Deze woorden moet je dus kennen:
AFSNIJDING - Een deel van de voorstelling wordt afgesneden door het kader.
ATMOSFERISCH PERSPECTIEF - Komt vooral voor in landschapsschilderkunst. De kleuren van het schilderij worden dichter bij de horizon steeds blauwer (grijsblauw). Hierdoor ontstaat diepte.
GROOT VOOR, KLEIN ACHTER - Vormen die kleiner zijn afgebeeld lijken verder weg te zijn dan vormen die groter zijn afgebeeld. Vormen die hoger in het beeldvlak zijn afgebeeld lijken verder weg te zijn dan vormen die lager in het beeldvlak zijn afgebeeld.
KIKVORSPERSPECTIEF - Je bekijkt de wereld als het ware door de ogen van een kikker.
OVERLAPPING - Er ontstaat diepte doordat een object gedeeltelijk voor een ander object staat. De mannen staan voor elkaar, ze overlappen elkaar. Dit is een veel voorkomende manier van ruimtesuggestie.
PLASTICITEIT - Wordt gesuggereerd op een plat vlak door licht en schaduw (met name door de eigen schaduw, maar ook door slagschaduw en belichte plekken)
VOGELVLUCHTPERSPECTIEF - Het lijkt alsof je door de ogen van een vogel naar een object of landschap kijkt.