LES DOEDAGEN

Economie - Meneer van der Woude 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Economie - Meneer van der Woude 

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij Economie?

Slide 2 - Woordweb

Wat is economie?
De economie bestudeert de behoeften van de mens. 
En mensen voorzien in hun behoeften door goederen en diensten te kopen. De aanschaf van goederen en diensten voor eigen gebruik wordt consumeren genoemd. En om te kunnen consumeren zijn er bedrijven die goederen en diensten produceren

Slide 3 - Tekstslide

PRODUCEREN, CONSUMEREN, GOEDEREN & DIENSTEN

Slide 4 - Tekstslide

Behoeften (wat heb je nodig) 
Basisbehoeften
Overige behoeften (wensen)

Slide 5 - Tekstslide

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 6 - Sleepvraag

Voorzien in behoeften 
Goederen gebruik je om in je behoeften te voorzien. Goederen zijn tastbare producten, je kunt ze aanraken. 

Diensten zijn niet-tastbare producten. Als iemand een dienst verleent, doet hij iets voor jou, zoals een fietsenmaker die je fiets repareert.

Slide 7 - Tekstslide

Het verschil tussen een product en een dienst is dat een product wel tastbaar is en een dienst niet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Produceren
  • Produceren = het maken van goederen en het leveren van diensten





Noem eens iets wat je kunt produceren?

Slide 9 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Maak binnen 5 minuten zoveel mogelijk vliegtuigjes. 
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • Technologische ontwikkelingen
  • Arbeidsverdeling (specialisatie)
  • Scholing
  • Prestatiebeloning
  • Verbeteren van arbeidsomstandigheden 

Slide 13 - Tekstslide

Joost repareert een vensterbank voor Meike. Is hier sprake van goederen en/of diensten?
A
Vensterbank = dienst, repareren = goed
B
Vensterbank = goed, repareren = dienst
C
Vensterbank = dienst repareren = dienst
D
Vensterbank = goed, repareren = goed

Slide 14 - Quizvraag

Gaat het hier om een goed of een dienst?
GOEDEREN
DIENSTEN
Inschrijving sportschool
Sportschoenen
Trainingspak
Sporttas
Huur squashracket
Huur kluisje

Slide 15 - Sleepvraag

Welk van onderstaande manieren verhoogt de arbeidsproductiviteit?
A
Arbeidsverdeling
B
Langer werken
C
Mensen ontslaat
D
Door scholing

Slide 16 - Quizvraag

De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...
A
dalen.
B
stijgen.
C
gelijk blijven.
D
verdwijnen.

Slide 18 - Quizvraag

https://quiz.ntr.nl/quiz/273/start

Slide 19 - Tekstslide

Bedankt dat je er was!
Tot de volgende keer op het Gomaruscollege

Slide 20 - Tekstslide