3kader 4.5 Woorden
1 / 16
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe kun je iemand aftroeven?
A
door te dissen
B
hem of haar een troefkaart geven
C
het beter doen dan de ander
D
hem of haar negeren
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het tegenovergestelde van 'gering'?
A
veel, groot
B
evenveel
C
klein, weinig
Slide 4 - Quizvraag
De docent ondervond veel weerstand van de brugklassers.
Hoe zeg je dit anders?
Hoe zeg je dit anders?
A
De docent had veel succes met de brugklassers.
B
De docent voelde veel weerstand.....
C
De docent ontkende de weerstand van de brugklassers.
Slide 5 - Quizvraag
Tijdens de centrale examens is iedereen extra oplettend.
Wat is een synoniem van oplettend?
Wat is een synoniem van oplettend?
A
nerveus
B
attent
C
actief
D
alert
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het bijvoeglijk naamwoord van 'strategie'?
A
strategieën
B
strategisch
C
straat
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het zelfstandig naamwoord van 'compenseren'?
A
compensatisch
B
competent
C
compensatie
D
competitie
Slide 8 - Quizvraag
Zeg in 1 woord wat 'geniaal' betekent?
Slide 9 - Open vraag
Zeg in 1 woord wat 'uitvoeren' betekent?
Slide 10 - Open vraag
Wat is het schooltaalwoord voor: 'praktisch werken'?
Slide 11 - Open vraag
Je wilt op een slimme manier je doel bereiken. Welke..........zet je in?
Typ het woord dat op de puntjes hoor.
Typ het woord dat op de puntjes hoor.
Slide 12 - Open vraag
Ik heb het zojuist 'met mijn eigen zintuigen opgemerkt'.
Welk woord kan hiervoor het best in de plaats staan?
Welk woord kan hiervoor het best in de plaats staan?
A
Ik heb het gezien.
B
Ik heb het gevoeld.
C
Ik heb het gehoord.
D
Ik heb het waargenomen.
Slide 13 - Quizvraag
Gaat Nederland hoge ogen gooien op het songfestival?
Slide 14 - Open vraag
Is er dit jaar veel verloop van docenten op het HVC?
Slide 15 - Open vraag
Wat gaat er 'rinkelen' als je iets niet vertrouwt?
A
kerkklokken
B
schoolbel
C
glas
D
alarmbellen
