7.1 - Nederland waterland

Zeewater kun je niet drinken omdat er veel teveel zout in zit, maar hoe zou je van zeewater drinkwater kunnen maken?
A
door er suiker aan toe te voegen
B
door het water te koken en vervolgens de waterdamp weer vloeibaar te maken
C
je kunt geen drinkwater maken van zeewater
D
door het zout eruit te zeven met een heel fijn filter
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Zeewater kun je niet drinken omdat er veel teveel zout in zit, maar hoe zou je van zeewater drinkwater kunnen maken?
A
door er suiker aan toe te voegen
B
door het water te koken en vervolgens de waterdamp weer vloeibaar te maken
C
je kunt geen drinkwater maken van zeewater
D
door het zout eruit te zeven met een heel fijn filter

Slide 1 - Quizvraag

7.1 NEDERLAND WATERLAND
Je leert...:
...wat oppervlaktewater is en wat grondwater is
...wat fasen zijn en welke drie fasen er zijn
...wat fase-overgangen zijn
...wat een waterwingebied is
...hoe de kringloop van het water verloopt

Slide 2 - Tekstslide

OPPERVLAKTEWATER

  • Zeeën
  • Meren
  • Plassen
  • Rivieren
  • Kanalen
  • Sloten 

Slide 3 - Tekstslide

GRONDWATER
Grondwater zit in de bodem, als het regent zakt het water de bodem in.

Op sommige plaatsen in Nederland wordt dit water uit de grond gehaald om er drinkwater van te maken.

Zo'n plaats heet een
WATER-WIN-GEBIED

Hier gelden hele strenge regels!

Slide 4 - Tekstslide

FASEN
Enkelvoud: een fase

De toestand waarin een stof zich kan bevinden.

VAST
VLOEIBAAR
GAS
IJS           WATER     WATERDAMP

Slide 5 - Tekstslide

FASE-OVERGANGEN
VAST ---> GAS
GAS ---> VAST

VLOEIBAAR ---> GAS
GAS ---> VLOEIBAAR

VAST ---> VLOEIBAAR
VLOEIBAAR ---> VAST

Slide 6 - Tekstslide

WATERKRINGLOOP

Slide 7 - Tekstslide

Hoe heet water in sloten?
A
grondwater
B
bodemwater
C
oppervlaktewater
D
waterwingebied

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet het water dat in de bodem zit?
A
grondwater
B
bodemwater
C
oppervalktewater
D
waterwingebied

Slide 9 - Quizvraag

Stoffen komen voor in maximaal drie fasen, welke zijn dat?
A
hard, zacht en wolken
B
vast, beweegbaar en los
C
ijs, water en damp
D
vast, vloeibaar en gas

Slide 10 - Quizvraag

In welke fase bevindt zich een wolk?
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasvormige fase
D
geen enkele fase

Slide 11 - Quizvraag

Welke fase-overgang vindt er plaats als je chocolade vloeibaar maakt in een pannetje?
A
condenseren
B
verdampen
C
smelten
D
stollen

Slide 12 - Quizvraag

Welke fase-overgang vindt er plaats als je brillenglazen beslaan?
A
condenseren
B
verdampen
C
smelten
D
stollen

Slide 13 - Quizvraag

7.1 NEDERLAND WATERLAND
Je hebt geleerd...:
...wat oppervlaktewater is en wat grondwater is
...wat fasen zijn en welke drie fasen er zijn
...wat fase-overgangen zijn
...wat een waterwingebied is
...hoe de kringloop van het water verloopt

Slide 14 - Tekstslide