H8: 8.5/ Oppervlakte en inhoud vergroten - 2M

Uitzetten
Profielfoto van jezelf
Welkom bij wiskunde!
We gaan zo starten
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed
 in
Zet even 
een 
in de chat. Dan weet ik dat je er bent.
Start geen nieuwe vergadering
Mevrouw Vos
Log ook in deze LU in met de code
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Uitzetten
Profielfoto van jezelf
Welkom bij wiskunde!
We gaan zo starten
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed
 in
Zet even 
een 
in de chat. Dan weet ik dat je er bent.
Start geen nieuwe vergadering
Mevrouw Vos
Log ook in deze LU in met de code

Slide 1 - Tekstslide

De les heeft vragen, dus even laten inloggen
Zoek 
Lesplanning:   
  • Lesdoel bekijken
  • Terugblik: vk t/m 8.3
  • Theorie/uitleg: 8.5
  • Huiswerk
  • Lesdoel behaald?
  • Filmpjes 
Pak je boeken en schriften!

H8: Inhoud en vergroten:
  1. Inhoud berekenen
  2. Inhoud piramide en kegel
  3. Vergrotingsfactor
  4. Gelijkvormige driehoeken
  5. Oppervlakte en inhoud vergroten
  6. schaal
Maak de opgaven en kijk ze na.
Zoek hulp waar mogelijk.

Slide 2 - Tekstslide

paragraaf 6.4 is alleen voor de havo
Lesdoel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van welke figuren bereken je de inhoud met
Inhoud = opp. grondvlak x hoogte
A
vlakke figuren
B
"rechte"ruimtefiguren
C
"puntige"ruimtefiguren
D
Alle ruimtefiguren

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welke figuren bereken je de inhoud met
Inhoud = x opp. grondvlak x hoogte
31
A
Vlakke figuren
B
"rechte" ruimtefiguren
C
"puntige" ruimtefiguren
D
Alle ruimtefiguren

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de foto naar de juiste formule
zijde3
straal2 x pi x hoogte
1/2 x zijde x bijb. hoogte x hoogte
lengte x breedte x hoogte
straal2 x pi x hoogte : 3
lengte x breedte x hoogte : 3

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke formule bereken je de vergrotingsfactor?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De vf = 2
Is dit een vergroting of verkleining?
A
vergroting
B
verkleining

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een kopieerapparaat op 80% staat, wat is dan de vf?
A
0,2
B
80
C
20
D
0,8

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lijn van 2 cm wordt 3 keer vergroot.
Hoe lang wordt de lijn?
A
6 cm
B
2/3 cm

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Oppervlakte vergroten

We bekijken een filmpje, waarna je de volgende opgave gaat oplossen:

             Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm2

             Van een tweede vierkant is de oppervlakte 36 cm2.


             a. Hoe vaak kan de eerste vierkant in de tweede?

             b. Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm2.
Van een tweede vierkant is de oppervlakte 36 cm2.

Hoe vaak kan de eerste vierkant in de tweede?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Oppervlakte vergroten

Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm2

Van een tweede vierkant is de oppervlakte 36 cm2.

     a. Hoe vaak kan de eerste vierkant in de tweede?


  • 36 : 9 = 4, dus de eerste kan 4 keer in de tweede.

  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm2.
Van een tweede vierkant is de oppervlakte 36 cm2.

Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Oppervlakte vergroten

Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm2

Van een tweede vierkant is de oppervlakte 36 cm2.

     b. Wat is de vergrotingsfactor?

  • De maten van de eerste 3 x 3. De maten van de tweede 6 x 6.
  • De lengte en breedte zijn beide 2x zo groot, dus vf = 2.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Oppervlakte vergroten

Als we de opgave omdraaien in:

Van een vierkant is de oppervlakte 9 cm2.  De vf = 2. Hoeveel is dan de oppervlakte van het vergrootte vierkant?


Gebruik formule: 

                                                               =    22  x             9

                                                               =     4    x             9                  = 36 cm2

Opp. beeld=vf2 X opp. origineel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
8 cm2
B
16 cm2
C
15 cm2
D
2 cm2

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De oppervlakte was 15 cm2
A
540 cm2
B
90 cm2
C
2,5 cm2
D
ca. 0,4 cm2

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de vergrotingsfactor, als de oppervlakte 16 keer vergroot wordt?
A
16
B
4
C
2
D
8

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Inhoud vergroten
Waar kwam het kwadraat vandaan bij Opp. beeld = vf2 x opp.origineel?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Inhoud vergroten
Waar kwam het kwadraat vandaan bij Opp. beeld = vf2 x opp.origineel?
  • Van de lengte en de breedte.
    Dit zijn 2 afmetingen ofwel 2 dimensies, dus kwadraat.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Inhoud vergroten
Waar kwam het kwadraat vandaan bij Opp. beeld = vf2 x opp.origineel?
  • Van de lengte en de breedte.
    Dit zijn 2 afmetingen ofwel 2 dimensies, dus kwadraat.
  • Hoe zal dat dan bij inhoud zijn?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Inhoud vergroten
Waar kwam het kwadraat vandaan bij Opp. beeld = vf2 x opp.origineel?
  • Van de lengte en de breedte.
    Dit zijn 2 afmetingen ofwel 2 dimensies, dus kwadraat.
  • Hoe zal dat dan bij inhoud zijn?
  • Lengte, breedte en hoogte. Dit zijn 3 afmetingen ofwel 3 dimensies.
    Dus tot de macht 3

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Inhoud vergroten
Waar kwam het kwadraat vandaan bij Opp. beeld = vf2 x opp.origineel?
  • Van de lengte en de breedte.
    Dit zijn 2 afmetingen ofwel 2 dimensies, dus kwadraat.
  • Hoe zal dat dan bij inhoud zijn?
  • Lengte, breedte en hoogte. Dit zijn 3 afmetingen ofwel 3 dimensies.
    Dus tot de macht 3
  • Inhoud beeld = vergrotingsfactor3 x inhoud origineel

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Inhoud vergroten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vf = 0,6

A
Groter
B
kleiner

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8.5: Inhoud vergroten

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2,6 miljoen m3

Vf = 0,6

A
561.600 m3
B
1,56 miljoen m3
C
936.000 m3

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken voor deze les: 
Blz. 195-205: Paragraaf 8.3 opg. 28, 29(=30), 30, 34, 35, 37, 39, 40, 41, 47 
Maken nadeze les: 
Blz. 211-218: Paragraaf 8.5 opg. 63, 64, 67, 68, 71, 72, 75 
Nakijken:
Huiswerk

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk verder week 23 + 24
Verder week 23 en 24: 
Blz. 219-228: Paragraaf 8.6 opg. 80, 83, 84, 90, 91, 95, 96, 98 
FT -> Blz. 233-235: D-toets H8 (opg. 9 en 10 hoeven NIET) 

Leren: 
Hoofdstuk 8: Inhoud en vergroten (Paragraaf 8.4 NIET)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel behaald?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formules voor de inhoud

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud 'recht ruimtefiguur'= opp. grondvlak x hoogte          

  • I kubus = lengte x breedte x hoogte

  • I balk = lengte x breedte x hoogte

  • I cilinder = straal2 x        x hoogte

  • I prisma       =     x zijde x bijbehorende hoogte x hoogte     
π
Δ
21
(I = Inhoud)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Puntig" Piramide
met vierkant/rechthoekig grondvlak
Het grondvlak van een kubus/balk is hetzelfde. Dus de kubus en balk zijn de 'rechte ruimtefiguren' die hierbij horen.

I kubus = lengte x breedte x hoogte
I balk = lengte x breedte x hoogte

  • I piramide                  =  lengte x breedte x hoogte : 3

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Puntig" kegel
Het grondvlak van een cilinder is hetzelfde. Dus de cilinder is het'rechte ruimtefiguur' dat hierbij hoort.

I cilinder =  straal2 x       x hoogte


  • I kegel =  straal2 x       x hoogte : 3

π
π

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies