hart en vaten

Hoofdstuk 1

Hartstilstand: hart pompt geen bloed meer rond

Oorzaak: ademhalingsstilstand, bloedverlies, hartinfarct, stroomstoot, hart beschadiging

Hartinfarct: (een deel van) het hart heeft niet genoeg zuurstof gekregen en sterft af

Oorzaak: afsluiting in kransslagader(s), onregelmatig kloppen

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1

Hartstilstand: hart pompt geen bloed meer rond

Oorzaak: ademhalingsstilstand, bloedverlies, hartinfarct, stroomstoot, hart beschadiging

Hartinfarct: (een deel van) het hart heeft niet genoeg zuurstof gekregen en sterft af

Oorzaak: afsluiting in kransslagader(s), onregelmatig kloppen

Slide 1 - Tekstslide

Reanimeren

Doel is de circulatie van zuurstofrijkbloed op gang te houden.

Nodig: hartmassage en beademen

Hierdoor zullen organen niet afsterven vanwege zuurstofgebrek

Het hart gaat niet kloppen, daarvoor is een schok nodig.

Slide 2 - Tekstslide

Ho 2 Het hart en vaatstelsel

Als het hart als pomp wegvalt, heeft het lichaam moeite de homeostase te handhaven.

Homeostase geeft de mogelijkheid aan om waardes stabiel te kunnen houden.

Hierbij is altijd negatieve feedback als regelsysteem betrokken.

Bij de bloeddruk zijn meetsystemen in de aorta betrokken, die via nieren hoeveelheid gevormde urine beïnvloeden.

Slide 3 - Tekstslide

Grote bloedsomloop


Afgeven zuurstof aan organen

Opname koolstofdioxide van de organen

Hart -> organen -> hart

Slide 4 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop


Afgeven van koolstofdioxide

Opnemen van zuurstof

Hart -> longen -> hart

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Ho 3 Elektrische activatie
Leerdoelen:
  • kunnen uitleggen hoe de volgorde van elektrische activatie van het hart is
  • kunnen werken met de membraanpotentiaal van het hart
  • Kunnen rekenen met de Nernstvergelijking
  • kunnen uitleggen waardoor activatie van één cel andere cellen laat samentrekken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Binas 84D

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Nernstpotentiaal
De Nernstpotentiaal geeft aan bij welke potentiaal er geen ionen meer bij open ionkanalen door de membraan gaan.
Bij iontransport speelt een concentratieverschil die ionen van hoge naar lage concentratie laat gaan. Daarnaast speelt een elektrische gradiënt door lading van een ion en een lading van de membraan. Die samen leveren een evenwichtssituatie op bij een membraanpotentiaal

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Ho 4 Elektrocardiografie
Leerdoelen:
  • kunnen uitleggen hoe een ECG tot stand komt
  • Verklaren wat te zien is in ECG

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

ECG infarct
ECG

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoofdstuk 5
Leerdoelen:
  • kunnen uitleggen wat je kunt afleiden uit een Wiggerdiagram
  • de arbeid uit een p-V-diagram kunnen uitrekenen
  • cardiac output kunnen bepalen door slagfrequentie en slagvolume te gebruiken
  • begrippen preload, afterload en contractiliteit uitleggen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Binas 84D3

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Cardiac output, hartminuutvolume
  • het aantal liters dat hart per minuut rondpompt 
  • afhankelijk van hartfrequentie en slagvolume
  • hartfrequentie bepaald door 'vuren' sinusknoop 
  • frequentie beïnvloed door autonome zenuwstelsel: orthosympatisch omhoog, parasympatisch omlaag

Slide 22 - Tekstslide

Preload
  • druk in hart aan eind van diastole.
  • Afhankelijk van hoeveel bloed naar hart.
  • Hoe gevulder, hoe krachtiger de samentrekking; geregeld door (ortho)sympatische zenuwstelsel. 

Slide 23 - Tekstslide

Afterload
  • hoeveel bloed kan eruit gepompt worden.
  • afhankelijk van de druk in de aorta: aortaklep open bij hogere druk in kamer dan in aorta.

Slide 24 - Tekstslide

Hoofdstuk 6

Leerdoelen:

  • relatie kunnen leggen tussen bouw en functie van bloedvaten
  • relatie kunnen leggen tussen het bloedvat en de bloeddruk

Slide 25 - Tekstslide

bloeddruk

Slide 26 - Tekstslide

Bouw bloedvaten


Slide 27 - Tekstslide

slagader en ader
haarvat

Slide 28 - Tekstslide

Slagader is moeilijk op te rekken door dikke laag, wel erg rekbaar. 
Ader omgekeerd: makkelijk op te rekken, niet erg rekbaar.
Bloed in slagader blijft niet makkelijk op één plek, maar door rekbaarheid voortgestuwd; volume bloed in slagader blijft beperkt hierdoor.
Volume bloed in aders groot.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Hoofdstuk 7

Leerdoelen:

  • Oorzaken en gevolgen van een hartinfarct kunnen noemen

Slide 32 - Tekstslide

Oorzaken:
-1- Atherosclerose: dichtslibben slagaders, hierdoor nauwere doorgang
Dichtslibben gevolg van cholesterol gerelateerd aan grote LDL (Low Density Lipoprotein)/ HDL verhouding

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

-2 Angina pectoris: pijn op de borst, vat is niet volledig dicht, maar hart krijgt niet genoeg zuurstof

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Wet van Poiseuille
bepaalt de grootte van de volumestroom op basis van drukverschil en weerstand. 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Ho 8 risicofactoren
Leerdoelen:
  • Verschillende factoren kunnen indelen in één van de vier typen
  • Weten waardoor roken, overgewicht, te hoog cholesterolgehalte en stress de kans op een hartinfarct verhogen

Slide 39 - Tekstslide

Risicofactor 1
Biologische risicofactoren:
zijn niet te beïnvloeden: toenemende leeftijd, geslacht, familiaire belasting

Slide 40 - Tekstslide

Risicofactor 2
Deze leveren een grotere kans op een hartinfarct doordat regelmechanismen ontregeld zijn
hoge bloeddruk, hoog cholesterol, suikerziekte
Dit is te beïnvloeden, door minder suikerinname, meer sporten, minder vet eten

Slide 41 - Tekstslide

Risicofactor 3
Deze zorgen voor een hogere kans op een hartinfarct doordat de leefgewoonten slecht zijn.
Denk aan roken, overmatig alcohol, overgewicht
Dit is meestal goed te beïnvloeden.

Slide 42 - Tekstslide

Risicofactor 4
Hierbij is er schade aan hart en vaten die onomkeerbaar is:
bijv eerder hartinfarct

Slide 43 - Tekstslide

Ho 9 Behandelmethoden
Leerdoelen:
  • weten welke behandelmethodes mogelijk zijn bij risico op hart- en vaatziekten
  • de werking van verschillende farmaceutische behandelmethoden kennen

Slide 44 - Tekstslide