Zwakke werkwoorden o.t.t. , o.v.t. + voltooid deelwoord
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
du ........ (machen) o.t.t.
Slide 2 - Open vraag
ich ............ (kochen) o.v.t.
Slide 3 - Open vraag
Sie ............. (brauchen) o.t.t.
Slide 4 - Open vraag
er .............. (mieten) o.t.t.
Slide 5 - Open vraag
Das Essen hat gut .......... (schmecken).
Slide 6 - Open vraag
Die Feuerwehr ............ (retten) die Tiere.
o.v.t.
o.v.t.
Slide 7 - Open vraag
wir .............. (rechnen) o.v.t.
Slide 8 - Open vraag
sie (enk.) ............. (studieren) o.t.t.
Slide 9 - Open vraag
Die Studenten haben gute Tage in Paris ............ (erleben).
Slide 10 - Open vraag
Vorige Woche .............. (regnen) es viel.
Slide 11 - Open vraag
Die Kinder .......... (spielen) o.t.t.
Slide 12 - Open vraag
Der Supermarkt hat viele Produkte ....... (verkaufen).
Slide 13 - Open vraag
du ........... (benutzen) o.t.t.
Slide 14 - Open vraag
sie (enk.) .............. (reden) o.t.t.
Slide 15 - Open vraag
Ich habe bei Zalando Kleidung ...... (bestellen).
Slide 16 - Open vraag
Die Studenten .............. (plaudern) zu viel.
o.v.t.
o.v.t.
Slide 17 - Open vraag
Die Rezeptionistin hat die Nummer ...... (notieren).
Slide 18 - Open vraag
ihr .................... (lachen) o.v.t.
Slide 19 - Open vraag
Die Touristen haben auf dem Campingplatz .......... (zelten).
