Rekenen: 326-37 herhaling

Lesopbouw
  • Wat weet ik al?
  • Doel van de les
  • Het denkwolkje
  • Samen oefenen
  • Jullie oefenen
  • Kleine lesafsluiting
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesopbouw
  • Wat weet ik al?
  • Doel van de les
  • Het denkwolkje
  • Samen oefenen
  • Jullie oefenen
  • Kleine lesafsluiting
  • Zelf aan de slag
  • Evaluatie



Slide 1 - Tekstslide

Wat weet ik nog: 
314-26
  1. Eerst  .................................  ik het getal dat eraf gaat handig. 
  2. Dan reken ik de som in  ........................................ uit. 
  3. Dat doe ik door eerst het getal ....... van 314 af te halen. 
  4. Daarna haal ik er nog ......... vanaf. 
  5. Nu weet ik wat er over blijft. 

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog?
Zet de getallen op volgorde van groot naar klein.  
Werk samen om dit zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen. 

Slide 3 - Tekstslide

Doel
Ik kan minsommen over het honderdtal uitrekenen in rekentaal (of met de getallenlijn).

Slide 4 - Tekstslide

Welke stappen zet ik?
1. Ik splits het getal dat eraf gaat.
2. Hoe splits ik het getal dat eraf gaat? 
3. Ik haal de gesplitste getallen in stapjes er van af. 
  • 346-21=
  • 223-73=
  • 724-46=

Slide 5 - Tekstslide

Samen oefenen
Sabine heeft met de spaaractie 325 punten gespaard. Hoeveel heeft ze over na het kopen van de tablet?
  • 325-211=

Slide 6 - Tekstslide

Samen oefenen
Peter heeft met de spaaractie 841 punten gespaard. Hoeveel heeft hij over na het kopen van de scooter?
  • 841-654=

Slide 7 - Tekstslide

Jullie oefenen
Sander heeft met de spaaractie 912 punten gespaard. Hoeveel heeft hij over na het kopen van de vliegreis?
  • 912-813=


Slide 8 - Tekstslide

Jullie oefenen
Finn heeft met de spaaractie 571 punten gespaard. Hoeveel heeft hij over na het kopen van de tent?
    • 571-560=


    Slide 9 - Tekstslide

    Samen oefenen
    • 161-73=
    • 461-73=


    Slide 10 - Tekstslide

    Jullie oefenen
    Van mijn huis naar ons vakantiehuis  is het 314 kilometer rijden. Ik heb al 236 kilometer gereden. 
    Hoeveel kilometer moet ik nog rijden?




    Slide 11 - Tekstslide

    Jullie oefenen
    Van mijn huis naar ons vakantiehuis  is het 245 kilometer rijden. Ik heb nu 87 kilometer gereden. 
    Hoeveel kilometer moet ik nog rijden?




    Slide 12 - Tekstslide

    Jullie oefenen
    Ik heb 102 euro in mijn spaarpot. 
    Ik koop een doos lego voor 36 euro. 
    Hoeveel geld heb ik nog over?




    Slide 13 - Tekstslide

    Jullie oefenen
    Ik heb 314 euro in mijn spaarpot. 
    Mijn zusje heeft niets dus geef ik haar 27 euro.
    Hoeveel geld hou ik zelf over?





    Slide 14 - Tekstslide

    Kleine lesafsluiting
    218-32=

    Slide 15 - Tekstslide

    Kleine lesafsluiting
    563-34=

    Slide 16 - Tekstslide

    Kleine lesafsluiting
    259-15=

    Slide 17 - Tekstslide

    Kleine lesafsluiting
    507-24= 483, dus...
    707-24=...................

    Slide 18 - Tekstslide

    Blok 2 week 3 les 1
    Maak opgave0, 1 en 2. 

    Klaar? 
    Besteed 10 minuten aan +
    Ga daarna verder met je persoonlijke leerdoelen. 
    Vergeet je doelenblad niet in te vullen. 

    Slide 19 - Tekstslide

    Blok 1 week 4 les 1
    Maak opgve 0, 1 en 2

    Klaar? 
    Schrijf op je doelenblad hoeveel plus of min je had bij het juiste onderdeel. 
    5 min. automatiseren. Daarna werk je aan een van de doelen op het doelenblad. 

    Slide 20 - Tekstslide

    Gooi de dobbelsteen!
    Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

    Hoe ging het samenwerken?                                               Kon je je concentreren?

    Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?

    Slide 21 - Tekstslide