V4 H4.6 Krachten in Materialen

4.6 Krachten in Materialen
In deze les kijken we naar krachten in materialen. Afhankelijk van het materiaal kan de kracht een ander gevolg hebben.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.6 Krachten in Materialen
In deze les kijken we naar krachten in materialen. Afhankelijk van het materiaal kan de kracht een ander gevolg hebben.

Slide 1 - Tekstslide

10

Slide 2 - Video

02:40
Een kabel heeft een rek van 0,12%
Oorspronkelijk was de kabel 1,732 meter lang. Wat is de nieuwe lengte?
A
1,94 m
B
1,734 m
C
14,42 m
D
1,852 m

Slide 3 - Quizvraag

02:44
Een kabel heeft een rek van 0,0023 en daardoor een lengte gekregen van 12,45 cm. Wat was de oorspronkelijke lengte?
A
12,4477 cm
B
12,42 cm
C
12,22 cm

Slide 4 - Quizvraag

02:56
Wat is de eenheid van rek?
A
meter
B
vierkante meter
C
heeft geen eenheid
D
meter per meter

Slide 5 - Quizvraag

03:07
4.3 Krachten in Materialen
Maar je mag ook meter per meter zeggen. Soms zie je staan:
rek =3 mm / m
Dat wil zeggen dat iedere meter van het materiaal 3 mm is uitgerekt.

Slide 6 - Tekstslide

04:06
Welk koord rekt het meeste uit?
A
Het dunne koord
B
Het dikke koord
C
Beiden rekken even veel uit.

Slide 7 - Quizvraag

05:04
Welke andere grootheid is ook gelijk aan de kracht per vierkante meter?

Slide 8 - Open vraag

05:34
Aan een kabel met een diameter van 2,0 cm hangt een massa van 24 kg.
Wat is de spanning in de kabel?
A
12 N/m^2
B
7,6 N/m^2
C
75 N/m^2
D
0,75 MN/m^2

Slide 9 - Quizvraag

06:36
4.3 Krachten in materialen
Dit is niet helemaal juist. Boven de evenredigheidsgrens is er nog wel elastische vervorming. Alleen zijn de spanning en de rek niet meer recht-evenredig. Vandaar de naam.

De juiste term is : vloeispanning.

Slide 10 - Tekstslide

09:01
4.3 Krachten in materialen
Vloeispanning is hier het goede woord.
De treksterkte is de maximale spanning in het materiaal op de plaats van de insnoering. Als de spanning gelijk is aan de treksterkte dan breekt het. In het diagram is dit het punt helemaal aan de rechterkant.

Slide 11 - Tekstslide

09:42
Een materiaal met een kleinere elasticiteitsmodulus heeft een grotere rek bij dezelfde spanning dan een materiaal met een grotere elasticiteitsmodulus ?
A
Ja
B
Nee
C
Dat kun je niet zeggen.

Slide 12 - Quizvraag

4.6 Krachten in Materialen

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de elasticiteitsmodulus van
messing?
A
0,101012m2N
B
0,10TPa

Slide 14 - Quizvraag

4.6 Krachten in Materialen
Allebei de antwoorden zijn goed. Pascal betekent ook Newton per vierkante meter, en Tera betekent ook 1012.

Slide 15 - Tekstslide

Een ijzeren cilinder met een diameter van 18 mm en een lengte van 2,3 meter wordt 0,12 mm uitgerekt.
Hoeveel kracht is daarvoor nodig?
A
220 GN
B
0,16 MN
C
12 kN
D
2,9 kN

Slide 16 - Quizvraag