Wondzorg bbl

     Wondzorg 
 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

     Wondzorg 
 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw huidlagen

Slide 2 - Tekstslide

Een
wond is een verbreking van de continuïteit van weefsel veroorzaakt door een
trauma of pathologische aandoening.
Wat is de functie van de huid?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van een wond?
A
Een ontsteking aan het lichaamsoppervlak
B
Een afwijking in het weefsel
C
Een verbreking van de continuïteit van weefsel
D
Geen van alle antwoorden is goed.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken wond (zoek onderstaande begrippen uit):
Mechanisch
Chemisch
Thermisch
Elektriciteit
Straling
Infectie
Circulatie
Oncologisch
Chirurgisch

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg begrippen:
Mechanisch: door scherp geweld (schot, snij scheurwond of beet.
Chemisch: huid sterft af door ammoniak, zoutzuur.
Thermisch: blootstelling aan extreme temperaturen, zoals bevriezingen en brandwonden.
Elektriciteit: door hoge stroomsterkte, waarbij brandwonden kunnen ontstaan.
Straling: door blootstelling aan straling, zoals zonnestralen, hoogtezon, radioactiviteit.
Infectie: veroorzaakt door micro-organismen, bijv steenpuist.
Circulatie: zoals afsterven van weefsel door zuurstof/ voedingstoffen te kort.
Oncologisch: chemo, bestraling, operatie.
Chirurgisch: wond na operatieve ingreep.






Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondgenezingsproces:
Reactiefase:  uitbreiding voorkomen en voorbereiden op genezing.
Regeneratiefase:  beschadigde dermis vervangen en wond sluiten.
Rijpingsfase: granulatieweefsel dat dermis heeft vervangen rijpt uit tot soepel bindweefsel/litteken.
Soms 3 fases tegelijk in grote wonden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normale wondgenezing/ primaire wondgenezing:

Bloeden 🡪 wond schoonspoelen.
Bloed in contact met buitenlucht 🡪 stollingsproces 🡪 korstje.
Korst natuurlijke bescherming.
Wondgenezing voltooid 🡪 korst valt eraf.
Nauwelijks littekenweefsel.
Genezen in enkele dagen.





Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen normale wondgenezing/ secundaire wondgenezing:
Grote wonden
Diep en onregelmatig
Veel vuil bevat
Slechte doorbloeding
Complexe wonden.
Een breed litteken en de genezing duurt lang.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondclassificatiesystemen:






Wordt gebruikt om structuur aan te brengen in een wondbehandeling:

  • ALTIS
  • WCS model
  • TIME model

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALTIS: informatie verzamelen.
Aard
Locatie
Tijdsbeloop
Intensiteit
Samenhangende factoren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WCS: Woundcare Consultant Society

Is een hulpmiddel bij het bepalen van het doel van de lokale wondbehandeling en van het juiste wondbehandelingsproduct.

* Kleur van de wond
* Mate van wondvocht
* Aanwezigheid van infecties
* Aspecten van de wondrand

Je kunt het WCS-model niet toepassen bij brandwonden  oncologische wonden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling naar kleur (WCS):
Rode wonden: wond is schoon, bevat granulatie (nieuw) weefsel.
Gele wonden: het wondoppervlak is bedekt met fibrine (geel beslag).
Zwarte wonden: het wondoppervlak bevat dood weefsel (necrose).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Time model: informatie vastleggen.
  • Er wordt naar factoren gekeken die een rol spelen bij het genezingsproces van een wond
  • Kan gebruikt worden bij het diagnosticeren van een wond en bepalen en evalueren van een wondbehandeling.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIME:
Tissue (weefsel):  wat is de kleur?
Infectie: is er sprake van een infectie?
Moisture (vocht): produceert de wond veel vocht?
Edge (wondranden): wat is de toestand van de rand?

Doel: het creëren van een  gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn plaatselijke (lokale) factoren die invloed hebben op de wondgenezing:
Soort en plaats van de wond.
Doorbloeding.
Maligniteit.
Infectie.
Bestraling.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn ook interne (systemische) factoren die invloed hebben op de wondgenezing:
Leeftijd.
Conditie.
Ondervoeding.
Roken.
Zuurstof tekort.
Pijn.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je als vpk/ vz-ig de wondgenezing positief beïnvloeden? 
 • Rekening te houden met psychische factoren van de zorgvrager.
• Aseptisch te werken.
• Te letten op de voeding- en vochttoediening.
• Te letten op factoren die mogelijk de wondgenezing belemmeren (denk bijvoorbeeld aan druk, houding en leefstijl).
• Goed te rapporteren over de wondobservatie en wondbehandeling.
Wondverpleegkundige inschakelen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten bij het observeren van de wond:
• Bij alle wonden zijn geur, kleur, wondranden, diepte, pijn, ontstekingsverschijnselen, afscheiding, grootte, wondomgeving en oorzaken belangrijke observatiepunten.
• Observeer de wond en houd de ontwikkeling nauwkeurig bij. 
Maak gebruik van meetlat, een peilsonde (diepte bepalen) en fotoapparatuur. 
• Oedeemvorming kan de wondgenezing vertragen.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoon wondtoilet:
Autolytisch: hierbij wordt gebruikgemaakt van lichaamseigen enzymen (eiwit) en wondvocht. De wond wordt hierdoor vochtig en zachter, waardoor necrose uiteindelijk kan verweken.
Biologisch: wordt gedaan met levende organismen zoals maden.
Chirurgisch: dit gebeurt in de praktijk meestal met een scherpe lepel (curette) of mes.
Enzymatisch: hierbij worden enzymen (alginaten) van buiten af op de wond gebracht om necrose op te lossen.
Mechanisch: necrose wordt gescheiden van gezond weefsel. Waarbij natte gazen op de wond worden geplaatst, die met kracht worden verwijderd als deze droog zijn.
Chemisch: bij veel necrose is een korte behandeling met bijvoorbeeld Eusol 3x per dag mogelijk.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn symptomen van een infectie van een wond?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zoek onderstaande begrippen uit:
Debridement.
Exsudaat.
Granulatieweefsel.
Fibrine.
Necrose/ gangreen.
Ondermijning.
Maceratie.
Excretie.
Absorptie.
Intertrigo







Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg begrippen:
Debridement: dood weefsel weghalen.
Exsudaat: wondvocht.
Granulatieweefsel: nieuw weefsel rijk aan bloedvaatjes.
Fibrine: geel beslag door eiwit.
Necrose/ gangreen: afsterven van weefsel.
Ondermijning: onder de huidranden van de wond verdere schade aan weefsel (tunneling).
Maceratie: verweking van de huid door vocht.
Excretie: uitscheiding van wondzorg.
Absorptie: opname wondvocht.
Intertrigo: smetten.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Jullie gaan in groepjes de rode, gele, zwarte wonden, decubitus en smetten/ incontinentie letsel en skintears onderzoeken.
* Maak een ppt presentatie met omschrijving, behandeling, foto's/ filmpjes etc over de wond die jou groepje uitwerkt.
* Omschrijf de wond aan de hand van het TIME model.
* Laat na de presentatie zien hoe en met welke verbanden/ hulpmiddelen je de wond gaat behandelen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies