Thema 2 paragraaf 1 en 2: voortplantingsstelsel van de man en de vrouw

Thema 2: Voortplanting
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2: Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

voortplantingsstelsel
man

Slide 3 - Woordweb

Lesdoelen
-Ik kan de delen van het voortplantingsstelsel van een man aanwijzen in een afbeelding
-Ik kan de functies en werking van delen van het voortplantingsstelsel van een man beschrijven

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

De penis

- Urinebuis: vervoert urine en sperma naar buiten
- Eikel: top van de penis, erg gevoelig
- Voorhuid: bedekt en beschermt de penis
- Zwellichamen: kunnen zich met bloed vullen; de penis wordt dan stijf

Slide 5 - Tekstslide

Zwellichamen
  • In de penis bevinden zich zwellichamen.
  • Als deze zwellichamen zich vullen met bloed, krijgt de man een erectie. (een 'stijve')

Slide 6 - Tekstslide

Voorplantingsstelsel van de man
Teelballen: Orgaan dat de zaadcellen maakt.
Balzak: Huidplooi waar de teelballen in liggen.
Bijballen: Hier worden de zaadcellen opgeslagen.
Zaadleiders: Vervoeren de zaadcellen.
Zaadblaasjes: Voegt vocht toe aan de zaadcellen 
Prostaat: Voegt vocht toe aan de zaadcellen.

Sperma: Zaadcellen + toegevoegd vocht.
Door het vocht --> beter bewegen

Slide 7 - Tekstslide

Weetje...

De urinebuis vervoert ook urine uit de blaas naar buiten.
Urine kan de zaadcellen beschadigen.
Daarom komt bij een zaadlozing eerst voorvocht uit de penis.
Dit vocht maakt de urinebuis schoon.

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen
-Ik kan de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw aanwijzen in een afbeelding
-Ik kan de functies en werking van delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw beschrijven

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 9 - Tekstslide

voortplantingsstelsel
vrouw

Slide 10 - Woordweb

Verhouding voorplantingsstelsel tot lichaam

Slide 11 - Tekstslide

De vulva
Een deel van de voortplantingsorganen van een vrouw kun je aan de buitenkant zien. Dit deel noem je de vulva

de delen van de vulva:
• de buitenste en binnenste schaamlippen
• de top van de clitoris
• de opening van de vagina

Slide 12 - Tekstslide

Schaamlippen
Je hebt de binnenste en buitenste schaamlippen.

De buitenste zijn behaarde huidplooien.

De binnenste schaamlippen maken ook vocht aan. Dit vocht is een soort natuurlijk glijmiddel.

Slide 13 - Tekstslide

Opening vagina
Rond de opening van de vagina ligt het maagdenvlies

Het maagdenvlies is bij iedereen anders gevormd. 
Dit is  een slijmachtige huidplooi. Het kan soms gebeuren dat bij penetreren dit kan "scheuren" hierbij komt bloed bij vrij.  

Slide 14 - Tekstslide

Clitoris
Bovenaan tussen de schaamlippen ligt de top van de clitoris de clitoriseikel.
Deze is gevoelig voor aanraking. Hieromheen ligt een huidplooi de clitorishoed.

De zwellichamen liggen onder de schaamlippen. De zwellichamen vullen zich met bloed bij seksuele opwinding. De wand van de binnenste schaamlippen maakt dan vocht. Daardoor wordt de toegang tot de vagina gladder.




Slide 15 - Tekstslide

Baarmoeder 
De Baarmoeder is ongeveer zo groot als een peer. 

De baarmoeder is erg rekbaar dit is nodig omdat een baby hierin groeit als de vrouw zwanger is. 


Slide 16 - Tekstslide

Eierstok
In de eierstok zitten de eicellen van een vrouw. Deze cellen zijn onrijp. 

De eicellen zijn al vanaf de geboorte aanwezig dit zijn honderdduizenden stuks er komen geen nieuwe bij

In de puberteit beginnen de onrijpe eicellen zicht te ontwikkelen.



Slide 17 - Tekstslide

ovulatie
Vanaf de puberteit wordt ongeveer één keer per maand een eicel rijp.
 De rijpe eicel komt dan vrij uit een eierstok. 
Dit heet de ovulatie of eisprong.


De eicel zit in een follikel in de eierstok. De follikel is een soort blaasje die vocht kan opnemen.
Nadat de eicel is vrijgekomen, verschrompelt de follikel.

Slide 18 - Tekstslide

Alle follikels zijn al gevormd voordat een meisje geboren wordt. Deze follikels kunnen rijpen vanaf de puberteit tot aan de overgang. Bij de meeste vrouwen begint de overgang rond hun vijftigste levensjaar. Na de overgang rijpen er geen follikels meer. Er komen dan geen eicellen meer vrij.

Slide 19 - Tekstslide

Extra materiaal

Slide 20 - Tekstslide

Zaadleider
Urineblaas
Zaadblaasje
Prostaat
Zwellichaam
Penis
Bijbal
Teelbal
Balzak
Urinebuis
Eikel
Voorhuid

Slide 21 - Sleepvraag

welk onderdeel vult zich met bloed waardoor een man een erectie krijgt?
A
teelballen
B
urinebuis
C
zwellichamen
D
zaadleider

Slide 22 - Quizvraag

Waar worden
de zaadcellen gemaakt?
A
in de prostaat
B
in de bijballen
C
in het zaadblaasje
D
in de teelballen

Slide 23 - Quizvraag

Aan het (huis)werk
Klaar? 
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.htm
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/functiesman.htm





Slide 24 - Tekstslide

Aan het (huis)werk
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/vrouw.htm
https://www.bioplek.org/animaties/voortplanting/vrgeslachtsorgx.html
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Vrouw/bevruchtingeierstokOB.htm






Slide 25 - Tekstslide