les 1 blokuur ma1 3A 26-8

Voorstellen
Mevr. Kwakman
Maatschappijkunde/Maatschappijleer
Mentor klas 4E
23
Amsterdam

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Voorstellen
Mevr. Kwakman
Maatschappijkunde/Maatschappijleer
Mentor klas 4E
23
Amsterdam

Slide 1 - Tekstslide

Wat kunnen jullie van mij verwachten als docent? 
- Lessonup
- Via Magister bericht/mail altijd te bereiken
- Leerdoel en leerdoel check... waarom is dat belangrijk? 
- Veel contact....
- Telefoon wel/niet zie BORD!! 

Wat verwachten jullie van mij? 

Slide 2 - Tekstslide

Wat verwacht ik van jullie? 
- Initiatief
- Respect naar elkaar 
- Telefoondiscussie

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijk!! 
- Maatschappijleer (krijg je alleen in leerjaar 3. Afronden met voldoende ( anders niet overgaan naar leerjaar 4)
- Maatschappijkunde

- niet allebei tegelijk....
Wél verschillende boeken.. 

Slide 4 - Tekstslide

Maatschappijkunde
Per thema een apart boek!  Dus dit jaar de boekjes;

  • Multiculturele samenleving
  • Werk
  • Massamedia

Elk boek krijg je TWEE toetsen van!! (je haalt dit jaar dus 6 cijfers) Met je eindcijfer jaar 3 ga je je examens in... Dus je maakt in jaar 4 wel toetsen bij Maatschappijkunde maar tellen niet mee als SE cijfer!)

Slide 5 - Tekstslide

Welk begrip gaat het woordweb over?? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les kan je:

1; Uitleggen wat het verschil is tussen gedragsregels en wetten

2; Uitleggen waarom je op veel verschillende manieren afhankelijk bent van andere mensen

    Slide 8 - Tekstslide

    Slide 9 - Tekstslide

    Samenleven (1)
    • Maatschappijleer gaat over de samenleving

    • Samenleven doe je in grote en kleine groepen, zoals met je klasgenoten of in je buurt

    • Deze kleine groep mensen in je omgeving zie je regelmatig. Dit noemen we: sociale omgeving

    Slide 10 - Tekstslide

    Samenleven (2)
    • Samenleven doen we ook een grotere groep

    • In Nederland leven wij bijvoorbeeld samen met miljoenen mensen.

    • Zo'n grotere groep heet de maatschappij

    Slide 11 - Tekstslide

    Je hebt anderen nodig

    • Mensen zijn afhankelijk van elkaar: school, winkels, je sociale omgeving

    • Omdat mensen met miljoenen samenleven én omdat we afhankelijk zijn van anderen, moeten er afspraken zijn

    Slide 12 - Tekstslide



    Samenleven kan 
    niet zonder regels

    Slide 13 - Tekstslide

    Gedragsregels
    • Regels die je automatisch toepast en vanzelfsprekend vindt

    • Zijn zelden opgeschreven

    • Hebben vaak met fatsoen te maken: fatsoensregels

    • Bijvoorbeeld: iemand een hand geven of opstaan in een volle bus voor iemand die slecht te been is

    Slide 14 - Tekstslide

    Wetsregels
    • Regels die in wetten zijn vastgelegd.

    • Deze regels zijn opgeschreven

    • Bijvoorbeeld: niet door rood fietsen of je verdient het minimumloon als je werkt

    Slide 15 - Tekstslide

    Maatschappijleer 1.1
    - Namenrondje
    - mini quiz

    Slide 16 - Tekstslide

    Een voorbeeld van een groep uit je je sociale omgeving is:
    A
    je ouders
    B
    de politie van je stad
    C
    je teamgenoten bij de voetbalclub
    D
    je broer en zus

    Slide 17 - Quizvraag

    Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
    A
    Na toiletbezoek je handen wassen
    B
    Geen afval op straat gooien
    C
    Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
    D
    In restaurants geef je een fooi

    Slide 18 - Quizvraag

    Welke stelling is juist?

    1. Jouw sociale omgeving wordt gevormd door mensen die je kent en waarmee je dingen samen doet.

    2.Maatschappij is een ander woord voor sociale omgeving.
    A
    Alleen stelling 1 is juist
    B
    Alleen stelling 2 is juist
    C
    Beide stellingen zijn juist
    D
    Beide stellingen zijn onjuist

    Slide 19 - Quizvraag

    Een ander woord voor de maatschappij is:
    A
    belangengroep
    B
    sociale omgeving
    C
    overheid
    D
    samenleving

    Slide 20 - Quizvraag

    Bij welk van de onderstaande voorbeelden gaat het om een wetsregel?
    A
    In de bus sta je op voor een zwangere vrouw
    B
    Bij het concert sluit je achteraan in de rij
    C
    Je bedankt de leraar na de les
    D
    Je gaat naar school

    Slide 21 - Quizvraag

    Welke stelling is juist?

    1. Bij maatschappijleer bereid je je voor op deelname aan de samenleving.

    2. Maatschappijleer sluit goed aan bij opleidingen in de zorg en bij de politie.
    A
    Alleen stelling 1 is juist
    B
    Alleen stelling 2 is juist
    C
    Beide stellingen zijn juist
    D
    Beide stellingen zijn onjuist

    Slide 22 - Quizvraag

    Leerdoelen check; 
    1; Uitleggen wat het verschil is tussen gedragsregels en wetten

    2; Uitleggen waarom je op veel verschillende manieren afhankelijk bent van andere mensen

    Slide 23 - Tekstslide

    Dit was de uitleg van 1.1 Wat is maatschappijleer
    Wat doe je nu? 
    • Maak opgaven; 1 t/m 5  van 1.1!!  BLADZIJDE 7

    - Dit doe je zelfstandig, als je hulp nodig hebt steek je je vinger op.

    • Huiswerk voor de volgende keer = 1 t/m 5, 7, 8 en 9

    Slide 24 - Tekstslide

    1.2 Wat leer je bij Maatschappijleer? 

    Bladzijde 10

    Samen lezen 

    Slide 25 - Tekstslide

    Beantwoord de volgende vragen; 
    Eerst noteer je zelf de antwoorden. (4 minuten)
    • Na 4 minuten; ga je bespreken met je buurman/buurvrouw wat jullie denken dat de juiste antwoorden moeten zijn.
    1: Alleen mensen kunnen normen en waarden hebben. 
    2 ; Wat zou een voorbeeld zijn van een norm die bijna altijd voor iedereen geldt?
    3; De wetten in Nederland zijn gebaseerd op normen en waarden.
    4; Waarom is asociaal gedrag niet altijd strafbaar? Leg uit..




    timer
    4:00

    Slide 26 - Tekstslide

    Bedenk een vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

    Slide 27 - Open vraag

    Geef een tip en een top over deze les

    Slide 28 - Open vraag

    Wat doe je nu? 
    Maken op pagina 11: opgaven 1 t/m 5 van 1.2
    Hoe?
    - zelfstandig, vraag/hulp nodig? Vinger opsteken

    - Als je klaar bent; laat weten aan mij, ik kom je antwoorden bekijken!  

    Slide 29 - Tekstslide

    Huiswerk volgende les: 
    Van 1.1 ; opgaven 1 t/m 5, 7 8 9 
    Van 1.2; opgaven 1 t/m 5, 7 8 10 11

    Slide 30 - Tekstslide