25-11-2024

• Frans
• Middelbare school
• vmbo lwoo, vwo
• Leerjaar 3

25 NOVEMBRE 2024

• J'aime

• Je n'aime pas

• J'adore

• Je déteste

Les objectifs

1. Je weet de betekenis van aimer / déstester / adorer.
2. Je kan jou mening geven over iets specifiek of een activiteit door het gebruikt van aimer/détester/adorer
3. Je kan 10 woorden van de afgelopen les herinneren en deze toepassen in een gesprek.
4. Je kan iemand voorstellen. 

Quizz

"Tu vas" een reeks vragen beantwoorden. 

"Réfléchis" 15 seconden na over elke vraag en  "choisis" een antwoord.

De vertaling van 'aimer' is ...

1. houden van
2. leuk vinden
3. doen
4. maken

De vertaling van 'détester' is ...

1. maken
2. haten
3. doen
4. niet leuk vinden

Na ''aimer, adorer, détester, préférer '' een activiteit volgt :

1. het onbepaald lidwoord (un, une, des)
2. het bepaald lidwoord (le, la, l' , les)
3. het delend lidwoord (du, de la, de l', des)
4. de / d'

Ex 26.a Qu'est-ce que tu aimes?
(activités en français)

Ex 26.a Qu'est-ce que tu n'aimes pas?

Réfléchis et combine!

1. Winter
2. Voor 
3. Na
4. Kolonie
5. Tot en met
6. Bevroren
7. Wedstrijd/Competitie
8. Warm
9. Duiken 
10. Vanwege
11. Dus

A. A cause de

B. Après

C. Jusqu'à

D. Gelé

E. Concours

F. Plonger 

G. Donc

H. Hiver

I. Colonie

J. Chaud

K. Avant

Réféchis

• Avant l'été c'est..... ?
• Après l'automne c'est......?
• 35 degrés celsius c'est .....?
• On plonge dans la montagne / la mer / la plage?

Exercice 27 P 81

Je moet Inès of Asmar of Eline of Adam voorstellen in het Frans. Maak hele zin!

• Âge
• Caractéristique
• Aime
• N'aime pas

Les devoirs 

Faire les exercices :

-13.a P144

-14.b P145

-16.a P147 (super important!!!)

Exit ticket

Tu aimes .....? Tu n'aimes pas ..... ? 

1.  J'aime + (le/la/l'/les) + activité.

2. Je n'aime pas + (le/la/l'/les) + activité.