Talent 3.4 Schrijven en formuleren -verder met brief, beeldend schrijven

Welkom bij Nederlands!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Programma - en wat leer je?
  1. Verhaalanalyse
  2. Warming up, ja ook weer vandaag!
  3. Een betoog schrijven
  4. Denk daarbij ook aan: beeldend schrijven. En ook aan: aantrekkelijk schrijven: signaalwoorden, inversie, woordkeuze, showing!



Slide 2 - Tekstslide

Wat is nou beeldend schrijven?

Slide 3 - Woordweb

Hoe breng je variatie in je tekst?

Slide 4 - Woordweb

timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

    schrijven doe je zo!
1. Gebruik signaalwoorden
2. Gebruik inversie (blz. 110, §2.4)
3. Varieer jouw woordkeuze (blz. 187, §3.4 )
4. Showing, not telling (blz. 190, §3.4)

Slide 6 - Tekstslide

1. Tekstopbouw van een betoog
Overzicht signaalwoorden op bladzijde 242
Redengevend en oorzaak gevolg

Slide 7 - Tekstslide

2. Inversie
Varieer in de zinsvolgorde door inversie toe te passen.

Normale zin =  o + pv 
Ik slaap zaterdag uit.

Zin met inversie = pv + o
Zaterdag slaap ik uit.
(blz. 110)
Veel zinnen begeinnen met het onderwerp en persoonsvorm maar je kan ook met een ander zinsdeel beginnen.

Slide 8 - Tekstslide

3. Woordkeus variëren

Vervang herhaalde woorden  door een synoniem , een omschrijving of een verwijswoord.



Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

    !
  • Gebruik beeldende synoniemen (alternatieven)
  • Gebruik beeldende bijvoeglijke naamwoorden
  • Show, don't tell (bijvoorbeeld door details uit te vergroten)
  • Gebruik vergelijkingen
  • Gebruik metaforen (en metafoor is een vorm van beeldspraak: je gebruikt een woord of beeld voor iets anders, waarmee het een overeenkomst) vertoont.

Slide 11 - Tekstslide

SCHRIJVEN!
En nu aan de slag met het schrijven van een betogende tekst!

Slide 12 - Tekstslide

Ga naar de schrijftaak
Voor het schrijven van een betoog loop je de stappen af van SCHRIJFTAAK  op blz. 1 91.

Als je klaar bent met schrijven laat je een klasgenoot jouw werk controleren. Daarvoor gebruik je dan het BEOORDELINGSFORMULIER op blz. 192.

Slide 13 - Tekstslide

Denk aan:
Opbouw:
  1. inleiding; onderwerp + mening worden genoemd
  2. middenstuk; argumenten (per argument, nieuwe alinea)
  3. slot; afronden van je betoog met een goede uitsmijter, bijvoorbeeld grappige conclusie of origineel.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe?
In je schrift of laptop
Hulp?
boek, klasgenoot, je docent :-)
Is dit ook huiswerk?
Ja, als je het niet in de les afkrijgt wel.
Klaar?
Lezen

Slide 15 - Tekstslide

Wie niet waagt die niet wint.. :-)

Slide 16 - Tekstslide

Een ingezonden brief als betoog (blz. 189)
Je reageert op iets wat je in een krant gelezen hebt. Naast de tekstopbouw van een betoog, vermeld je waar je op reageert (titel, datum en schrijver).
Deze publicatie verschijnt in de opiniekatern van een (online) krant.

Slide 17 - Tekstslide

Een weerlegging is als
A
je de voorargumenten versterkt
B
je het genoemde tegenargument ontkracht
C
als je een tegenargument geeft
D
je je standpunt duidelijk maakt

Slide 18 - Quizvraag

In een betoog geeft de schrijver
A
advies
B
informatie
C
zijn mening
D
voor- en nadelen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een standpunt?
A
Hoe je over iets denkt
B
Dingen die met elkaar te maken hebben
C
Wat vaak voorkomt
D
De ruzie

Slide 20 - Quizvraag

In de inleiding van je betoog wordt je standpunt duidelijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een argument?
A
Met een argument onderbouw je iets. Het is controleerbaar.
B
Een argument is een beoordelingswoord.
C
Met een argument geef je aan of je iets mooi vindt.

Slide 22 - Quizvraag

Welke signaalwoord hoort niet bij tegenargumentatie en weerlegging?
A
ofschoon
B
echter
C
daarbij
D
hoewel

Slide 23 - Quizvraag

Rondvraag
Vragen?

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een metafoor?
A
Mijn opa rookte als een schoorsteen
B
Het schip danste op de golven
C
Niemand wil vriendin zijn met zo'n heks

Slide 25 - Quizvraag

Welke kennis heb je in deze les vergaard? 
1. Verhaalanalyse
2. Aantrekkelijk schrijven
3. Betoog schrijven

Slide 26 - Tekstslide

Een betogende tekst schrijven voor een opiniekatern van een krant



  • Vernieuwing lesaanbod
  • Langere zomervakantie
  • Huiswerkbegeleidingsinstituten 
  • Lesrooster

Slide 27 - Tekstslide