed wordt beschreven.
B
Een personage van wie je maar een paar dingen te weten komt.

Slide 7 - Quizvraag

Een flat character is een personage van wie je maar een paar dingen te weten komt.
A
Niet waar
B
Waar
C
Soms waar
D
Geen idee

Slide 8 - Quizvraag

Een round character is vaak een:
A
hoofdpersoon
B
bijpersoon

Slide 9 - Quizvraag

Wat nu?!
  1. In groepjes van het leeskringgesprek gaan zitten.
  2. Kies allemaal 2 agendapunten en 1 literair begrip uit. Bespreek deze in je groepje, zodat niemand hetzelfde behandelt. 
  3. Als je het boek al uit hebt: vorm je mening over het boek en beargumenteer goed waarom dit jouw mening is. 
Klaar? Dan mag je kiezen uit:
1. Agendapunten en literaire begrip uitwerken voor jezelf
2. Boek verder- of uitlezen



Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet wat een agendapunt inhoud en kan er twee formuleren.
  • Ik weet wat literaire begrippen zijn, waar ik de betekenis hiervan kan vinden en welke ik ga gebruiken in mijn leeskringgesprek. 

Slide 11 - Tekstslide