ANFY TA Nieren overzicht

Nieren
Hoofdstuk
7.2
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
fysiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Nieren
Hoofdstuk
7.2

Slide 1 - Tekstslide

Blaas
Ureter
Nier
Urethra

Slide 2 - Sleepvraag

Verbind de juiste namen bij de onderdelen van de nier.
Nierschors
Urineleider
Nierslagader
Nierbekken
Nierader
Niermerg

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

De eerste stap in de productie van urine is de ultrafiltratie. Waar vindt dit plaats?
A
kluwen van haarvaten (glomerulus)
B
nierbekken
C
Lis van Henle
D
verzamelbuisje

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

0,2 mm

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel liter voorurine wordt er per dag in totaal in de glomeruli geproduceerd?
A
1500
B
180
C
25
D
1,5

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort NIET in de voorurine te zitten?
A
Glucose
B
Eiwit
C
Ureum
D
NaCl (zout)

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is de functie van de Lis van Henle?
A
Afvalstoffen uit het bloed filteren
B
Hormonen produceren
C
Water resorberen
D
Glucose uitscheiden

Slide 12 - Quizvraag

Gerbil
Woestijnratje uit Mongolië

Langere Lis van Henle

Kan MEER water terugresorberen uit de voorurine

Verliest dus MINDER water via de urine

Super handig voor een woestijndiertje :)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Osmotische waarde
= concentratie opgeloste deeltjes (bv zout)

Als je alleen water binnen krijgt DAALT de osmotische waarde van het bloed


Slide 17 - Tekstslide

Waar wordt ADH geproduceerd?
A
In de hypothalamus (hersenen)
B
In de bijnieren
C
In het rode beenmerg
D
In het hart

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het teken voor de hypothalamus om meer ADH te gaan maken?
A
Lage osmotische waarde van het bloed
B
Hoge osmotische waarde van het bloed
C
Weinig zuurstof in het bloed
D
Veel CO2 in het bloed

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het effect van ADH?
A
Meer productie voorurine
B
Minder productie voorurine
C
Meer terugresorbtie van water
D
Minder terugresorbtie van water

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Je drinkt een liter Spa Blauw en de osmotische waarde van je bloed daalt.

Wat gebeurt er met de productie van ADH?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk
D
Weet niet

Slide 22 - Quizvraag

Er is minder ADH.
Wat gebeurt er met de terugresorbtie van water in het nefron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 23 - Quizvraag


Minder ADH

Minder terugresorbtie van water in het nefron

MEER urineproductie

Vaker plassen -->





Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Aldosteron
De hoeveelheid zout en water in het lichaam wordt door meerdere hormonen gereguleerd.

Aldosteron is ook een hormoon dat hierbij betrokken is

Slide 26 - Tekstslide

Aldosteron
Aldosteron 
Wordt geproduceerd in de bijnier

Bloeddruk daalt? --> MEER aanmaak aldosteron

Bloeddruk stijgt? --> MINDER aanmaak aldosteron








Slide 27 - Tekstslide

Aldosteron
Aldosteron bevordert de werking van de Na/K pompen in het tweede gekronkelde nierbuisje.

Hoe meer Aldosteron hoe meer Na+ (natrium) (zout) er uit de voorurine wordt gehaald en terug naar het bloed wordt gepomt.

Zout trek water aan (osmose), dus er wordt ook water uit de voorurine gehaald

Meer aldosteron --> MINDER urineproductie














Slide 28 - Tekstslide

Effect Aldosteron
Als de bloeddruk daalt --> MEER aanmaak aldosteron in de bijnieren --> in de distale tubulus wordt MEER natrium uit de voorurine gehaald. Met natrium komt ook water mee (osmose) --> er blijft MEER water en MEER natrium in het lichaam (en je plast er dus MINDER van uit) --> bloedvolume en bloeddruk stijgen 

Slide 29 - Tekstslide

Casus
Je eet een zak chips (zout)
en drinkt een fles cola (water)

Slide 30 - Tekstslide

Je krijgt een flinke hoeveelheid vocht en zout binnen. Wat gebeurt er met het bloedvolume en de bloeddruk?
A
Dalen
B
Stijgen
C
Blijven hetzelfde
D
Weet niet

Slide 31 - Quizvraag

De bloeddruk stijgt.
Wat gebeurt er met de aanmaak van aldosteron?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft hetzelfde
D
Weet niet

Slide 32 - Quizvraag

Aldosteron
Aldosteron 
Wordt geproduceerd in de bijnier

Bloeddruk lager --> MEER aanmaak aldosteron

Bloeddruk hoger --> MINDER aanmaak aldosteron








Slide 33 - Tekstslide

Minder Aldosteron?
Minder heropname van zout en water vanuit de distale tubulus (tweede gekronkelde buisje)




Slide 34 - Tekstslide

Minder aldosteron, minder heropname van zout en water uit distale tubulus..... wat gebeurt er dan met de urineproductie?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 35 - Quizvraag

Minder aldosteron
Minder heropname zout en water in de distale tubulus

Meer urineproductie

Bloeddruk daalt 

Slide 36 - Tekstslide

Dit is dus homeostase: negatieve feedback

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Kringspieren blaas
Interne sphincter: glad spierweefsel. Onbewust aansturen

Externe sphincter: dwarsgestreept spierweefsel. Bewust aansturen (zindelijkheid)

Slide 43 - Tekstslide

Nieren en het gebit
Nieren en bloeddruk (medicijnen)


Nierfalen en parodontitis

Slide 44 - Tekstslide

Bloeddrukmedicatie - Diuretica
Bij hoge bloeddruk  worden vaak medicijnen gegeven die werken via de nieren:
Diuretica

Meer plassen --> lagere bloeddruk

Bijwerking: xerostomie


Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video