Woordenschat oefenen met examen TL 2022 tv1 tekst 4

Welkom havo 3
Oefenen met woordenschatoefeningen in context
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom havo 3
Oefenen met woordenschatoefeningen in context

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Toetsstof
  • Hoe ziet de toets eruit?
  • Oefenen met woordenschat
  • Zelfstandig aan de slag met opdrachten tekst 2 tv 1 2022

Slide 2 - Tekstslide

Toetsstof
- Je kunt leesstrategieën toepassen om antwoord te geven op inhoudelijke vragen over een tekst. 
- Je kunt woordraadstrategieën toepassen om de betekenis van moeilijke woorden te achterhalen.
- Je kent de verschillende tekstsoorten en kunt het (belangrijkste) tekstdoel van de schrijver benoemen. 
- Je kunt het onderwerp van een tekst benoemen. 
- Je weet wat een hoofdgedachte is en kunt dit van een tekst benoemen. 
- Je weet wat een kernzin is en je kunt de kernzin van een alinea aanwijzen. 
- Je kunt van een tekst bepalen welke alinea's bij de inleiding, het middenstuk en het slot horen. 
- Je kunt aangegeven welk tussenkopje het beste boven welke alinea's past.
- Je kunt aangeven welke tekstverbanden er tussen verschillende alinea's bestaan. 

 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ziet de toets eruit?
Leesvaardigheid
- drie teksten 
- allerhande vragen zoals op het eindexamen vmbo-TL zoals geoefend
Woordenschat
- opdrachten bij twee teksten 
- woordbetekenissen afleiden uit de context

Slide 4 - Tekstslide

Samen lezen
Tekst 'We worden slimmer, maar niet per se wijzer' 

Tekst 2 eindexamen vmbo-TL 2022 tv1

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

1. In de titel staat het woord ‘slimmer’. Welk synoniem wordt in de tekst voor dit woord gegeven.

Slide 9 - Open vraag

2. In alinea 3 staat het woord ‘decennium’. Leg in je eigen woorden uit wat dit woord betekent.

Slide 10 - Open vraag

3. In alinea 6 staat het woord ‘generaties’. Wat wordt in deze tekst met dit woord bedoeld? Leg uit in maximaal veertig woorden.

Slide 11 - Open vraag

4. In zowel alinea 5 als in alinea 8 worden varianten van het woord ‘speculeren’ gebruikt. Noem twee ‘speculaties’ die te maken hebben met betrekking tot de oorzaak van de stijging van het IQ.

Slide 12 - Open vraag

5. Er wordt in alinea 8 ook op een andere manier uitleg gegeven voor het woord ‘speculeren’. Citeer het zinsgedeelte met deze uitleg.

Slide 13 - Open vraag

6. In alinea 7 staat het woord ‘vocabulaire’. Leg in je eigen woorden uit wat dit woord te maken heeft met de opdracht die je nu aan het maken bent. ;-)

Slide 14 - Open vraag

7. Als je iets moet zeggen over de betrouwbaarheid van de tekst. Wat zou je dan zeggen?

Slide 15 - Open vraag

9. Welke Nederlandse kranten ken jij allemaal?

Slide 16 - Open vraag

Zelf aan de slag
Maak nu de leesvaardigheidsoefeningen die bij deze tekst horen. 

Zie document gedeeld via Teams.

Kijk de opdrachten ook na. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het verband tussen alinea 1 en alinea 2? Alinea 2
A
geeft antwoord op de vragen in alinea 1
B
noemt een gevolg bij het gestelde in alinea 1.
C
ondersteunt de bewering in alinea 1.
D
trekt een conclusie uit het gestelde in alinea 1.

Slide 18 - Quizvraag


Welk kopje geeft het best de inhoud weer van de alinea’s 2, 3 en 4?

A
Gemiddelde IQ-scores
B
Het Flynn-effect
C
Meetbaarheid van intelligentie
D
Toename Nederlands IQ

Slide 19 - Quizvraag

“(...) dat de toename in IQ afzwakt.” (regels 78-79) Wat wordt hiermee bedoeld?
A
De scores op IQ-tests lopen steeds minder uiteen.
B
De scores zijn lager op alle onderdelen van de IQ-test.
C
Het gemiddelde IQ neemt langzamerhand af.
D
Het gemiddelde IQ stijgt minder hard dan voorheen.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de functie van alinea 8? Alinea 8
A
geeft een korte samenvatting.
B
trekt een onverwachte conclusie.
C
uit een toekomstverwachting.
D
voegt nieuwe informatie toe.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Er is geen zekerheid over de oorzaken van de toename van IQ-scores.
B
Intelligentietestscores zeggen erg veel over onze mate van slimheid.
C
Uitslagen van IQ-tests wereldwijd roepen vragen op voor onderzoekers.
D
We zijn de afgelopen honderd jaren uiteindelijk niet slimmer geworden.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het doel van deze tekst?
A
informeren over het wereldwijd gestaag afzwakkende IQ
B
informeren over langlopend onderzoek naar stijgend IQ
C
overtuigen dat een hoog IQ meer omvat dan redeneren
D
overtuigen dat IQ-scores lastig te interpreteren zijn

Slide 23 - Quizvraag

In alinea 1 worden twee vragen gesteld:
1 Hoe komt het dat we steeds slimmer worden?
2 Zijn we ook echt intelligenter dan vroeger?
--> In welke alinea’s komen deze vragen aan de orde?

Slide 24 - Open vraag

Hoe tevreden ben je over je eigen resultaat?
0100

Slide 25 - Poll

Op welke manier ga jij je nog voorbereiden voor deze toets?

Slide 26 - Open vraag