Les - 3 februari 2021 - leesvaardigheid

Welkom
Tijdens deze les gaan we aan de slag met leesvaardigheid.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Tijdens deze les gaan we aan de slag met leesvaardigheid.

Slide 1 - Tekstslide

Leesvaardigheid

Slide 2 - Woordweb

Een zakelijke tekst bestaat altijd uit?

Slide 3 - Open vraag

Inleiding
Kern
Slot
Het onderwerp van de tekst.
Hierin worden de deelonderwerpen besproeken.
Bevat bv:
De hoofdgedachte
Een advies
Een conclusie
Korte samenvatting
Toekomstverwachting
Antwoord op vraag

Slide 4 - Tekstslide

Een feit
Een mening
Argument
Kun je controleren.
Kun je niet controleren. Hiermee kun je het eens of oneens zijn.
Legt uit waarom je een bepaalde mening hebt.

Slide 5 - Sleepvraag

Een feit: kun je controleren.
Een mening: hiermee kun je het eens of oneens zijn.
Een argument: hiermee legt de schrijver zijn of haar argument uit.
Dus:

Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 7 - Woordweb

Signaalwoorden
Verband
Voorbeelden
Opsomming
Ook, tevens, bovendien
Tegenstelling
Maar, echter, hoewel
Tijdsvolgorde
Eerst, daarna, voordat
Oorzaak-gevolg
Doordat, het gevolg is
Vergelijking
Net zo als, even...als
Voorbeeld
Zo, zoals, onder andere
Conclusie
Dus, dat betekent

Slide 8 - Tekstslide

Wat voor soort signaalwoord is: "net zo als"?
A
Oorzaak-gevolg
B
Conclusie
C
Voorbeeld
D
Vergelijking

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor soort signaalwoord is: "tevens"?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Vergelijking
D
Conclusie

Slide 10 - Quizvraag

Wat voor soort signaalwoord is: "hoewel"?
A
Vergelijking
B
Voorbeeld
C
Oorzaak-gevolg
D
Tegenstelling

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort signaalwoord is: "nadat"?
A
Tijdsvolgorde
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Opsomming

Slide 12 - Quizvraag

Hoe lees je een tekst wanneer je controleert of de bron betrouwbaar is?

Slide 13 - Open vraag

Op welke onderdelen controleer je de betrouwbaarheid van een tekst?

Slide 14 - Woordweb

Een tekst controleer je op:
  • de bron
  • de schrijver
  • het doel
Bron
Moet actueel zijn. Dit is terug te vinden in de bronvermelding.
Schrijver
Is deskundig als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept.
Doel
Een tekst is partijdig of onpartijdig.

Slide 15 - Tekstslide

Welke leesstrategieën zijn er?

Slide 16 - Woordweb

Welke strategie zet je in wanneer je:
snel wilt weten of de tekst bruikbaar is.
A
Globaal
B
Precies
C
Zoekend
D
Oriënterend

Slide 17 - Quizvraag

Welke leesstrategie gebruik je wanneer:
je wilt controleren of het een betrouwbaar artikel is.
A
Zoekend
B
Intensief
C
Globaal
D
Kritisch

Slide 18 - Quizvraag

Welke strategie zet je in wanneer je:
de hoofdzaken van een tekst wilt vinden.
A
Zoekend
B
Globaal
C
Kritisch
D
Precies

Slide 19 - Quizvraag