Station schrijven BK2 perron 1

WELKOM BIJ NEDERLANDS
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM BIJ NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Is je telefoon in de kluis?

Zo niet, leg hem dan even op mijn bureau.

Slide 2 - Tekstslide

Magister
Kan iedereen nu in Magister?
Wie kan Magister niet in de app openen?

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen
Je pakt je leesboek voor je en je gaat stillezen!





timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Raadsel

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het lievelingseten van een autocoureur?

Slide 6 - Tekstslide

fast-food

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De appel en de peer
De appel en de peer kosten samen 1 euro 10
De appel is 1 euro dan de peer.
Wat kost de appel? Wat kost de peer?

Slide 9 - Tekstslide

De peer kost vijf  cent
en de appel kost 1 euro en 5 cent

Samen 1,10 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijven
Perron 2


Slide 11 - Tekstslide

Wat is een feit en wat is een mening?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Link

Maken
Maak opdracht 1 en 2
blz 15

Klaar? Leg je pen of potlood even neer.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Beoordelingswoorden zijn argumenten.
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag


Een beoordelingswoord is ...
A
een feit
B
een argument
C
een mening
D
een idee

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn beoordelingswoorden?
A
Woorden die vertellen waarom je iets vindt
B
Woorden die een verhaal vertellen.
C
Woorden die zeggen waar een verhaal over gaat..
D
Woorden waarmee je zegt wat je van iets vindt.

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van beoordelingswoorden?
A
want, omdat, maar
B
ik, jij, u
C
erg, veel, heel
D
spannend, interessant, grappig

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen beoordelingswoord?
A
spannend
B
oud
C
grappig
D
meeslepend

Slide 20 - Quizvraag

Wat is GEEN beoordelingswoord?
A
Interessant
B
Ouderwets
C
Gloeiend
D
Mooi

Slide 21 - Quizvraag

Ik weet wat beoordelingswoorden zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Lees mee
Lees mee op blz 16

Meningen en beoordelingswoorden.

Slide 23 - Tekstslide

Maken
Maken:

Opdracht 3, 4, 5 en 6

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Wat niet af is, is huiswerk.
Dit komt in Magister

Opdracht 1 t/m 6
blz 15 t/m 17

Slide 25 - Tekstslide

Veel plezier vandaag en tot volgende keer!
Tot de volgende keer!

Slide 26 - Tekstslide

Wat is een nieuwsbericht
A
Tekstsoort
B
Tekstdoel
C
Tekstvorm
D
leesdoel

Slide 27 - Quizvraag

Een nieuwsbericht bestaat uit...
A
1 deel: kern (belangrijke info)
B
3 delen: inleiding (aandachttrekker) + kern (belangrijke info) + slot (herhaling)
C
2 delen: inleiding (belangrijkste info) + kern (extra info)

Slide 28 - Quizvraag

Een nieuwbericht heeft als tekstdoel:
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 29 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is:
A
Objectief (onpartijdig)
B
Subjectief (mening geeft zijn schrijver)

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het doel van dit nieuwsbericht?
A
Uitleggen
B
Informeren
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 31 - Quizvraag

Wat is geen reden voor nieuws?
A
Het is interessant voor veel mensen
B
Het is actueel
C
Het is bijzonder
D
Het is negatief

Slide 32 - Quizvraag

Een nieuwsbericht is een ...
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 33 - Quizvraag


Wat is een nieuwsbericht?
A
een tekst over een gebeurtenis
B
een tekst met iemands mening
C
een tekst met een instructie
D
een tekst met reclame

Slide 34 - Quizvraag

opdrachten
maken: perron 1
opdr. 12, 13, 14

Slide 35 - Tekstslide

kop/titel
  • Een kop begint met een hoofdletter maar eindigt niet met een punt.
  • Een kop is kort en bevat geen lidwoorden.
  • Aanhalingstekens betekenen dat het een citaat is.  

Slide 36 - Tekstslide

opdrachten
maken: perron 1
opdr. 15

lezen: uitleg advertenties

maken: perron 1 
opdr. 16, 17, 18, 19

Slide 37 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de advertentie?
A
De 'worst' musical ever
B
HEMA de musical
C
HEMA de musical is een feest
D
Een feelgoodverhaal dat volledig op humor drijft

Slide 38 - Quizvraag


Een spannende titel is een informatieve titel.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Wat is een titel?
A
De naam van de tekst, staat meestal bovenaan
B
de naam van de tekst, staat meestal onderaan
C
Een dikgedrukte regel
D
een alinea

Slide 40 - Quizvraag

De titel van de tekst is: “Steeds jonger gehoorschade”.
Waarvan is sprake bij de titel?

De titel is
A
de hoofdgedachte van de hele tekst.
B
de persoonlijke mening van de schrijver.
C
een waarschuwing van VeiligheidNL.

Slide 41 - Quizvraag

Voor wie is deze advertentie bedoeld?
A
alleen voor jonge mannen
B
voor belangstellenden voor en functie bij de landmacht
C
voor mannen en vrouwen die al in de landmacht zitten
D
voor scholieren op technische opleidingen

Slide 42 - Quizvraag

Een advertentie is een...
A
Informerende tekst
B
Amuserende tekst
C
Activerende tekst
D
Uiteenzettende tekst

Slide 43 - Quizvraag

Een titel...
A
staat in de tekst
B
staat altijd bovenaan de tekst
C
zegt iets over een stukje tekst
D
heeft meestal niets met de tekst te maken

Slide 44 - Quizvraag

opdrachten
Maak nu de zelftest van perron 1.

Slide 45 - Tekstslide