Bouwsteen 3 lezen en luisteren oefening 2

Manieren van luisteren
-Globaal luisteren

-Precies luisteren

-Selectief luisteren

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Manieren van luisteren
-Globaal luisteren

-Precies luisteren

-Selectief luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Luisteroefening

Slide 2 - Tekstslide

Wat komt niet voor in een informatieve tekst?
A
Afbeeldingen
B
Mening van de schrijver
C
Feiten
D
Voorbeelden

Slide 3 - Quizvraag

6

Slide 4 - Video

00:25
Bekijk de rest van het filmpje
Je ziet interviews met Peter Braakman en Ahmet Polat. Ze komen allebei twee keer aan het woord.
Let goed op welke onderwerpen zij bespreken!

Slide 5 - Tekstslide

01:16
leep naar de juiste plek:
Wat vindt Peter belangrijk en wat vindt Ahmet belangrijk bij ondernemerschap?
Peter
Ahmet
timer
1:00
Een eigen stijl ontwikkelen
Werk uitbesteden
Financieel inzicht
Kwaliteit leveren

Slide 6 - Sleepvraag

02:38
Waar eindigt de kern van het filmpje?
A
Na het eerste fragment met Ahmet (bij 1:58).
B
Na het tweede fragment met Peter (bij 2:20).
C
Na het tweede fragment met Ahmet (bij 2:30).
D
Na de zin 'Benieuwd over welke ondernemersvaardigheden jij beschikt?'

Slide 7 - Quizvraag

02:38
Wat vindt Peter belangrijke vaardigheden voor ondernemerschap en welke vaardigheden vindt Ahmet belangrijk?
Peter
Ahmet
Peter en Ahmet
timer
1:00
Netwerken
Presenteren
Doorzetten

Slide 8 - Sleepvraag

00:25
Het filmpje waar je naar kijkt is dus:
A
Informatief
B
Betogend
C
Instructief
D
Verhalend

Slide 9 - Quizvraag

00:25
In de kern verwacht je een antwoord op de vraag
A
Wanneer heb je ondernemersvaardigheden en ondernemerskwaliteiten nodig?
B
Wat zijn ondernemersvaardigheden en wat zijn ondernemerskwaliteiten?
C
Welke vaardigheden en kwaliteiten heb je nodig om een succesvol ondernemer te zijn?
D
Wat komt er allemaal bij kijken als je een onderneming wil opbouwen?

Slide 10 - Quizvraag

Kijk nog eens naar je antwoord bij de vorige vraag.

Welk verband is er tussen de deelonderwerpen?


A
Het is een opsomming van ondernemersvaardigheden en -kwaliteiten.
B
Het is een vergelijking tussen ondernemen vroeger en ondernemen in de 21e eeuw.
C
Het zijn argumenten en tegenargumenten voor succesvol ondernemerschap.
D
Het zijn oorzaken en gevolgen van succesvol ondernemerschap.

Slide 11 - Quizvraag

timer
1:00
Je wilt een eigen bedrijf starten – je mag zelf kiezen wat voor bedrijf.
Natuurlijk wil je graag succesvol zijn.

Aan welke tips heb je het meest: die van Peter of die van Ahmet?
Leg je antwoord uit. Geef ook aan welk bedrijf je in gedachte hebt.

Slide 12 - Woordweb

Hieronder zie je een aantal woorden uit het filmpje.

Welke drie woorden kun je verdelen in twee werkwoorden en/of zelfstandige naamwoorden?
splitsbaar in 2 werkwoorden en/of zelfstandige naamwoorden
timer
1:00
ondernemerskwaliteiten (0:07)
flexibiliteit (0:09)
doorzettingsvermogen (0:10)
ondernemersvaardigheden (0:13)
uitbesteden (0:41)

Slide 13 - Sleepvraag

Van welke vier woorden worden later in het filmpje
voorbeelden gegeven?
Voorbeeld in film
timer
1:00
Ondernemerskwaliteiten (0:07)
Flexibiliteit (0:09)
Doorzettingsvermogen  (0:10)
Ondernemersvaardigheden  (0:13)
Uitbesteden  (0:41)
Publiekelijk spreken (1:21)
Netwerken (1:42)

Slide 14 - Sleepvraag

Zet de woorden op de juiste plek:
Flexibiliteit en doorzettingsvermogen zijn voorbeelden van ............................. .   Vakkennis en boekhouden zijn voorbeelden van .................................... .    Als ondernemer kun je al je werkzaamheden zelf doen, maar je kunt ook werk ......................... .   Veel ondernemers vinden contacten met bijvoorbeeld klanten belangrijk: ze hechten veel waarde aan  ................................ .
In sommige beroepen moet je ook goed zijn in .................................... , bijvoorbeeld in het houden van presentaties voor een groep mensen.

timer
1:00
uitbesteden
ondernemersvaardigheden
ondernemerskwaliteiten
netwerken
publiekelijk spreken

Slide 15 - Sleepvraag