In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Je kent het verschil tussen inhoudswoorden en functiewoorden
Je weet hoe nieuwe woorden ontstaan
Maak een zin met de woorden
akkoord, milieu, getekend, ministers
De ministers hebben het akkoord over het milieu getekend.
kern van de zin -> inhoudswoorden
cement van de zin -> functiewoorden
functiewoorden zorgen voor betekenisverfijning
Wat is het verschil tussen hij heeft het boek en hij heeft een boek?
Open: uitbreidbare klasse -> er worden consant nieuwe woorden
toegevoegd
Gesloten: niet-uitbreidbare klasse -> er komen geen nieuwe woorden meer
rond 1300 + 800 woorden
rond 1500 + 2000 woorden
rond 1900 + 4000 woorden
Opdracht: verklaar de stijging rond deze perioden.
de, van, het, een, en, in, is, dat, op, te, zijn, met, voor, niet
Schrijf samen een korte tekst van ongeveer 50 woorden.
De meest gebruikte woorden mag je niet gebruiken.
Jullie hebben 5 minuten de tijd.