Les 4: uitleg klimaatdiagrammen + köppen

neem deel aan de les in lesson up
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

neem deel aan de les in lesson up

Slide 1 - Tekstslide

Klimaten
Er zijn veel verschillende klimaten op de wereld.
Het Köppen-systeem breng orde op zaken.
Als je een klimaatdiagram krijgt moet kunnen bepalen welke Köppencode erbij hoort.

Slide 2 - Tekstslide

Elke Baby Aap Creëert Drama
Gebruik dit om de check in de goede volgorde te doen.

Slide 3 - Tekstslide


Deze regels moet je uit je hoofd leren.

Aan het eind van deze les komen er verschillende klimaatdiagrammen die je zelfstandig de juiste Köppen-code moet geven.

Slide 4 - Tekstslide

Elke Baby Aap Creëert Drama
1. Is er een E-klimaat? (koud / polair klimaat)
Alle maanden kouder dan +10°C

EF = poolklimaat, landijs (altijd <0°C)
ET = koud klimaat, tundra (zomer >0°C)
EH = koud klimaat in hooggebergten

Slide 5 - Tekstslide

Elke Baby Aap Creëert Drama
2. Is er een B-klimaat? (droog klimaat)
Minder dan 400mm neerslag per jaar

BS = Steppe (250 - 400 mm)
BW = Woestijn (<250 mm)

Slide 6 - Tekstslide

Elke Baby Aap Creëert Drama
3. Is er een A-klimaat? (tropisch klimaat)
Hele jaar warmer dan +18°C

Af = tropisch regenwoud klimaat
(geen droge periode of >2000 mm/j)

As = tropisch klimaat met droge zomer

Aw = tropisch klimaat met droge winter

Am = moesson klimaat

Slide 7 - Tekstslide

Elke Baby Aap Creëert Drama
4. Is er een C-klimaat? (gematigd klimaat)
Winter niet kouder dan -3°C

Cf = Gematigd zeeklimaat, hele jaar neerslag

Cs = Mediterraan klimaat, droge zomer

Cw = China klimaat, droge winter

Slide 8 - Tekstslide

Elke Baby Aap Creëert Drama
5. Is er een D-klimaat? (landklimaat)
Winter kouder dan -3°C

Df = Landklimaat met hele jaar neerslag

Ds = Landklimaat met droge zomer

Dw = Landklimaat met droge winter

Slide 9 - Tekstslide

Op de volgende dia vul je de Köppencode in.
Gebruik: Elke Baby Aap Creeërt Drama

Slide 10 - Tekstslide

Welke köppencode hoorde bij de vorige afbeelding?

Slide 11 - Open vraag

Op de volgende dia vul je de Köppencode in.
Gebruik: Elke Baby Aap Creeërt Drama
Deze plek ligt op het ZH!

Dus winter in Juni/Juli

Slide 12 - Tekstslide

Welke köppencode hoorde bij de vorige afbeelding?

Slide 13 - Open vraag

Op de volgende dia vul je de Köppencode in.
Gebruik: Elke Baby Aap Creeërt Drama

Slide 14 - Tekstslide

Welke köppencode hoorde bij de vorige afbeelding?

Slide 15 - Open vraag

Op de volgende dia vul je de Köppencode in.
Gebruik: Elke Baby Aap Creeërt Drama

Slide 16 - Tekstslide

Welke köppencode hoorde bij de vorige afbeelding?

Slide 17 - Open vraag

Op de volgende dia vul je de Köppencode in.
Gebruik: Elke Baby Aap Creeërt Drama

Slide 18 - Tekstslide

Welke köppencode hoorde bij de vorige afbeelding?

Slide 19 - Open vraag

Deze les heb je geleerd
  • hoe je een klimaatdiagram moet aflezen
  • hoe je de Köppencode kan bepalen
  • wat de kenmerken van elk klimaat zijn

beantwoord nog even de vragen over wind hierna

Slide 20 - Tekstslide

De ITCZ is een zone met...
A
hoge luchtdruk
B
lage luchtdruk

Slide 21 - Quizvraag

In welke periode schijnt de zon loodrecht op 23,5 NB en ligt de ITCZ dus boven de evenaar?
A
Januari
B
Maart
C
Juli
D
November

Slide 22 - Quizvraag

Hoe vaak per jaar schijnt de zon loodrecht op de evenaar?
A
1x
B
2x
C
3x
D
4x

Slide 23 - Quizvraag

Op het zuidelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar...
A
links
B
rechts

Slide 24 - Quizvraag

In India is er een droge tijd en een regentijd. Leg uit hoe de ITCZ hiervoor zorgt.

Slide 25 - Open vraag

In India is er een droge tijd en een regentijd. 
Leg uit hoe de ITCZ hiervoor zorgt.

In juni/juli ligt de ITCZ ten noorden van India. De ITCZ is een laag drukgebied. Hier stijgt de lucht, koelt al, condenseert en het gaat regenen.

In december/januari ligt de ITCZ ten zuiden van India. Boven India is dan aflandige wind en een hoog drukgebied. De lucht daalt boven India, de lucht warmt op en wolken verdwijnen. Het is dan dus droog.

Slide 26 - Tekstslide