20-9-2022 de onregelmatige werkwoorden haben/sein en werden

Wilkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wilkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.

Slide 1 - Tekstslide

der Unterrichtsplan

- Rückblick "het vragende voornaamwoord"

- die Hausaufgaben: Aufg. 1 + 2 kontrollieren. 
- Erklärung:  die Verben haben, sein und werden. 
- Reader Aufg. 1 bis einschl. 7 machen.


Slide 2 - Tekstslide

die Lernziele

- je  kunt de Duitse vragende voornaamwoorden noemen en vertalen naar NL

- je kunt de onregelmatige ww. haben/sein en werden vertalen
- je kunt de vervoegingen van de onregelmatige ww. haben, sein en werden juist toepassen

Slide 3 - Tekstslide


Rückblick: das Fragewort 
( het vragende voornaamwoord) 

Hausaufgaben: Aufg. 1 + 2 + Text: Ein Tag in Berlin kontrollieren      


Slide 4 - Tekstslide

Welke vormen van "haben"
"sein" en "werden" weet je
nog?

Slide 5 - Woordweb

Erklärung: haben, sein und werden. 


Macht jetzt im Reader "onregelmatige ww. haben, sein en werden, Aufg. 1 bis einschl. 7

Fertig? 
- Leer de vervoegingen van haben, sein en werden uit je hoofd! 

Slide 6 - Tekstslide

                               



                        Hausaufgaben: Reader "onregelmatige                      ww. haben, sein en werden, Aufg. 1 bis einschl. 7
                          + lernen: de vevoegingen van haben, sein                            en werden.  
                          

Slide 7 - Tekstslide

haben und sein

Slide 8 - Tekstslide

timer
1:00
ich
du
er
wir
ihr
sie /
Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
haben

Slide 9 - Sleepvraag

Du (sein)
timer
0:10
A
ist
B
sein
C
bin
D
bist

Slide 10 - Quizvraag

ik heb
timer
0:10
A
ich hat
B
ich haben
C
ich habe
D
ich habt

Slide 11 - Quizvraag

sein: ihr
timer
0:10
A
sind
B
seid
C
sein
D
sindet

Slide 12 - Quizvraag

jullie hebben
timer
0:10
A
ihr habt
B
ihr haben
C
ihr habe
D
ihr hat

Slide 13 - Quizvraag

wir (sein )
timer
0:10
A
seien
B
sind
C
sein

Slide 14 - Quizvraag

jij hebt
timer
0:10
A
du hast
B
du haben
C
du habe
D
du habt

Slide 15 - Quizvraag

Ik kan de werkwoorden haben en sein vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Lieder haben und sein

Slide 17 - Tekstslide